Basisstof 2: Het skelet

Basisstof 2: Het skelet

Welkom!

Leerdoelen van deze les:

- De delen van het lichaam benoemen,

- De botten benoemen

- Functies van het skelet benoemen.

Planning van deze les

- Huiswerk basisstof 1 bespreken 

- Uitleg basisstof 2 = meeschrijven!

- Opdracht flitskaartjes botten

- Huiswerk basisstof 2

- Afsluiting

Huiswerk basisstof 1

We bespreken in ieder geval de volgende opdrachten:

2 en 5. 

Wat betekent 'conditie'?

Waar of niet waar: Netjes en precies werken is een voorbeeld van karaktereigenschappen.

1. Waar
2. Niet waar

Geef een voorbeeld van een lichamelijke eigenschap.

Start basisstof 2: Het skelet

Tijdens de les schrijf je mee!

Het skelet

Inwendig skelet --> Het skelet zit in je lichaam. 

Skelet = geraamte

Het skelet bestaat uit botten, ook wel beenderen genoemd. 

Je hebt 206 botten! 

Schrijf mee!

De delen van je lichaam

1. Hoofd

2. Romp

3. Ledematen   --> armen en benen

Hoofd

Botten van je hoofd --> schedel

De schedelbeenderen, bovenkaak en onderkaak horen hierbij. 

De schedel wordt gedragen door de wervelkolom.

Waaruit bestaat de romp?

Schoudergordel: 2 sleutelbeenderen en 2 schouderbladen

Borstkas: Borstbeen en de ribben

Bekken: Heupbeenderen

Wervelkolom: zie volgende slide.

                           De wervelkolom

De ledematen

Armen en benen zijn ledematen. 

Ezelsbruggetje:

P van Pink en Pijp. 

Functies van het skelet

1. Stevigheid geven

2. Bescherming geven

3. Beweging mogelijk maken

4. Vorm geven aan het lichaam

Aan de slag met het huiswerk!

Maak opdracht 1 t/m 10. 

Afsluiting

Wat heb je geleerd deze les?

Volgende week: Opdracht skelet + basisstof 3 Botten.