Les 3 OP 3 verslavingsstoornissen

Les 3 OP 3 verslavingsstoornissen
en afsluiten specifieke begeleidingsmethoden
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Les 3 OP 3 verslavingsstoornissen
en afsluiten specifieke begeleidingsmethoden

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
  1. Je weet 4 voorbeelden van specifieke begeleidingmethoden

  1. Je weet wat een verslaving is
  2. je weet hoe het proces verloopt
  3. je weet wat de oorzaken zijn
  4. je weet wat de gevolgen zijn

Slide 2 - Tekstslide

Presenteer je poster groep 1
iedere groep presenteert ongeveer 2 tot 3 min

Sova: Jerre, Maud en Danique
EMDR: Maaike Linde en Fleur
ACT: Senna en Bo
PAD: Gio, wouter en Tieme

Presenteer je poster groep 2



Sova marijn, coen, siem
EMDR: Luuk, Enola en willemijn
ACT Maud, Guusje Noa
PAD Sven, Tom Lynne
timer
3:00

Slide 3 - Tekstslide

Verslaving

Slide 4 - Woordweb

Tot welke categorie van stoornissen horen kleptomanie en pyromanie
A
lustbevredigend gedrag
B
verslavingsstoornissen
C
disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen
D
biologische gedragsstoornissen

Slide 5 - Quizvraag

Tot welke categorie van middelen behoort lsd?
A
roesverwekkers
B
kalmerende middelen
C
stimulerende middelen
D
hallucinogene middelen

Slide 6 - Quizvraag

plek 1
Plek 2
Plek 3
Plek 4
Cannabis
Heroine
Gokken
GHB

Slide 7 - Sleepvraag

Hoe wordt het voortdurend verlangen naar het middel waaraan je verslaafd bent genoemd?
A
craving
B
afhankelijkheid
C
preoccupatie
D
obsessie

Slide 8 - Quizvraag

Hoe wordt sportverslaving ook wel genoemd?
A
orthorexia
B
bigorexia
C
moverexia
D
xenorexia

Slide 9 - Quizvraag

Welke stellingen over het begrip tolerantie zijn juist?
1. Er is van tolerantie sprake wanneer er sprake is van een behoefte aan een duidelijk toegenomen hoeveelheid alcohol om een intoxicatie of gewenst effect te bereiken.
2. Er is sprake van tolerantie wanneer er sprake is van een duidelijk verminderd effect bij voortgezet gebruik van dezelfde hoeveelheid alcohol.

A
Alleen stelling I is juist.
B
Alleen stelling II is juist.
C
Stelling I en II zijn beide juist.
D
Stelling I en II zijn beide onjuist.

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel procent van de oorzaken van een verslaving wordt ongeveer verklaard door erfelijkheid?
A
ongeveer 10%
B
ongeveer 30%
C
ongeveer 50%
D
ongeveer 70%

Slide 11 - Quizvraag

Welke van de volgende gezondheidsrisico’s behoren bij overmatig alcoholgebruik? Let op! Er kunnen meerdere antwoorden juist zijn.
A
overgewicht
B
cva
C
prostaatkanker
D
artrose

Slide 12 - Quizvraag

i. Welke vorm van dementie kun je krijgen als gevolg van jarenlang overmatig alcoholgebruik?
A
korsakov
B
alzheimer
C
frontaalkwabdementie
D
pick

Slide 13 - Quizvraag

Bij welke psychische stoornis komt het meest bij een verslaving voor?
A
angststoornissen
B
depressie
C
ADHD
D
schizofrenie

Slide 14 - Quizvraag

Wat is verslaving?
In plaats van over verslaafd kun je spreken over afhankelijkheid. Je spreekt van een verslaving wanneer er sprake is van een afhankelijkheid van een middel. Hierbij geldt dan ook wat bij alle stoornissen geldt, namelijk dat er sprake moet zijn van lijdensdruk en disfunctioneren op sociaal gebied, arbeidsmatig gebied en/of op het gebied van studie en opleiding.
Voorheen werden ook lustbevredigende handelingen geplaatst onder deze categorie. Zo kun je niet alleen verslaafd zijn aan bijvoorbeeld alcohol, maar ook aan gokken, hardlopen, seks, gamen, brandstichten of stelen.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Proces van verslaafd raken
  • Experimenteerfase
In deze fase gaat de persoon uit nieuwsgierigheid bepaalde middelen gebruiken.
  • Fase van sociaal of geïntegreerd gebruik
In deze fase heeft de gebruiker de middelen als een onderdeel van zijn leven geaccepteerd. Het gebruik is zodanig in zijn bestaan geïntegreerd dat anderen er geen last van hebben.
  • Fase waarin het gebruik meer en belangrijker wordt
De middelen worden niet meer alleen gebruikt om een plezierig gevoel te hebben, maar ook om spanningen te verdrijven.
  • De verslavingsfase
Het gebruik beheerst het hele leven en heeft negatieve psychische, lichamelijke en sociale gevolgen.




Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

De belangrijkste oorzaken van een verslaving zijn:


erfelijke factoren
persoonlijke factoren
psychische problemen
sociale factoren
omgevingsfactoren
aard van de middelen

Slide 19 - Tekstslide

wat zijn/of kunnen de gevolgen zijn van een verslaving

Slide 20 - Woordweb

Welke verdovende middelen hebben jullie of worden er in je vriendengroep gebruikt?

Slide 21 - Open vraag

Zijn de doelen behaald?
Ja
Nee

Slide 22 - Poll

Hoe vonden jullie de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll