3H - woordenschat H1

De Quiz
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

De Quiz

Slide 1 - Tekstslide

sceptisch
A
kritisch twijfelend
B
volk
C
van alle kanten beperken
D
bezorgen

Slide 2 - Quizvraag

populatie
A
toekomstig
B
volk
C
zich inspannen voor
D
bezorgen

Slide 3 - Quizvraag

omgrenzen
A
toekomstig
B
van alle kanten beperken
C
zich inspannen voor
D
bezorgen

Slide 4 - Quizvraag

ondergrens
A
bemande grensovergang
B
douanebeambte
C
assistent van de scheidsrechter
D
minimum

Slide 5 - Quizvraag

voorzieningen
A
toekomstig
B
van alle kanten beperken
C
zich inspannen voor
D
middelen

Slide 6 - Quizvraag

riskant
A
laten steunen
B
nuttig
C
onveilig
D
bezorgen

Slide 7 - Quizvraag

grensrechter
A
bemande grensovergang
B
douanebeambte
C
assistent van de scheidsrechter
D
minimum

Slide 8 - Quizvraag

effectief
A
laten steunen
B
nuttig
C
onveilig
D
bezorgen

Slide 9 - Quizvraag

blokkades
A
overtocht
B
nuttig
C
vaak
D
hindernissen

Slide 10 - Quizvraag

grenspost
A
bemande grensovergang
B
douanebeambte
C
assistent van de scheidsrechter
D
minimum

Slide 11 - Quizvraag

beoogde
A
deskundige
B
douanebeambte
C
assistent van de scheidsrechter
D
bedoelde

Slide 12 - Quizvraag

expert
A
deskundige
B
douanebeambte
C
assistent van de scheidsrechter
D
bedoelde

Slide 13 - Quizvraag

misbruik
A
toekomstig
B
afgetast
C
verkeerd gebruik
D
bedoelde

Slide 14 - Quizvraag

zijn grenzen verleggen
A
nieuwe normen stellen
B
ruime vooruitzichten
C
ervaring opdoen in het buitenland
D
iets tussen acceptabel en niet-acceptabel

Slide 15 - Quizvraag

over de grens kijken
A
nieuwe normen stellen
B
ruime vooruitzichten
C
ervaring opdoen in het buitenland
D
iets tussen acceptabel en niet-acceptabel

Slide 16 - Quizvraag

‘Het enige wat hem interesseert is geld, geld en nog eens geld!’, zei de actrice over de producent van haar nieuwe film.
A
climax
B
drieslag
C
herhaling
D
opsomming

Slide 17 - Quizvraag

Eerst was hij Nederlands kampioen, daarna Europees en vervolgens won hij ook nog goud op de Olympische Spelen.
A
climax
B
drieslag
C
herhaling
D
opsomming

Slide 18 - Quizvraag

De slogan van Madurodam luidde ooit: ‘Beleef waarin een klein land groot is’.
A
climax
B
drieslag
C
tegenstelling
D
omgekeerde climax

Slide 19 - Quizvraag

De slogan van Madurodam luidde ooit: ‘Beleef waarin een klein land groot is’.
A
climax
B
drieslag
C
tegenstelling
D
omgekeerde climax

Slide 20 - Quizvraag

Bennie werd zo rood als een biet toen hij de beurt kreeg.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 21 - Quizvraag

Mijn oude fiets smeekt om een grondige opknapbeurt.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 22 - Quizvraag

Van de beledigingen van zo'n viswijf zou ik mij niets aantrekken.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 23 - Quizvraag

Van de beledigingen van zo'n viswijf zou ik mij niets aantrekken.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 24 - Quizvraag

Zijn slechte humeur verdween als sneeuw voor de zon toen hij hoorde dat Astrid op het feestje zou komen.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 25 - Quizvraag

Ze brandde van verlangen om terug te gaan naar Italië.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 26 - Quizvraag

Arianne vist naar een complimentje als ze zegt dat ze zo ontzettend haar best gedaan heeft.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 27 - Quizvraag