40-1 Argumentatie

Welkom bij Nederlands!

Pak je pen, boek, map & schrift.

Oortjes & telefoon buiten lokaal.

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!

Pak je pen, boek, map & schrift.

Oortjes & telefoon buiten lokaal.

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Info
  • Uitleg: Argumentatie
  • Vragen?
  • Opdracht nabespreken
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide



Info
Vandaag: argumentatie.

Je moet dit in het eindexamen ook kunnen benoemen.
Waarom??
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide



Argumentatie
Ik wil eerst de soorten argumenten bespreken.
Dan de argumentatiestructuur.
Drogredenen wil ik volgende week doen.
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 4 - Tekstslide



Argumentatie
  • Wat gebeurt er bij argumentatie?
  • Waar begint het mee?

  • Standpunt niet altijd expliciet in een tekst te vinden.
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 5 - Tekstslide



Argumenten
Argumenten kunnen...
  1. Objectief
  2. Subjectief
  3. Verzwegen
...zijn

Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 6 - Tekstslide




  1. Controleerbare feiten / onderzoek 
  2. Ervaring
    (empirisch)
  3. Gezag/autoriteit
  4. Vergelijking (analogie)
  5. Voorbeelden



6. Nuttige/gewenste gevolgen
7. Ongewenste gevolgen
8. Veronderstellingen/ vermoedens
9. Persoonlijke overtuiging/geloof (moreel)
10. Emoties (emotioneel)
In dit boek onderscheiden ze de
volgende soorten argumenten, op basis van...
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 7 - Tekstslide



Controleerbare feiten
Argument is controleerbaar.

"Ik wil morgen naar het strand, want het wordt morgen mooi weer."

"Omdat het overgrote deel van de Nederlanders brood eet als lunch, wil ik een broodjeszaak beginnen."
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 8 - Tekstslide



Ervaring (empirisch)
Valide als het echt gebeurd is en de ervaring niet eenmalig is.

"Ik vind mijn tandarts niet zo goed; ik heb al drie keer complicaties gehad door een verkeerde behandeling." 
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 9 - Tekstslide



Gezag of autoriteit
Valide als iemand echt een expert is en het gebaseerd is op onderzoek.

"Deze shampoo werkt echt goed, volgens mijn kapper."
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 10 - Tekstslide



Vergelijking (analogie)
Valide als de vergelijking klopt, als het gebaseerd is op feiten ipv gevoel/geloof/mening.

"In Nederland zal onderzoek moeten worden gedaan naar matchfixing
,
want in andere Europese landen vindt dit onderzoek ook plaats."
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 11 - Tekstslide



Voorbeeld
Maakt het niet per se meer valide, maar het argument spreekt wel meer tot de verbeelding. 

"Nooit meer onzekerheid over de toekomst. Geen controles meer nodig. Geen mensen meer zonder inkomen. Het basisinkomen moet ingevoerd worden!"
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 12 - Tekstslide



Nuttige/gewenste gevolgen
"De lidstaten van de EU moeten effectief samenwerken, omdat alle inwoners van Europa daarmee gebaat zijn."

"Een verbod op wapens in de VS moet ingevoerd worden, want daarmee zal het aantal doden enorm afnemen."
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 13 - Tekstslide



Ongewenste gevolgen
"We moeten echt minder gaan vliegen, want anders doen we het milieu enorme schade."
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 14 - Tekstslide



Veronderstellingen
"Als we niet blijven bezuinigen, zal de Nederlandse staat de komende vijftig jaar niet meer uit de schulden komen."
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 15 - Tekstslide



Persoonlijke overtuiging
"Je mag niet stelen, want anders zondig je volgens de Bijbel."
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 16 - Tekstslide



Emoties
"Dat boek is echt geweldig. Het beschrijft precies de omgeving van mijn jeugd, het was zo herkenbaar."
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 17 - Tekstslide



Opbouw argumentatie
Argumentatie kan op 3 manieren worden opgebouwd:
  1. 'want'-type argument
  2. 'dus'-type argument
  3. mix van 'want' en 'dus'
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 18 - Tekstslide



WANT
Standpunt

WANT 

Argument(en)
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 19 - Tekstslide



WANT
Als je op een motor gaat rijden, moet je motorkleding dragen.

