3.6 Gezond leven

Gezond leven
3.6
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Gezond leven
3.6

Slide 1 - Tekstslide

Planning vandaag
Planning
Herhaling     
Leerdoelen
Uitleg     
Opdrachten maken                       
Afsluiting                                           

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de rol van antistoffen bij de afweer?
A
Antistoffen veroorzaken ziektes
B
Antistoffen hebben geen rol bij de afweer
C
Antistoffen helpen om ziekteverwekkers te verspreiden
D
Antistoffen helpen om ziekteverwekkers onschadelijk te maken

Slide 3 - Quizvraag

Wat is hier de antistof?
A
Geel
B
Oranje
C
Blauw

Slide 4 - Quizvraag

Als je immuun bent dan...
A
heeft je lichaam niet voldoende antistoffen tegen de ziekte
B
heeft je lichaam voldoende antistoffen tegen de ziekte
C
heeft je lichaam lichaamsvreemde stoffen tegen de ziekte
D
heeft je lichaam geen lichaamsvreemde stoffen tegen de ziekte

Slide 5 - Quizvraag

Leerdoelen
  1. Je kunt aangeven hoe je je hart en bloedvaten gezond kunt houden.

Slide 6 - Tekstslide

Bloeddruk
  • De druk die ontstaat doordat het hart het bloed met kracht wegpompt
    .

Slide 7 - Tekstslide

Boven- en onderdruk
  • Bovendruk (systolische druk)
    → als het hart samentrekt → waarde tussen 120 – 160 (mm Hg) 

  • Onderdruk (diastolische druk)
    → als het hart ontspant en zich volzuigt met bloed → waarde tussen 70 en 90 

  • Meten met een bloeddrukmeter (normale waarde 120 - 80) 

Slide 8 - Tekstslide

Hoge bloeddruk?
  • Roken
  • Stress
  • Inspannen of opwinden
  • Overgewicht
  • Zout eten
  • Kan de wanden van slagaders beschadigen!

Slide 9 - Tekstslide

Bloeddruk

Slide 10 - Tekstslide

Slagaderverkalking
  • Afzetting van cholesterol
    vernauwing → kan verkalken =(slagaderverkalking = artherosclerose

  • Hartinfarct
    → deel van het hart krijgt onvoldoende O2 → sterft af

  • Herseninfarct → thv de hersenen = beroerte

Slide 11 - Tekstslide

Slagaderverkalking

Slide 12 - Tekstslide

Hartinfarct

Slide 13 - Tekstslide

Leefstijlziekten
  • Voeding
  • Te weinig bewegen
  • Gebruik alcohol / tabak
  • Te weinig ontspannen

Slide 14 - Tekstslide

Minder stress?
  • Schrijf op wat je energie geeft en maak daar tijd voor.
  • Houd een grote opruiming in je kamer en daarmee in je hoofd.
  • Houd tijd vrij voor onverwachte gebeurtenissen.
  • Doe één ding tegelijk en neem daar de tijd voor.
  • Kies voor een gezonde leefstijl.
  • Houd een vast dag- en nachtritme aan.
  • Verlaag je leefritme en prop niet te veel activiteiten in een dag.

Slide 15 - Tekstslide


opdrachten maken thema 3 basisstof 6




Slide 16 - Tekstslide

Welk bloedvat is bij een hartinfarct aangetast door slagaderverkalking?
A
aorta
B
kransslagader
C
kransader
D
onderste of bovenste holle ader

Slide 17 - Quizvraag

Welke letter uit de afbeelding geeft het onderste deel van de aorta aan?
A
Letter P
B
Letter Q
C
Letter R
D
Letter S

Slide 18 - Quizvraag

Het openknappen van de aorta komt veel vaker voor dan het openknappen van een holle ader.

Waardoor wordt dat veroorzaakt?
A
De bloeddruk in de aorta is veel hoger dan die in de holle ader
B
De bloeddruk in de holle ader is veel hoger dan die in de aorta
C
De wand van de aorta is veel dunner dan die van de holle ader
D
Het bloed in de aorta bevat veel meer zuurstof dan het bloed in de holle ader

Slide 19 - Quizvraag

Bij een medisch onderzoek wordt de bloeddruk gemeten. De arts doet een manchet om de bovenarm en pompt de manchet op. De manchet drukt de armslagader dicht. Vervolgens laat de arts de lucht uit de manchet weglopen tot er weer bloed door de slagader stroomt.

Op welke plaats in de afbeelding zal de bloeddruk dan het eerst stijgen?
A
Plaats 1
B
Plaats 2
C
Plaats 3
D
Plaats 4

Slide 20 - Quizvraag

In de afbeelding zie je een buitenaanzicht van het hart. Een verstopping van een kransslagader kan gevolgen hebben voor de werking van het hart.

Wanneer zijn de gevolgen het grootst: bij een verstopping op plaats 1 of bij een verstopping op plaats 2?
A
Plaats 1
B
Plaats 2

Slide 21 - Quizvraag

Leerdoelen check
  1. Je kunt aangeven hoe je je hart en bloedvaten gezond kunt houden.

Slide 22 - Tekstslide