K3 4.1 fictie

4.1 fictie
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

4.1 fictie

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les
Spelling

- Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
- Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Tekstslide

Doel
Aan het eind van deze paragraaf kan je:​

- Het genre en het onderwerp benoemen 
-Het denken, voelen en handelen van personages beschrijven​ 

- Bepalen in welke mate de personages en gebeurtenissen herkenbaar en realistisch zijn​

- De geschiedenis chronologisch navertellen 

Slide 3 - Tekstslide

Voorlezen
Tekst 1 'Virus'

Slide 4 - Tekstslide

Wie is de hoofdpersoon?

Slide 5 - Open vraag

Wat weet je over Hopper?

Slide 6 - Open vraag

Welke eigenschap past bij Kris?

Slide 7 - Open vraag

Wat is fictie?
A
verzonnen
B
echt

Slide 8 - Quizvraag

Is dit verhaal fictie?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Maken (zelfstandig)
4.1: 9, 10 en 11 

Slide 10 - Tekstslide