KA29: Uitbouw Europese overheersing

Wat is handelskapitalisme?
A
Een vorm van communisme
B
Een systeem van staatsgeleide economie
C
Een systeem zonder handel
D
Een economisch systeem met winstgerichtheid
1 / 25
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat is handelskapitalisme?
A
Een vorm van communisme
B
Een systeem van staatsgeleide economie
C
Een systeem zonder handel
D
Een economisch systeem met winstgerichtheid

Slide 1 - Quizvraag

Welk gebied was de belangrijkste plantagekolonie?
A
St. Maarten
B
Aruba
C
Suriname
D
Bonaire

Slide 2 - Quizvraag

Welke organisatie was betrokken bij de slavenhandel?
A
De Koninklijke Marine
B
De Handelsvereniging
C
De Verenigde Oost-Indische Compagnie
D
De West-Indische Compagnie

Slide 3 - Quizvraag

We gaan het vandaag over 'slavernij' hebben. Probeer te bedenken wanneer de periode van slavernij is begonnen.

Slide 4 - Open vraag

KA29: Uitbouw Europese overheersing


Europese mogendheden breiden hun macht over de wereld uit. Ze stichten plantage koloniën in Amerika en halen uit Afrika slaven om deze te verbouwen. Onder invloed van de Verlichting komt er steeds meer weerstand. 

Slide 5 - Tekstslide

Waarom is de 'Europese overheersing' en het slavernijverleden nog steeds relevant voor de wereld van vandaag?

Slide 6 - Open vraag

Leerdoelen KA29
T7-18: Je kent de betekenis van het begrip ‘plantagekolonie’.
T7-19: Je kunt uitleggen wat het verband is tussen de opkomst van plantagekoloniën in West-Indië en de toenemende trans-Atlantische slavenhandel.
T7-20: Je kunt beschrijven hoe in Suriname een complexe samenleving ontstond met diverse bevolkingsgroepen, plichten en rechten.
T7-21: Je kent de betekenis van het begrip ‘abolitionisme’.
T7-22: Je kunt uitleggen welke veranderingen in de Europese samenleving de opkomst van het abolitionisme veroorzaakten.

Slide 7 - Tekstslide

Terminologie
  • Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.
LD: T7-18, T7-21

Slide 8 - Tekstslide

Terminologie
  • Plantage kolonie: overzees gebiedsdeel waarin voornamelijk producten voor export worden verbouwd (door slaven)
  • Abolitionisme: Beweging die zich inzet voor de afschaffing van de slavernij / slavenhandel
LD: T7-18, T7-21

Slide 9 - Tekstslide

Opkomst plantages
  • Portugal en Spanje veroveren delen Amerika, Engeland wil als opkomende macht meedoen
  • Klimaat geschikt(er) voor productie op plantages, zoals katoen, suiker, tabak, etc.
  • Indianen 'niet geschikt' voor werk op plantage, tekort aan arbeidskrachten
LD: T7-19

Slide 10 - Tekstslide

Trans-atlantische handel
  • Luxegoederen en wapens werden verhandeld in Afrika voor slaven
  • Slaven werden in Amerika verhandeld voor plantage producten
  • De plantage producten werden verkocht in Europa

LD: T7-19

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Suriname
  • Plantagekolonie Suriname verovert op Engelsen
  • Grond in handen van aantal kolonisten die plantages beginnen
  • Beschermd door soldaten van de Republiek
  • Slaven 'gebrandmerkt' om ontsnappen te voorkomen

LD: T7-20

Slide 14 - Tekstslide

Diverse samenleving
  • Complexe samenleving met kolonisten, slaven en vrije zwarten
  • Bestond in alle lagen van de samenleving; vrije zwarten kochten ook slaven
  • Gevluchte slaven: Marrons
  • Vluchten naar jungle
LD: T7-20

Slide 15 - Tekstslide

Abolitionisme
  • Verlichte ideeën over vrijheid en gelijkheid in tegenspraak met het idee van slavernij
  • To abolish = afschaffen
  • Christelijk motief: naastenliefde, respect voor leven, verspreiding christendom
LD: T7-22

Slide 16 - Tekstslide

Afschaffing
  • Engeland: afschaffing slavenhandel begin 19e eeuw
  • Nog geen afschaffing slavernij; afhankelijkheid te groot!
  • Afschaffing slavernij in 1833, in Nederland pas 30 jaar later!
  • 'Compensatie' vanuit overheden
LD: T7-22

Slide 17 - Tekstslide

Leg uit wat de opkomst van het handelskapitalisme te maken heeft met het ontstaan van plantage koloniën.

Slide 18 - Open vraag

Bedenk een reden waarom de Europeanen slaven verscheepten naar Amerika voor plantages en niet ervoor kozen plantages in Afrika op te zetten.

Slide 19 - Open vraag

Moeten we slavenhandelaren uit de 17e en 18e eeuw veroordelen als misdadigers? Waarom wel/niet?

Slide 20 - Open vraag

Vind je het terecht dat Nederland haar excuses heeft aangeboden voor het slavernijverleden?

Slide 21 - Open vraag

Leg uit welke invloed de Verlichting heeft gehad op de afschaffing van de slavernij.

Slide 22 - Open vraag

Welke producten werden verscheept naar Afrika?
A
Wapens
B
Tabak
C
Koffie
D
Suiker

Slide 23 - Quizvraag

Waarom werden slaven uit Afrika gehaald?
A
Afrikanen waren betere boeren
B
Ze spraken dezelfde taal als Europeanen
C
Afrikaanse mensen waren beter bestand tegen ziekten
D
Ze waren makkelijker te vinden

Slide 24 - Quizvraag

Wat motiveerde veel abolitionisten?
A
Wetenschappelijke vooruitgang
B
Politieke macht
C
Culturele superioriteit
D
Liefde en medemenselijkheid

Slide 25 - Quizvraag