H1 par. 1.4 Leven langs de Nijl moi

H1 tijd van jagers en boeren

Paragraaf 4 Leven langs de Nijl



1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H1 tijd van jagers en boeren

Paragraaf 4 Leven langs de Nijl



Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waardoor het heel goed ging met de landbouw langs de Nijl.
  • Je leert hoe markten ontstonden in Egypte.
  • Je leert hoe steden ontstonden in Egypte. 
  • Je leert hoe Egypte een staat werd. 

Slide 2 - Tekstslide

Schrijf 1 ding op wat je weet over Egypte

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Versleep de naam van de gebieden naar de juiste plek op de kaart
Egypte
Mesopotamië

Slide 5 - Tekstslide

Nijl Egypte
5500 v.C. landbouw ontstaan > landbouwsamenleving
De Nijl overstroomde jaarlijks.
Gunstig voor boeren.
Er bleef na de overstroming een laagje slib achter op de oevers: vruchtbare grond.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Waarom was de jaarlijkse overstroming van de Nijl gunstig voor de boeren?

Slide 9 - Open vraag

Irrigatielandbouw
Het regende bijna nooit in Egypte.
De Egyptenaren legden dijkjes, waterbekkens en kanaaltjes aan.
Via kanalen kon je akkers bevloeien die verder van de Nijl lagen.
Dijken hielpen om het water zo lang mogelijk vast te houden.
Zo hadden ze het hele jaar voldoende water.
Landbouw op deze manier noemen we irrigatielandbouw.


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Leg in je eigen woorden uit wat irrigatielandbouw is

Slide 12 - Open vraag

Gevolgen irrigatielandbouw
  1. Voedseloverschot -> niet iedereen hoefde meer boer te zijn om aan eten te komen -> ontstaan beroepen.  
  2. Ambachten: mensen maken met hun handen en gereedschap producten, steeds meer beroepen zoals timmerman, bakker, kleermaker.
  3. Ontstaan van handel: producten werden geruild tegen voedsel of andere spullen op de markt, ook buiten Egypte.
  4. Dorpen groeiden uit tot steden -> landbouwstedelijke samenleving. Boeren woonden ook in steden en bewerkten de akkers rondom de stad.

Slide 13 - Tekstslide

Gevolgen irrigatielandbouw
5. Veel uitvindingen, zoals de pottenbakkersschijf, het wiel, de ploeg en brons 

(vanaf 3000 v.C. werden stenen werktuigen vervangen door brons).





Slide 14 - Tekstslide

Leg kort uit hoe het overstromen van de Nijl er voor zorgde dat er in Egypte ambachten ontstonden.

Slide 15 - Open vraag

Welk beroep valt onder ambachten?
Kies de juiste letter
A
leraar
B
dokter
C
bakker
D
kapper

Slide 16 - Quizvraag

Een gevolg van het ontstaan van landbouw in Egypte was
A
het ontstaan van steden
B
het ontstaan van handel
C
het ontstaan van beroepen
D
alle drie de antwoorden

Slide 17 - Quizvraag

Egypte wordt een staat

Door de landbouwsamenleving moeten de mensen goed samenwerken > er komt leiding (bestuur).
Er ontstaan sociale lagen: groepen mensen die van elkaar verschillen in rijkdom, macht en aanzien.
De boeren moesten belasting betalen aan het bestuur.
Omstreeks 3000 v. Christus werd Egypte een staat.



Slide 18 - Tekstslide

Sociale lagen
1. Farao en belangrijke bestuurders
2. Goed opgeleide mensen zoals schrijvers
3. Ambachtslieden
4. Boeren
5. Slaven

Slide 19 - Tekstslide

Egypte werd een staat.
Wat is een staat ?
A
Een koninkrijk
B
Een grote groep mensen
C
Gebied met een regering
D
Een stuk land met mensen

Slide 20 - Quizvraag

Farao
De vorst van Egypte werd farao genoemd. 
Alle Egyptenaren waren nu een grote groep, een volk.
Ze waren onderdanen van de farao en moesten de regering gehoorzamen.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Aan de slag
Wat? Maak in je werkboek p3 blz. 15 vraag 5 t/m 7 
Hoe? Alleen
Hulp? Bij je buurman/buurvrouw, daarna bij je docent.
Tijd? Tot het einde van de les.
Klaar?  
-Kijk je werkboek na met de antwoorden in Magister.
- Maak op blz. 19 in je werkboek test jezelf 1.4 vraag 8


Slide 23 - Tekstslide

Plusopdracht
Wil je meer weten over Egypte? 
Dan mag je zelfstandig de extra paragrafen bestuderen en maken.
Het gaat om de  volgende paragrafen: 1.5 en 1.6.

Slide 24 - Tekstslide