14.3-1 Impulsgeleiding deel 1

14.3 Impulsgeleiding deel 1
Voorkennisvragen:
1. Wat zijn ionen?
2. Wat is de functie van myelineschedes?
3. Wat is de basis van elektriciteit? 
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

14.3 Impulsgeleiding deel 1
Voorkennisvragen:
1. Wat zijn ionen?
2. Wat is de functie van myelineschedes?
3. Wat is de basis van elektriciteit? 

Slide 1 - Tekstslide

Doel 14.3
Je leert hoe neuronen signalen verwerken en hoe ze impulsen geleiden

Slide 2 - Tekstslide

Impulsen
Waar ontstaan impulsen?

Slide 3 - Tekstslide

Impulsen
Waar ontstaan impulsen?

Slide 4 - Tekstslide

Impulsen
Een impuls is een soort elektrische stroom door een zenuwcel.
Een impuls is een tijdelijke wijziging van het potentiaalverschil (ladingverschil) tussen de buitenkant en de binnenkant van de zenuwcel. 
Hij begint ergens (dendriet of cellichaam) en verspreidt zich over het hele membraan van de zenuwcel richting de uiteinden van het axon.


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Rustpotentiaal
Bij een zenuwcel in rust is het
verschil in lading tussen de
buitenkant van de cel en de
binnenkant -70mV.
De binnenkant van de cel is 
negatief geladen ten opzichte
van de buitenkant.



Slide 7 - Tekstslide

Rustpotentiaal - Na+-K+-pomp
BINAS 88E
Continu worden 3 
Nanaar buiten en
2 K+naar binnen 
gepompt. 
Kost energie. 

Slide 8 - Tekstslide

Na+ en K+ poorten
Het potentiaalverschil van -70 mV (rustpotentiaal) wijzigt bij een prikkel door het openen en sluiten van Na+ en K+ poorten.
Als de prikkel sterk genoeg is ontstaat een actiepotentiaal.

Slide 9 - Tekstslide

Actiepotentiaal (88F) BINAS!

Slide 10 - Tekstslide

1 Rustfase

Slide 11 - Tekstslide

2 Prikkel -> depolarisatie
Prikkel zwak:
kleine depolarisatie en herstel naar rustpotentiaal

Slide 12 - Tekstslide

2 Drempelwaarde
Prikkel sterk genoeg:
Membraanpotentiaal naar -50mV: 
actiepotentiaal

Slide 13 - Tekstslide

3 Actiepotentiaal
Alle Na+ poorten gaan open, cascade

Slide 14 - Tekstslide

4 Repolarisatie
Bij 30 mV sluiten de Na+ poorten en openen de K+ poorten

Slide 15 - Tekstslide

5 Hyperpolarisatie
K+ poorten reageren iets te traag bij bereiken rustpotentiaal

Slide 16 - Tekstslide

Actiepotentiaal (88F) BINAS!

Slide 17 - Tekstslide

Na+ poorten
Na+ poorten kunnen openen als gevolg van:
een chemische prikkel (neurotransmitter bij een zintuig/ in een synaps tussen twee cenuwcellen)
een elektrische prikkel (poorten ernaast gaat open)
een mechanische prikkel (tastzintuig)

Slide 18 - Tekstslide

Na+ poorten - chemische prikkel
Axon-uiteinde of zintuigcel
zenuwcel

Slide 19 - Tekstslide

Na+ poorten 
- elektrische
prikkel

Slide 20 - Tekstslide

Na+ poorten - mechanische prikkel

Slide 21 - Tekstslide

Impulsrichting
Doordat volgende Na+ poorten openen als gevolg van de actiepotentiaal in de buurt 'loopt' de actiepotentiaal over het hele neuron. Van dendriet naar het uiteinde van alle axonen.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Impuls

Slide 24 - Tekstslide

Impulsrichting
Vanaf de depolarisatie is er een periode dat het neuron ongevoelig is voor nieuwe prikkels, de Na+poorten kunnen ze even niet meer opnieuw geopend worden.

Deze periode is lang genoeg om te voorkomen dat de impuls ook weer terug gaat. De impuls gaat dus altijd maar één kant op.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Doel 13.3
Je hebt geleerd hoe neuronen signalen verwerken en hoe ze impulsen geleiden

Slide 27 - Tekstslide

Begrippen 13.3
membraanpotentiaal. rustpotentiaal, Na+-Ka+-pomp, ionpoorten, chemische prikkel, elektrische prikkel, actiepotentiaal, cascade-effect, prikkeldrempel, depolarisatie, repolarisatie, hyperpolarisatie, absoluut refractaire periode, alles-of-nietsprincipe

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide