Havo5 Korte check
1 / 21
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat zijn kenmerken van de ITCZ?
A
Lagedrukgebied; droog
B
Lagedrukgebied; nat
C
Hogedrukgebied; droog
D
Hogedrukgebied; nat
Slide 3 - Quizvraag
Wat is geen voorbeeld van mechanische verwering?
A
Rotsen brokkelen af door wortels van planten.
B
Vorstverwering.
C
Gesteente valt uiteen door grote temperatuurverschillen.
D
Kalkgesteente lost op in grond- of regenwater.
Slide 4 - Quizvraag
De klimaatgrafiek hoort bij
A
Gematigd landklimaat
B
Gematigd zeeklimaat
C
Middellands zeeklimaat
D
toendraklimaat
Slide 5 - Quizvraag
Sleep de verschijnselen naar de juiste groep.
Endogene krachten
Exogene krachten
Neerslag
Aardbeving
Overstroming
Lawine
Vulkaanuitbarsting
Gebergtevorming
Tornado
Orkaan
Slide 6 - Sleepvraag
Slide 7 - Tekstslide
Twee beweringen:
1. Brazilië bevindt zich eind fase 2 van het demografisch transitiemodel
2. Een hoog urbanisatietempo kan leiden tot de vorming van favela's
1. Brazilië bevindt zich eind fase 2 van het demografisch transitiemodel
2. Een hoog urbanisatietempo kan leiden tot de vorming van favela's
A
1 is juist, 2 onjuist
B
1 is onjuist, 2 juist
C
Beide beweringen zijn juist
D
Beide beweringen zijn onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Geef 2 redenen waarom de Atlantische oceaan veel meer invloed op het klimaat van Zuid-Amerika heeft dan de Grote oceaan.
Slide 9 - Open vraag
Vraag: Een reden voor het verschil van ontbossing in soja tussen de Cerrado en de Amazone, komt doordat...
A
De Amazone beter wordt beschermd door de overheid
B
De Cerrado beter wordt beschermd door de overheid
C
De Amazone vruchtbaarder is en beter geschikt is voor verbouw van soja
D
De Cerrado vruchtbaarder is en beter geschikt is voor verbouw van soja
Slide 10 - Quizvraag
Zijn de volgende stellingen gerelateerd aan landgrabbing?
I Grootschalige landbouw levert weinig extra banen op
II Arme / kleine partijen worden verdreven
I Grootschalige landbouw levert weinig extra banen op
II Arme / kleine partijen worden verdreven
A
I wel, II niet
B
I niet, II wel
C
Beiden wel
D
Beiden niet
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Door de komst van MNO's zal in veel landen vooral de ...
A
sociale ongelijkheid toenemen
B
sociale ongelijkheid afnemen
C
regionale ongelijkheid toenemen
D
regionale ongelijkheid afnemen
Slide 13 - Quizvraag
Van welk soort land is de getoonde bevolkingsdiagram?
A
Een land in het centrum
B
Een land in de semiperiferie
C
Een land in de periferie
Slide 14 - Quizvraag
Gebruik de bronnen 4 en 5.
Op de kaart in bron 5 is een centrum-periferiepatroon zichtbaar. Deze
kaart kan echter niet gebruikt worden om de ruimtelijke afwenteling van
de centrumlanden op de perifere landen aan te tonen.
(2p) Geef aan
dat op de kaart in bron 5 een centrum-periferiepatroon zichtbaar is;
dat deze kaart niet gebruikt kan worden om de ruimtelijke afwenteling
van centrumlanden op perifere landen aan te tonen.
Op de kaart in bron 5 is een centrum-periferiepatroon zichtbaar. Deze
kaart kan echter niet gebruikt worden om de ruimtelijke afwenteling van
de centrumlanden op de perifere landen aan te tonen.
(2p) Geef aan
dat op de kaart in bron 5 een centrum-periferiepatroon zichtbaar is;
dat deze kaart niet gebruikt kan worden om de ruimtelijke afwenteling
van centrumlanden op perifere landen aan te tonen.
Slide 15 - Open vraag
Globalisering is een oorzaak van de groeiende welvaartskloof.
Zet de onderstaande woorden in de goede volgorde. Begin met globalisering (makkie).
Als je de woorden in de goede volgorde zet, zie je de verklaring van de groeiende welvaartskloof in steekwoorden.
Globalisering
Globalisering
Geen of weinig banen op het platteland
Meer welvaart in de steden
Meer werk in de steden
Komst multinationals
Groeiende welvaartskloof
tussen platteland en stad
Slide 16 - Sleepvraag
Slide 17 - Tekstslide
Welk begrip hoort bij de volgende definitie:
de hoeveelheid water die een rivier afvoert gemeten in m3/s
de hoeveelheid water die een rivier afvoert gemeten in m3/s
A
Regiem
B
Debiet
C
Verval
D
Verhang
Slide 18 - Quizvraag
Wat is een nadeel van gentrificatie?
A
De leefbaarheid in een wijk gaat achteruit
B
Het aantal voorzieningen neemt toe in een wijk
C
De oorspronkelijke bewoners kunnen de huur niet meer betalen
D
Huizen worden opgeknapt door rijke bewoners
Slide 19 - Quizvraag
Welke bewoners- en woningkenmerken uit het buurtprofiel horen bij deze wijk?
A
relatief veel koopwoningen, goede staat van onderhoud, relatief hoge inkomens,
B
veel sociale huurwoningen, veel gezinnen met kinderen, hoog percentage eengezinswoningen
C
veel sociale huurwoningen, hoog % inwoners met migratieachtergrond, slechte staat van onderhoud
D
relatief lage inkomens, veel jonge gezinnen, hoog % inwoners met westerse migratieachtergrond
Slide 20 - Quizvraag
Ik weet wat ik moet weten / kennen / begrijpen voor het CSE aardrijkskunde; waar er hints / tips staan en hoe ik me kan / ga voorbereiden.
