Category Managment les 1 Inkoopmanagement en Onderhandelen

Category Managment les 1 Inkoopmanagement en Onderhandelen
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Category Managment les 1 Inkoopmanagement en Onderhandelen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wat is inkoop?
A
Ervoor zorgen dat de juiste leveringen en/of diensten van de juiste kwaliteit op de juiste tijd en plaats in de juiste hoeveelheden en tegen de juiste prijs beschikbaar zijn voor de organisatie
B
Leveren van goederen of diensten tegen betaling
C
Een gebeurtenis die een negatief effect kan hebben op het bedrijf
D
Boodschappen

Slide 7 - Quizvraag

Wat zijn de fasen van het inkoopproces in de juiste volgorde:
A
specificeren; selecteren; contracteren; bestellen; bewaken
B
selecteren; specificeren; contracteren; bestellen; bewaken
C
bestellen; bewaken; selecteren; contracteren; specificeren
D
bewaken; selecteren; contracteren; bestellen; specificeren

Slide 8 - Quizvraag

Met welke afdelingen binnen het bedrijf houdt de inkoopafdeling contact tijdens het inkoopproces?
A
Administratie
B
Magazijn
C
Marketing afdeling
D
A, B en C

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide


Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Woordweb

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Wat is het doel bij onderhandelen?
A
beter uitkomen dan de tegenpartij
B
altijd winnen
C
met de tegenpartij in overeenstemming komen
D
het onderste uit de kan halen

Slide 31 - Quizvraag

Wat is onderhandelen?
A
er proberen samen uit te komen.
B
LSD luisteren, samenvatten en doorvragen
C
misverstand
D
taal met handen voor doven

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide