Mon sport

Mon sport
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Mon sport

Slide 1 - Tekstslide

pour parler des activités
Jouer à et faire de

Slide 2 - Tekstslide

Jouer à / de
  • teamsporten (je joue au rugby)
  • muziek (il joue de la guitare, il joue du piano)
  • spelletjes (ils jouent aux jeux vidéos)
à + le = au
de + le = du
à + les = aux
de + les = des
de + la blijft hetzelfde, à + la blijft hetzelfde

Slide 3 - Tekstslide

Faire de
  • alle sporten (je fais du foot, ils font de l'escrime)
  • muziek (il fait de la guitare, il fait du piano)
  • géén spelletjes, daar gebruik je jouer voor
de + le = du
de + les = des
de + la blijft hetzelfde, de + l' blijft hetzelfde

Slide 4 - Tekstslide

Zeg dat je piano speelt
(meerdere antwoorden kunnen goed zijn)
A
je joue de le piano
B
je joue au piano
C
je fais au piano
D
je fais du piano

Slide 5 - Quizvraag

Zeg dat je gamet.
A
je joue aux jeux vidéos
B
je fais des jeux vidéos
C
je joue à les jeux vidéos
D
je joue des jeux vidéos

Slide 6 - Quizvraag

Zeg dat je gitaar speelt (la guitare)

Slide 7 - Open vraag

Zeg dat je basketbalt.

Slide 8 - Open vraag

7

Slide 9 - Video

00:15
Marcher, courir, pédaler, jouer au foot...
Welke sporten worden hier benoemd?

Slide 10 - Open vraag

00:56
Welke voordelen van sporten heb je gehoord of gezien?

Slide 11 - Open vraag

01:01
Wat is niet altijd makkelijk?
(apprendre les règels et les respecter)
A
Spelregels snappen en tegen je verlies kunnen
B
Zonder overtredingen spelen
C
Op tijd komen op de training
D
Beleefd blijven tegen de scheids

Slide 12 - Quizvraag

01:10
Wat doet 'endorphine'?

Slide 13 - Open vraag

01:20
Welk voordeel wordt nog meer genoemd?

Slide 14 - Open vraag

01:27
Sur terre, dans l'eau ou en plein air: waar kun je sporten beoefenen?

Slide 15 - Open vraag

01:36
Le médecin conseille de faire du sport une heure par jour. Wat raadt de dokter aan?
A
Een half uur per dag te sporten
B
Minimaal 1 sport te beoefenen
C
Buiten te sporten
D
Een uur per dag te sporten

Slide 16 - Quizvraag

Comment faire?
  • kan je tot 20 tellen?
  • ken je de tientallen?
  • weet je wanneer je 'ET' gebruikt
  • weet je wanneer er een streepje staat
  • ken je de 'gekke getallen'

Slide 17 - Tekstslide

Comptez en français

Slide 18 - Tekstslide

Gekke getallen
  • 70: soixante - dix
  • 80: quatre - vingts 
  • 90: quatre - vingts - dix

Slide 19 - Tekstslide

Wanneer streepje?
  • Altijd tussen tiental en eenheden, behalve 21, 31, 41
  • trente-trois, quarante-cinq

Slide 20 - Tekstslide

30?

Slide 21 - Open vraag

40?

Slide 22 - Open vraag

50?

Slide 23 - Open vraag

60?

Slide 24 - Open vraag

57?

Slide 25 - Open vraag

82?

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Tekstslide