ELE basis sommetjes
1 / 15
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
We hebben een weerstand
van 10 Ohm. Spanning is 24V.
Welke stroom loopt er door de kabel?
van 10 Ohm. Spanning is 24V.
Welke stroom loopt er door de kabel?
Slide 2 - Open vraag
2 weerstanden in serie.
R1 = 6 Ω en R2 = 8Ω. De stroom is 4A
Wat is de spanning?
R1 = 6 Ω en R2 = 8Ω. De stroom is 4A
Wat is de spanning?
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Video
Waar of niet waar ?
De elektronen stroom loopt van plus naar min!
De elektronen stroom loopt van plus naar min!
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Door een dunne draad loop een elektrische stroom van 2A. De spanning is 50V. Bereken de weerstand van de dunne draad.
Slide 6 - Open vraag
Twee weerstanden zijn in serie aangesloten op een spanningsbron van 15 V. De ampèremeter geeft dan een aanwijzing van 1,5 A.
Over weerstand R1 wordt een spanning van 6 V afgelezen.
Bereken de weerstandwaarden van R1 en R2.
Over weerstand R1 wordt een spanning van 6 V afgelezen.
Bereken de weerstandwaarden van R1 en R2.
Slide 7 - Open vraag
10 MΩ = hoeveel ? Ω
Slide 8 - Open vraag
1mA = .... A ?
Slide 9 - Open vraag
10KΩ = .... Ω
Slide 10 - Open vraag
Bereken de Rv
Slide 11 - Open vraag
Bereken de I totaal
Slide 12 - Open vraag
RV = 20 Ω
Bereken weerstand R2
Bereken weerstand R2
Slide 13 - Open vraag
Een LED lampje van 5V - 50mA moet worden aangesloten op een netspanning van 12V.
Bereken de weerstand van de voorschakelweerstand hiervoor nodig.
Bereken de weerstand van de voorschakelweerstand hiervoor nodig.
Slide 14 - Open vraag
Volgende les?
