4 H/V Diffusie en osmose

Welkom
Telefoon in tas of jas
Tas van tafel
Pen, potlood & notitieschrift pakken

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Telefoon in tas of jas
Tas van tafel
Pen, potlood & notitieschrift pakken

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling. Welke drie stoffen hebben we nodig om een DNA nucleotide te maken?

Slide 2 - Open vraag

Herhaling. Welke drie stoffen hebben we nodig om een DNA nucleotide te maken?
Fosfaat, Desoxyribose (suiker) en Stikstofbase (A, T, C, G)

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling. Matthijs heeft een stukje DNA met de coderende streng van acgcgttacaaa. Hoe ziet de bijbehorende (matrijs)streng er uit?

Slide 4 - Open vraag

Herhaling. Matthijs heeft een stukje DNA met de coderende streng van acgcgttacaaa. Hoe ziet de bijbehorende (matrijs)streng er uit?
tgcgcaatgttt

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
Wat is diffusie en osmose? 

Wat is het verschil tussen actief en passief transport?

Waarom hebben dierlijke cellen geen turgor en plantaardige cellen wel?


Slide 6 - Tekstslide

Deze les zal over transport in en uit de cel gaan. Welk celorganel speelt hierin een centrale rol?

Slide 7 - Open vraag

Deze les zal over transport in en uit de cel gaan. Welk celorganel speelt hierin een centrale rol?
Celmembraan

Slide 8 - Tekstslide

Even herhalen

Slide 9 - Tekstslide

Het Celmembraan - Fosfolipiden
  • Semi-permeabel / selectief permeabel (laat niet alle stoffen door)

  • Hydrofiel - mixt met water / Polair
  • Hydrofoob - kan niet met water / vetoplosbaar

  • Ionen (atomen met een + of - lading)

Slide 10 - Tekstslide

Diffusie
  • Natuurkundig verschijnsel
  • Deeltjes (moleculen) bewegen 
  • Deeltjes bewegen net zolang totdat ze gelijkmatig verdeeld zijn over de ruimte = dynamisch evenwicht
  • Van een hoge concentratie naar een lage concentratie

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Bij diffusie gaan deeltjes van een lage concentratie naar een hoge concentratie
A
Waar
B
Niet waar
C
Soms wel, soms niet

Slide 13 - Quizvraag

Bij diffusie gaan deeltjes van een lage concentratie naar een hoge concentratie
Antwoord B: niet waar

Slide 14 - Tekstslide

Diffusie is passief. Kortom, het kost ons lichaam geen energie
A
Waar
B
Niet waar
C
Soms wel, soms niet

Slide 15 - Quizvraag

Diffusie is passief. Kortom, het kost ons lichaam geen energie
Antwoord A: waar

Slide 16 - Tekstslide

Diffusie. Hoe komt het dat als iemand deodorant gebruikt in de klas, je dit ook redelijk snel ruikt maar na een minuut niet meer? 

Slide 17 - Tekstslide

Osmose

  • De diffusie van water door een semi-permeabel membraan van een plaats met een lage osmotische waarde naar een plek met een hoge osmotische waarde
  • concentratie opgeloste deeltjes het hoogst is, heeft de hoogste osmotische waarde. 

Slide 18 - Tekstslide

Lagere osmostische waarde =


Hogere osmostische waarde =

Dezelfde osmostische waarde =
isotoon

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Samengevat:

Slide 21 - Tekstslide

Actief transport
  • Kost de cel energie (ATP)
  • Meestal transport van een lage concentratie opgeloste stof naar een hoge concentratie opgeloste stof
  • Bij grotere moleculen 
  • Speciale eiwitten in celmembraan die stoffen 'vastpakken' en aan de andere kant 'loslaten'

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

Door welk celorganel wordt ATP voor actief transport geleverd?

Slide 25 - Open vraag

Door welk celorganel wordt ATP voor actief transport geleverd?
Het mitochondrium

Slide 26 - Tekstslide

In het cytoplasma van een zenuwcel is de K+ concentratie veel hoger dan buiten de cel. Welk transportproces maakt dit mogelijk?
A
diffusie
B
actief transport
C
passief transport
D
osmose

Slide 27 - Quizvraag

In het cytoplasma van een zenuwcel is de K+ concentratie veel hoger dan buiten de cel. Welk transportproces maakt dit mogelijk?
Antwoord B: actief transport

Slide 28 - Tekstslide


Hiernaast staat een celmembraan
schematisch getekend.
Door welk onderdeel passeren
vetmoleculen het celmembraan?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 29 - Quizvraag

Hiernaast staat een celmembraan
schematisch getekend.
Door welk onderdeel passeren
vetmoleculen het celmembraan?

Slide 30 - Tekstslide

Aan het werk
Open 10vbiologie en lees van 2.4 Opname en afgifte stoffen (VWO) of 1.6 (HAVO). 

Opdrachten: zie Planner op itsLearning

Slide 31 - Tekstslide