Oefenen §3.3

Rekenregels
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Rekenregels

Slide 1 - Tekstslide

Rekenregels

Slide 2 - Tekstslide

Serie

Slide 3 - Tekstslide

Parallel

Slide 4 - Tekstslide

Bereken de stroomsterktes in de figuur.
Bereken de stroomsterkte in de figuur.

Bereken wat de voltmeter aangeeft.
Rtotaal = R1 + R2 + R3
Rtotaal  = 10 + 20 + 30 = 60 Ω,

Ibron = Ubron  / Rtotaal  
Ibron= 12 / 60 = 0,20 A.
Om de spanning over weerstand R1 te berekenen wordt ook hier de wet van Ohm toegepast: 
U1 = Ibron ⋅ R1 
U1= 0,20 × 10 = 2,0 V.

Slide 5 - Tekstslide

Opgave 1
In de figuur hiernaast zijn alle lampjes hetzelfde. 
De batterij levert 6,0 V en door lampje A loopt een stroom van 1,3 A.

  1. Leg uit welke spanning over lampje A staat.
  2. Bereken de weerstand van lampje A.
  3. Welke stroomsterkte gaat er door de bron?
Opgave 1
tip1
Gaat het om een serie- of een parallelschakeling?
Welke regels gelden dan voor spanning?
Tip
tip2
Welke gegevens heb je?  (U, I)
Wat wordt gevraagd? (R)
Welke formule kun je dus gebruiken?

Tip
tip3
Het gaat om 3 gelijke lampjes. (3x dezelfde stroom)
Welke rekenregel mag je gebruiken voor Itot bij een parallelschakeling?
Tip

Slide 6 - Tekstslide

Opgave 1
Carl bepaalt de geleidbaarheid van een draad door bij verschillende spanningen over die draad de stroomsterkte te meten. Hij tekent op grond van zijn metingen de grafiek uit de figuur in de bron.

Bepaal de geleidbaarheid van de draad.
Opgave 2

tip1
Welke formule is er voor geleidbaarheid?
Lees de benodigde gegevens af uit de grafiek.
 
Tip

Slide 7 - Tekstslide

Opgave 1
Matthijs is druk met de schakeling hiernaast. Hij meet de stroomsterkte door de kring, en de spanning over weerstand 2.

  1. Bereken de stroomsterkte door de kring
  2. Bereken de spanning die hij afleest over R2
Opgave 3

tip1
Bereken eerst de totale weerstand in de serieschakeling.

Bereken daarna de totale stroomsterkte door de kring met Utot en Rtot
Tip
tip2
De stroomsterkte is door de hele serieschakeling hetzelfde.
Itot = I
Met I2 en R2 kun je U2 uitrekenen 
Tip

Slide 8 - Tekstslide

Opgave 1
Heleen meet de stroomsterkte op 3 punten. 
Bereken (!) de volgende stroomsterktes:
  1. Stroom door weerstand 1
  2. Stroom door weerstand 2
  3. Stroom door de spanningsbron.
Opgave 4

Slide 9 - Tekstslide

Opgave 1
Annika wil een apparaat (20 Ω) beschermen door er een weerstand (Rv) voor te schakelen. Zie afbeelding.

Hoe groot is die weerstand Rv?
Opgave 5

Slide 10 - Tekstslide

Opgave 6
Twee weerstanden zijn parallel aangesloten op een spanningsbron. De hoofdstroom in 0,25 mA.
Weerstand R1 heeft een waarde van 0,24 MΩ en de spanning over R1 is 12 V. 

a) Bereken I1 en I2
b) Bereken R2
c) Hoe groot is de totale weerstand in de schakeling?

Slide 11 - Tekstslide

Opgave 7
De snelheid van de motor van een afzuigkap kan veranderd worden door
in serie met de motor een weerstand te schakelen. De motor heeft een weerstand van 2 k Ω en
is aangesloten op het lichtnet (230V) 

a) Draait de motor op volle toeren mét of zonder de weerstand ingeschakeld?
b) Hoe groot is de stroomsterkte door de motor als deze zonder weerstand
is aangesloten op het lichtnet?
c) Hoe groot moet de voorschakelweerstand zijn om de spanning
over de motor op 100 V te krijgen?

Met behulp van een schakelaar kun je de weerstand aan of uitzetten.
d) Teken het schema.

Slide 12 - Tekstslide