B&F, Engels 31 januari 2022

• Engels
• Basisschool
• Groep 4

1. grappig
2. boos
3. zacht
4. hard

1. rood
2. geel
3. blauw
4. groen

1. bruin
2. zwart
3. wit
4. terug

1. verdrietig
2. verliefd
3. vrolijk
4. boos

1. olifant
2. plantjes
3. dieren
4. dierentuin

1. blij
2. schattig
3. stom
4. dom

1. bang
2. boos
3. gevallen
4. blij

Welke Engelse dieren hebben jullie onthouden?

Gelukkig hebben jullie een blad waarop je kan spieken. 

Neem alle woordjes een keer door met de juf.

Groepje

Nu ga je in je groepje oefenen. 1 iemand zegt een Nederlands woord en geeft met zijn vingers 3 tellen denktijd aan. Daarna zeggen de andere kinderen de vertaling. Daarna is de volgende aan de beurt.

De juf zet 3 minuten op de timer.

Teeth

grote tanden --> big teeth

kleine tanden --> small teeth

geen tanden --> no teeth

scherpe tanden --> sharp

Stripes or spots

Strepen --> stripes

vlekken --> spots

Life

boerderij --> farm

dierentuin --> zoo

in het wild --> in the wild

huisdier --> pet

Raadsel 1

Raadsel 2

Raadsel 3

Raadsel 4