WANT 

Het is verplicht.
Je kunt vallen, waardoor je levensgewond kunt raken.
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 20 - Tekstslide



DUS
Argument(en)

DUS

Conclusie (=standpunt)
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 21 - Tekstslide



DUS
Het is verplicht.
Je kunt vallen, waardoor je levensgewond kunt raken.

DUS

Als je op een motor gaat rijden, moet je motorkleding dragen.
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 22 - Tekstslide



MIX
Standpunt 

WANT
Argument(en)

DUS             
Conclusie
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 23 - Tekstslide



MIX
Als je op een motor gaat rijden, moet je motorkleding dragen.
WANT
Het is verplicht.
Je kunt vallen, waardoor je levensgewond kunt raken.
DUS Alles wijst erop dat je motorkleding moet dragen.


Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 24 - Tekstslide



Structuur
Argumentatiestructuur zegt iets over wat je argumenten met elkaar te maken hebben.

  1. Enkelvoudige argumentatie
  2. Meervoudige argumentatie
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 25 - Tekstslide

Bij enkelvoudige argumentatie onderbouw je je standpunt met één argument.

 HET WAS EEN LEUKE LES 

DE DOCENT WAS IN EEN GOEDE BUI

Slide 26 - Tekstslide

Bij meervoudige argumentatie gebruik je meer dan één argument.







 Bij onafhankelijke argumenten staat ieder argument los van het andere.  Deze vorm van argumentatie is de sterkste argumentatiestructuur.

Slide 27 - Tekstslide

Bij meervoudige argumentatie met afhankelijke argumenten vormen twee deelargumenten samen een argument. 







De argumenten onderbouwen samen het standpunt. Als je een van de twee ontkracht, klopt je argumentatie niet meer.

Slide 28 - Tekstslide

Bij onderschikkende argumentatie ondersteunt een argument een ander argument.

Slide 29 - Tekstslide

Een onderschikkende argumentatie bestaat altijd maar uit één argument bij het standpunt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Het Infinity College is een goede school. De leerlingen kunnen zich goed ontwikkelen.
A
enkelvoudige argumentatie
B
meervoudige onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
meervoudige afhankelijke argumentatie

Slide 31 - Quizvraag

Hij is geschikt voor deze baan als operateur, want hij heeft al 5 jaar werkervaring. Hij werkte hiervoor immers in dezelfde functie bij een Cinema Opera.
A
enkelvoudige argumentatie
B
meervoudige onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
meervoudige afhankelijke argumentatie

Slide 32 - Quizvraag

Deze school is een goede school. Het zit in een mooi gebouw en de leerlingen kunnen zich ontwikkelen.
A
enkelvoudige argumentatie
B
meervoudige onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
meervoudige afhankelijke argumentatie

Slide 33 - Quizvraag

Het Infinity College is een goede school. In de bovenbouw hangt een goede sfeer en in de onderbouw voelt iedereen zich veilig.
A
enkelvoudige argumentatie
B
meervoudige onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
meervoudige afhankelijke argumentatie

Slide 34 - Quizvraag



Opdrachten
Pak Blok 3, Lezen erbij!

Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 35 - Tekstslide



Aan de slag!
Afhankelijk van je score bij Startopdracht 2:

Hoger dan een 7? Maak de Eindopdrachten :-)
Anders maak je opdr. 3.
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 36 - Tekstslide



ZS
  • Je werkt voor jezelf en in stilte.
  • Je weet wat je moet doen.

Je maakt Lezen, opdr. 3 OF 4.
Klaar? Kijk opdrachten na.
Ook klaar? Werk verder volgens planner.
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 37 - Tekstslide



Verder werken
Zijn er vragen over Lezen? 
Zo niet, kun je lekker verder werken.
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • Vragen?
  • Afsluiting

Slide 38 - Tekstslide

Afsluiting
Huiswerk: Voor de tweede les schrijf je vragen of moeilijkheden op.


Slide 39 - Tekstslide