Test je kennis: herkennen vitaal bedreigde patiënt

Een aantal van functies in het lichaam zijn van direct levensbelang. Deze functies noemt men ‘de vitale functies’.

Vraag 1
Wat valt onder deze functies?
A
Temperatuur
B
Huidskleur
C
Bewustzijn
D
Spraak
1 / 13
volgende
Slide 1: Quizvraag
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Een aantal van functies in het lichaam zijn van direct levensbelang. Deze functies noemt men ‘de vitale functies’.

Vraag 1
Wat valt onder deze functies?
A
Temperatuur
B
Huidskleur
C
Bewustzijn
D
Spraak

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 2
Welke vitale parameter hoort bij de vitale functie ademhaling?
A
Teugvolume
B
Neusvleugelen
C
Thoraxbewegingen
D
Ademhalingsfrequentie

Slide 2 - Quizvraag

ademhalingsfrequentie en zuurstofsaturatie.
Vraag 3
Welke parameter hoort bij de vitale functie circulatie?
A
Temperatuur
B
Saturatie
C
Huidskleur
D
Bloeddruk

Slide 3 - Quizvraag

Samen met polsfrequentie
Parameters per vitale functie

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Om te bepalen of een (vitale) functie is verstoord, moet je weten wat de afkapwaarden van de vitale parameters zijn. Bij een afwijkende afkapwaarde moet je bedacht zijn op snelle achteruitgang!

Stelling 4
De afkapwaarde voor de ondergrens van een normale ademhaling is ..... per minuut.
A
6
B
9
C
11
D
15

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 5
De afkapwaarde van de bovengrens van een normale ademhaling is ..... per minuut.
A
18
B
25
C
30
D
33

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 6
Wat is de afkapwaarde van de zuurstofsaturatie?
A
<87%
B
<90%
C
<92%
D
<95%

Slide 7 - Quizvraag

(Acute) verandering in de zuurstofsaturatie
<90% ondanks zuurstoftoediening
Stelling 7
De afkapwaarde van de ondergrens van een normale polsfrequentie is ..... per minuut.
A
30
B
35
C
40
D
45

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 8
De afkapwaarde voor de bovengrens van een normale polsfrequentie is ..... per minuut.
A
120
B
130
C
140
D
150

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 9
Deze afkapwaarde voor de urineproductie is ..... per 4 uur
A
<50ml
B
<75ml
C
<100ml
D
<125ml

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 10
De afkapwaarde voor de ondergrens van een normale systolische bloeddruk is ..... mmHg.
A
91
B
101
C
111
D
121

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 11
De afkapwaarde van de bovengrens van een normale systolische bloeddruk is ..... mmHg.
A
169
B
179
C
189
D
199

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies