2.2 De groei en opbouw van steden t/h

2.2 De groei en opbouw van steden
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2.2 De groei en opbouw van steden

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

1. Je weet wat het verschil is in groei van steden in rijke en arme landen.
2. Je begrijpt wat de oorzaak is van het verschil in inrichting van steden in rijke en arme landen.
3. Je kunt de plattegrond van een stad in een rijk en in een arm land tekenen.

Planning

1. filmpje
2. herhaling 2.1
3. uitleg 2.2
4. opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Urbanisatie

= De groei van steden door de trek naar de stad en bevolkingsgroei.




Urbanisatie is verschillend in rijke en in arme landen!

Slide 4 - Tekstslide

Steden in rijke landen
- In rijke landen groeiden steden vanaf industriële revolutie (1750-1900).

- Rond het centrum kwamen fabrieken en woningen voor arbeiders.

Slide 5 - Tekstslide

Steden in rijke landen
- Vanaf 1960 nam welvaart toe.

- Suburbanisatie: trek van mensen uit de stad naar plaatsen rondom de stad.

- Centrum werd zakencentrum = Central Business District (CBD)
Suburbs
= tot woonstad uitgegroeide plaats rond de grote stad met laagbouw.

Slide 6 - Tekstslide

Steden in Europa

Wij hebben nog een historisch centrum 


Havo: Oude stadsdelen worden opgeknapt = gentrificatie 
= het proces waarbij een vervallen wijk dicht bij het centrum wordt opgeknapt en een woonwijk wordt voor hogere inkomens. Ook het voorzieningenniveau in de wijk stijgt.

Slide 7 - Tekstslide

Europese steden
Historisch centrum, oude gebouwen.

Kronkelig stratenpatroon en minder brede wegen. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Steden in arme landen
- In arme landen groeiden steden pas vanaf 1960: Door armoede op platteland zoeken mensen werk in de stad.
- Langs de randen van de stad bouwen deze mensen krottenwijken

- In centrum CBD met kantoren.

= met huizen van slechte bouwmaterialen, zonder waterleiding, riolering of elektriciteit. Je vindt ze op gevaarlijke plekken zoals langs een spoorlijn, op een steile helling of bij een vuilstortplaats

Slide 11 - Tekstslide

Steden in arme landen 
Krottenwijken:
  1. Slechte bouwmaterialen
  2. Geen riolering, waterleiding of elektriciteit
  3. Op gevaarlijke plekken

Maar op den duur verbetert het!
Hoe?
Op den duur worden de krottenwijken opgenomen in de stad, verbeteren bewoners hun huizen en zorgt de overheid voor basisvoorzieningen, zoals water en elektriciteit.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Nieuwe krottenwijk
Oude krottenwijk 

Slide 15 - Tekstslide

Van krottenwijk naar volksbuurt

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

1
Volksbuurt
4
Volksbuurt
2
Krottenwijk
3
Krottenwijk
Volksbuurt of Krottenwijk?

Slide 18 - Tekstslide

Stadsplanning
Rijke landen:
  • Denken na over inrichting, er wordt een plan gemaakt en men houdt zich aan de regels
  • Geld voor infrastructuur 
  • Goede riolering en leidingen

Arme landen
  • Weinig geld voor stadsplanning
  • Groei gaat zo snel dat stadsplanning niet lukt
= Alle voorzieningen waardoor een stad goed kan werken, zoals straten, leidingen en riolering.

Slide 19 - Tekstslide

Bonus: Waar moet je dan rekening mee houden?
Onderdelen van stadsplanning
(voldoende zoet) water
variatie aan inwoners
werkgelegenheid
efficiënte infrastructuur
voldoende voorzieningen
wetgeving
Zowel inwoners als bedrijven moeten toegang hebben tot voldoende, schoon drinkwater.
Verschillende typen inwoners hebben andere wensen van bijv. huizenprijzen, ruimte, groen en voorzieningen.
Voor alle stedelijke migranten moet er passend werk zijn (formele in informele sector). 
De wegen (water/weg/lucht) moeten afgestemd zijn op de vraag aan verplaatsingen om files te voorkomen.
Er moet ruimte zijn voor een vuilnisbelt, parken, ziekenhuizen, scholen, cultuur en sport. 
Wetten om inwoners of de natuur te beschermen moet je handhaven. 

Slide 20 - Tekstslide

Afsluiting
Maar van paragraaf 2.2 de opdrachten:

Slide 21 - Tekstslide

Afsluiting
1. Je weet wat het verschil is in groei van steden in rijke en arme landen.
2. Je begrijpt wat de oorzaak is van het verschil in inrichting van steden in rijke en arme landen.
3. Je kunt de plattegrond van een stad in een rijk en in een arm land tekenen.

Slide 22 - Tekstslide

Stad in een arm land
Stad in een rijk land

Slide 23 - Sleepvraag

Vanaf welke periode groeiden steden in rijke landen?
A
Prehistorie
B
Industriële revolutie
C
Middeleeuwen
D
Moderne tijd

Slide 24 - Quizvraag

Waarom gingen steden in rijke landen tijdens de industriële revolutie groeien?
A
Steden waren heel mooi vroeger
B
Er waren fabrieksarbeiders nodig
C
In de steden was het leuker (bioscoop enzo)
D
Bevolking had daar zin in

Slide 25 - Quizvraag

In welke wijken van steden in rijke landen wonen de mensen met de hoogste inkomen?
A
Oude woonwijken
B
Nieuwe woonwijken
C
Suburbs

Slide 26 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde van onderstaande zinnen?
1. Veel gezinnen kochten een huis buiten de stad
2. Steden in rijke landen waren gegroeid tijdens de industriële revolutie
3. De welvaart neemt toe
4. Rond het historisch stadscentrum werden woningen en fabrieken gebouwd.
5. Dorpen groeien uit tot woonsteden (suburbs)
A
4-2-3-5-1
B
2-4-3-5-1
C
2-4-3-1-5
D
2-5-3-1-4

Slide 27 - Quizvraag

Steden in rijke landen
Steden in arme landen
Urbanisatie kwam pas laat op gang
Urbanisatie vanaf de industriële revolutie
Hebben suburbs
Weinig stadsplanning
Krottenwijken

Slide 28 - Sleepvraag

In deze steden hebben veel mensen een eigen verzonnen, niet-officieel baantje
A
steden in arme landen
B
steden in rijke landen

Slide 29 - Quizvraag