In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
KLEUR
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Wat gaan we doen?
In deze lesson up is er uitleg over de volgende onderdelen:
De kleurencirkel van Itten
Verschillende kleurcontrasten en de effecten daarvan
Pointillisme
Een uitleg filmpje over kleur en kleurcontrast
Een korte quiz om te zien of je het gesnapt hebt
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Kleur
In het filmpje komen verschillende dingen aan bod.
Allereerst geeft ze aan dat kleuren dus betekeniskunnen hebben, zaken kunnen verduidelijken.
Ze kunnen ook de kijkrichting bepalen. Daarmee geef je aan waar jij de nadruk op wilt leggen in een kunstwerk.
Slide 5 - Tekstslide
Door de kleur van de bomen, knalgeel, springen deze uit de foto. Zo kun je dus nadruk geven aan een onderdeel.
Slide 6 - Tekstslide
Oké, de kleurencirkel dus...
Deze zien jullie al sinds de eerste, we verwachten van jullie dat je weet welke kleur waar staat en hoe je die kleur kunt krijgen/maken.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
verzadigd en onverzadigd
Er zijn verzadigde en onverzadigde kleuren.
Je spreekt over verzadigde kleuren wanneer het gaat over kleuren waar géén zwart, wit of grijs aan is toegevoegd. Dit zijn de meest zuivere kleuren. Primaire kleuren zijn verzadigd.
Aan onverzadigde kleuren is wel zwart, wit of grijs toegevoegd.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
verzadigd en onverzadigd
Met verzadigde en onverzadigde kleuren kun je diepte creëren.
Door verzadigde kleuren vooraan te zetten en onverzadigde kleuren erachter geef je diepte aan je werk.
Dit noem je het atmosferisch perspectief.
Slide 11 - Tekstslide
Kleurcontrasten
Ten slotte behandelde ze de contrasten.
Kleuren kunnen elkaar dus versterken of aanvullen. Die combinaties van kleuren noem je een kleurcontrast. In het vorige filmpje kreeg je hier uitleg over.
Ze behandelde het Warm-koudcontrast, Licht-donker contrast, Complementair contrast en Kleur-tegen-kleur contrast.
Daar horen nog 2 contrasten bij....
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Wat doen al die kleuren met je?
Kleuren hebben effect op mensen. Ruimtes in een ziekenhuis worden vaak groen gemaakt omdat groen rustgevend werkt. Van rood krijg je energie en roze is een "lieve" kleur.
Bij het kiezen van de kleuren voor een kunstwerk kun je hier gebruik van maken, maar je kunt er ook juist tegenin gaan en juist voor een vervreemdend effect kiezen, bijvoorbeeld de lucht niet blauw, maar rood maken.
Slide 15 - Tekstslide
Doordat de haren van alle figuren oranje zijn, en de ogen en lippen ook, krijgen de gezichten een andere uitstraling dan wanneer de kunstenaar zou kiezen voor realistische kleuren
Slide 16 - Tekstslide
Hier heeft de kunstenaar gekozen voor een grauwe kamer met felgroene katten er in. De mensen hebben wel een realistische kleur. Hierdoor ontstaat er een heel vreemd effect.
Slide 17 - Tekstslide
Pointillisme
Nu kun je je kleuren mengen op een palet, de pointillisten deden het anders.
Door kleuren in stipjes of streepjes naast elkaar te zetten, mengen de kleuren optisch
Slide 18 - Tekstslide
Van veraf lijken het gemengde kleuren
...maar dichterbij zie je alle kleuren afzonderlijk in puntjes op het doek
Slide 19 - Tekstslide
Is het wel duidelijk?
Dat gaan we eens even bekijken...
Slide 20 - Tekstslide
Welk kleurcontrast zie je hier?
A
Complementair contrast
B
Licht donker contrast
C
Warm koud contrast
D
Kwaliteitscontrast
Slide 21 - Quizvraag
Warm Koud
Je ziet dat er rode en roze kleuren wordn gebruikt (warm) naast blauwe en licht blauwe kleuren (koud)
Complementair had gekund, als je in de warme kleur oranje ziet... (blauw-oranje)
Slide 22 - Tekstslide
Welk kleurcontrast zie je hier?
A
Kwaliteitscontrast
B
Kwantiteitscontrast
C
Complementair contrast
D
Licht donker contrast
Slide 23 - Quizvraag
Complementair
Rood en groen staan tegenover elkaar in de kleurencirkel, dus een complementair contrast
Slide 24 - Tekstslide
Welk kleurcontrast zie je hier?
A
Kleur-tegen-kleur contrast
B
Complementair contrast
C
Kwaliteitscontrast
D
Kwantiteitscontrast
Slide 25 - Quizvraag
Kwaliteitscontrast
Je ziet alleen maar allemaal verschillende tinten blauw, meer of minder verzadigd, dus een kwaliteitscontrast
Slide 26 - Tekstslide
Welk kleurcontrast zie je hier?
A
Complementair contrast
B
Kwantiteitscontrast
C
Warm koud contrast
D
Licht donker contrast
Slide 27 - Quizvraag
Licht Donker
Je ziet een groot contrast tussen lichte en donkere kleuren.
Dit noem je ook wel
CLAIR OBSCURE
Slide 28 - Tekstslide
Welk kleurcontrast zie je hier?
A
Kwantiteitscontrast
B
Licht donker contrast
C
Complementair contrast
D
Kleur-tegen-kleur contrast
Slide 29 - Quizvraag
kleur tegen kleur
Er is gebruik gemaakt van zuivere, in dit geval primaire, kleuren, dus een kleur tegen kleur contrast
Slide 30 - Tekstslide
Welk kleurcontrast zie je hier?
A
Kwaliteitscontrast
B
Kwantiteitscontrast
C
Licht donkercontrast
D
Warm koud contrast
Slide 31 - Quizvraag
Kwantiteitscontrast
Het grootste deel van de afbeelding is groen gekleurd, slechts een heel klein gedeelte heeft een andere kleur, rood, dus een kwantiteitscontrast
Slide 32 - Tekstslide
Let's check!
Slide 33 - Tekstslide
timer
0:45
noem zoveel mogelijk kleurcontrasten
Slide 34 - Woordweb
Je gebruikt paars en geel in een schilderij. Hoe heet dit contrast
Slide 35 - Open vraag
Op de achtergrond zie je ... kleuren
A
Verzadigde
B
Onverzadigde
Slide 36 - Quizvraag
Wat is een andere benaming voor het licht donker contrast?
Slide 37 - Open vraag
Waarom legt de slager een groen papiertje onder een rood stukje vlees
Slide 38 - Open vraag
Welk kleurcontrast gebruikt Franz Marc hier
Slide 39 - Open vraag
Welke 4 dingen kun je allemaal bereiken door kleurgebruik
Slide 40 - Open vraag
Hoe noem je het optisch mengen van kleur op het doek
Slide 41 - Open vraag
En ook deze uitleg zit er op, hopelijk snappen jullie het kleurgebruik nu ietsje beter...
En nu terug naar de PPT voor de verdere uitleg en de opdrachten