V5V Grammatik H Kapitel 2, Genitiv

Welke naamvallen hebben we tot nu toe in het Duits geleerd?
1 / 13
volgende
Slide 1: Woordweb
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welke naamvallen hebben we tot nu toe in het Duits geleerd?

Slide 1 - Woordweb

Welke naamval krijgt ,,von"?

Slide 2 - Woordweb

Lernziele:
Ik begrijp wat de ,,Genitiv" (tweede naamval) inhoudt.
Ik kan deze m.b.v. de tabel en het stappenplan toepassen.


Slide 3 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de Genitiv?
  • Wordt gebruikt bij de Nederlandse omschrijving van (vooral in schrijftaal)
  • Drukt een bezitten of bij elkaar horen uit

Das Auto des Mannes ipv Das Auto von dem Mann
Das Dach der Schule ipv Das Dach von der Schule

Slide 4 - Tekstslide

Hoe vorm je de Genitiv? (A)
1) Check: Heb ik hier een ,,bij elkaar horen"?
2) Wat is het geslacht van het zelfstandig naamwoord?
3) Wat is het woordje dat ervoor staat (lidwoord, aanwijswoord etc.)? Behoort dit tot de der- of ein-Gruppe?
4) Aflezen in de tabel
5) Heb je een mannelijk of onzijdig z.n.? Dan -s of -es toevoegen.

Slide 5 - Tekstslide

Hoe vorm je de Genitiv? (B)
Nominativ 
der-Gruppe
der Bruder
die Frau
das 
Kind
die Kinder
Nominativ 
ein-Gruppe
ein 
Bruder
eine 
Frau
ein
Kind
keine
Kinder
Genitiv 
der-Gruppe
des
Bruders
der 
Frau
des
Kindes
der 
Kinder
Genitiv
ein-Gruppe
eines
Bruders
einer
Frau
eines
Kindes
meiner
Kinder

Slide 6 - Tekstslide

Hoe vorm je de Genitiv? (C)
Mannelijke en onzijdige z.n. krijgen: 
es erachter > als ze éénlettergrepig zijn of einidigen op een sisklank: der Geschmack des Eises
erachter > als ze meerlettergrepig zijn: die Flügel des Vogels


Slide 7 - Tekstslide

Welke voorzetsels ken je nog?

Slide 8 - Woordweb

Lernziele:
Ik ken de voorzetsels die de Genitiv krijgen en kan de Genitiv hierbij toepassen.

Slide 9 - Tekstslide

Voorzetsels Genitiv (examenidoom)
angesichts = met het oog op/ wegens
anlässlich = naar aanleiding van
aufgrund, auf Grund = op grond van/ vanwege
außerhalb = buiten
infolge = als gevolg van
innerhalb = binnen
laut = volgens
mithilfe, mit Hilfe = met behulp van

mittels = door middel van/ middels
statt, anstatt = in plaats van
trotz = ondanks
während = tijdens
wegen = vanwege, wegens

Slide 10 - Tekstslide

Hoe vorm je de Genitiv? (1)
1) Check: Heb ik hier een ,,bij elkaar horen"?/ Voorzetsel van de Genitiv?
2) Wat is het geslacht van het zelfstandig naamwoord?
3) Wat is het woordje dat ervoor staat (lidwoord, aanwijswoord etc.)? Behoort dit tot de der- of ein-Gruppe?
4) Aflezen in de tabel
5) Is het een mannelijk of onzijdig z.n.? Dan -s of -es toevoegen.

Slide 11 - Tekstslide

Waar moet je extra op letten?
  • Het persoonlijk voornaamwoord komt in de tweede naamval praktisch niet meer voor.  
  • Het vragend voornaamwoord is wessen: Wessen Fahrrad ist das?
  • der Traum vom großen Geld (träumen von)

Slide 12 - Tekstslide

Ik begrijp de stof en kan daarmee zelfstandig aan de slag met de verwerking van de paragraaf:
05

Slide 13 - Poll