2vb H3 - 6 ww-spelling

timer
10:00
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Aan elkaar of los?

Slide 2 - Tekstslide

 H6 Spelling
Aan elkaar of los?
- Getallen met honderd en duizend:
tweehonderd, drieënveertigduizend
- Samengestelde werkwoorden:
hardlopen, lesgeven, schoonmaken
- Samengestelde bijvoeglijke naamwoorden: hooggeplaatst, veelbelovend
- Scheidbare werkwoorden: aangeschaft

Slide 3 - Tekstslide

 H6 Spelling
Aan elkaar of los
Woorden die één begrip vormen, schrijf je aan elkaar: schoudertas, verlovingsring.

- Samenstellingen van drie woorden of minder: bagagedrager, warmwatervoorziening

- Woorden die gemaakt zijn van er, hier, daar of waar plus voorzetsel: daarom, eronder

Slide 4 - Tekstslide

H6 Werkwoordspelling
PVTT of VD?

Slide 5 - Tekstslide

PVTT of VD?
  • Soms klinken de werkwoorden hetzelfde, maar schrijf je ze anders op basis van de vorm. 
  • Bepaal: pvtt of voltooid deelwoord! 
  • Pvtt = ik-vorm + -t (Hij verdient veel geld bij de supermarkt).
  • Vd= verlengingsproef van het ww voor -d of -t: verdienen -> het verdiende geld (Hij heeft veel geld verdiend bij de supermarkt). 

Slide 6 - Tekstslide

Pvtt of vd?
Hoewel het heel erg mist, landt het vliegtuig op Schiphol.
A
mist = pv landt = vd
B
mist = vd landt = pv
C
mist = pv landt = pv
D
mist = vd landt = vd

Slide 7 - Quizvraag

Is de overvaller die jou heeft ...... (beroven), ...... (veroordelen) tot een half jaar cel?

Slide 8 - Open vraag

Het is toch jammer dat die verwarring tussen een -d of een -t bij werkwoorden snel .... (gebeuren)

Slide 9 - Open vraag

Aan de slag

Slide 10 - Tekstslide