zenuwstelsel en hormonen

Zenuwstelsel

Hersenen

Ruggenmerg

Zenuwen

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Zenuwstelsel

Hersenen

Ruggenmerg

Zenuwen

Slide 1 - Tekstslide

  • prikkels worden opgevangen en doorgegeven aan je hersenen.

  • zintuig zet prikkels om in berichten(impuls)

  • impuls gaan via zenuwen naar je hersenen

  • hersenen versturen weer impulsen waarop je lichaam reageert.

Slide 2 - Tekstslide

Reactie---> Actie
  • Zintuig--> zet het om in een bericht
  • Bericht via zenuwen --> hersenen
  • Hersenen --> via zenuwen -->Naar orgaan bv spier

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

De huid

Slide 5 - Tekstslide

Opperhuid
12
Hoornlaag
9
Kiemlaag
10
Tastknopje - Tastzintuig
13
Zweetporie
14
Haar
1
Twee delen:
Lederhuid en Onderhuids bindweefsel
11
Pijnpunt
4
Zweetklier
5
Drukzintuig
6
Zenuw
7
Vetweefsel
8
Talgklier
3
Bloedvaten
2
Haarzakje
16
Leer de onderdelen van de huid
Haarspiertje
15

Slide 6 - Tekstslide

Opperhuid
Hoornlaag: dode cellen die verhard de bovenste laag vormen van de huid. 
Dikke laag = eelt
Kiemlaag: levende delende cellen die voor nieuwe stukken huid zorgen--> hoornlaag

Slide 7 - Tekstslide

Oren

Slide 8 - Tekstslide

Oren

Slide 9 - Tekstslide

Wat is geluid?
  • Geluid komt uit een geluidsbron
  • Geluid is een trilling die zich verplaatst door een tussenstof, vaak is dit lucht.
  • Geluidsgolven kunnen zich ook verplaatsen in vloeistoffen en vaste stoffen.
  • Geen tussenstof => geluid kan zich niet verplaatsen

Slide 10 - Tekstslide

Welke geluiden kun je horen?
  • Hoe vaker de lucht trilt per seconde, hoe hoger de toon
  • Het aantal trillingen per seconde = frequentie
  • De eenheid van frequentie is hertz (Hz)
  • Het gehoorbereik van de mens ligt tussen de 20 Hz en de 20.000 Hz

Slide 11 - Tekstslide

Ogen

Slide 12 - Tekstslide

Het oog
  • Wenkbrauw
  • Traanklier
  • Ooglid met wimpers
  • Pupil
  • Iris
  • Oogwit

Slide 13 - Tekstslide

Hoe werken je ogen
  • 3 lagen

  • buitenste laag: harde
       oogvlies
  • middelste laag: vaatvlies
  • binnenste laag: netvlies
  • oog is opgevuld met het
        glasachtig lichaam

Slide 14 - Tekstslide

Hoe werken je ogen
  • Hoornvlies
  • Pupil
  • Iris
  • Lens
  • Lensbandjes

Slide 15 - Tekstslide

Hoe werken je ogen
  • Gele vlek
  • Blinde vlek
  • Oogzenuw
  • Spier

Slide 16 - Tekstslide

scherp zien
    bolle lens
    voorwerp van dichtbij scherp
    platte lens: 
    voorwerp van veraf scherp

    accommoderen:
    het platter en boller maken van de ooglens


    Slide 17 - Tekstslide

    Ruiken

    Slide 18 - Tekstslide

    Hoe ruik je?
    - ruiken doe je met je reukzintuig
    - reukzintuig bovenin je neusholte
    - reukzintuig is een deel van je 
       neusslijmvlies
    - neusslijmvlies houdt je neusholte 
      vochtig
    - geurstoffen - reukzintuig - reukzenuwen - impulsen - hersenen - je ruikt de geur

    Slide 19 - Tekstslide

    Waardoor proef je je eten?
    - oppervlak van je tong is ruw
    - uitsteeksels heten smaakpapillen
    - in voedsel zitten smaakstoffen
    - smaakstoffen zijn de prikkels voor 
       de smaakzintuigen
    - tong gevoelig voor 5 smaken:
       zoet, zout, zuur, bitter en umami
    - iedere smaak heeft zijn eigen 
      gebied

    Slide 20 - Tekstslide

    Smaakzintuig
    - verschil van bv zoete smaak komt
       doordat je het ook ruikt 
    - je ruikt eten doordat er 
      geurstoffen in je neusholte komen
    - via de keelholte gaan de 
      geurstoffen naar je neus
    - bij het proeven van eten werken 
      reuk(neus) en smaak(tong) samen

    Slide 21 - Tekstslide