Zakelijk e-mail schrijven

Welkom bij Nederlands
Deze les gaat over een zakelijke e-mail schrijven
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1-3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands
Deze les gaat over een zakelijke e-mail schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk je aan bij een zakelijke e-mail?

Slide 2 - Woordweb

Wat is het verschil tussen een brief én een e-mail?

Slide 3 - Woordweb

Wat is het verschil tussen een zakelijke brief en een zakelijke e-mail?

Slide 4 - Tekstslide

Wat zet je in de eerste alinea van een
zakelijke e-mail?

Slide 5 - Open vraag

Verschil met zakelijke e-mail
Verschil met zakelijke e-mail
Indeling is precies hetzelfde
Zakelijke e-mail versus zakelijke brief

Slide 6 - Tekstslide

Een zakelijke e-mail bestaat uit:

  • onderwerp
  • aanhef
  • inleiding
  • kern
  • slot
  • afsluiting



Slide 7 - Tekstslide

In de inleiding
  • vertel waarom je de e-mail schrijft (de aanleiding)
  • vertel je wie je bent als dat nodig is.

Bijvoorbeeld:
Deze e-mail stuur ik u omdat ik een klacht heb over een artikel dat ik vorige week bij u heb gekocht.

Slide 8 - Tekstslide

Wat komt er dan in het middenstuk (de kern)?

Slide 9 - Open vraag

In het middenstuk
  • geef je de informatie die de ontvanger moet weten of je stelt vragen. 

Bijvoorbeeld:
- Het broodrooster heeft de afgelopen weken goed gewerkt........
- Maar doet nu helemaal niets meer.

Slide 10 - Tekstslide

In het slot
  • spreek je een wens of verwachting uit
  • of vertel je waar de lezer meer informatie kan krijgen.

Bijvoorbeeld:
Ik hoop dat u naar een oplossing wilt kijken. Ik hoop snel iets van u te horen.

Slide 11 - Tekstslide

En dan... wat komt er dan?

Slide 12 - Open vraag

Slotgroet
Met vriendelijke groet,

Pietje Puk
-----------------------------------------------------------------------
Met vriendelijke groeten,

Pietje Puk

Slide 13 - Tekstslide

Een zakelijke e-mail is
A
formeel
B
informeel

Slide 14 - Quizvraag

Hoe begin je een zakelijke e-mail?
A
Geachte heer/ mevrouw,
B
Geachte Heer, Mevrouw,
C
Beste heer, mevrouw,
D
Beste Heer, Mevrouw,

Slide 15 - Quizvraag

Wat hoort NIET in een zakelijke e-mail?
A
Onderwerp
B
Titel
C
Afsluiting
D
Slotzin

Slide 16 - Quizvraag

Wat klopt NIET
A
In de inleiding stel je jezelf voor
B
In met middenstuk (de kern) werk je jouw klacht uit
C
In de inleiding zet je de gevolgen van jouw klacht
D
In het slot leg je uit wat jouw verwachting is

Slide 17 - Quizvraag

Tot slot...
  • Lees je tekst altijd nog even na voordat je deze verstuurt.
  • Check of je geen fouten hebt gemaakt in het e-mailadres.
  • Wees altijd beleefd en respectvol in je communicatie.
  • Houd je tekst kort en bondig.

Slide 18 - Tekstslide

De opdracht

Je hebt een nieuwe telefoon op internet besteld. Bij het openen van de verpakking zie je dat er een klein krasje op het scherm zit. Je baalt en je besluit een mailtje te sturen naar de klantenservice van Coolblue.
De opdracht: 
  1. Bedenk wat je in je e-mail wilt schrijven.
    • Waarom schrijf je de e-mail? 
    • Wat moet de ontvanger allemaal weten? 
    • Wat hoop je?
2. Wat ga je in welk deel schrijven? Maak gebruik van signaalwoorden!
3. Open Word en schrijf een e-mail naar klantenservice@coolblue.nl. Lever je opdracht in in Teams



Slide 19 - Tekstslide

Maken opdracht in Teams
Schrijf een boze e-mail aan de hoofdpersoon van het boek dat je aan het lezen bent.

  • Zorg ervoor dat indeling van je e-mail correct is 
  • Verzin de e-mailadressen zelf
  • Gebruik minimaal 150 woorden.
  • Lever je opdracht in in Teams

Slide 20 - Tekstslide