De totale stroomsterkte is de de stroom van alle sub-kringen bij elkaar opgeteld
De spanning is gelijk bij elke sub-kring
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
In deze les zitten 31 slides, met tekstslides.
Onderdelen in deze les
Serie- en parallelschakeling:
Serieschakeling:
1 stroomkring
1 lampje uit > alles uit
Stroomsterkte is overal gelijk
Spanning wordt verdeeld
Parallelschakeling:
meerdere stroomkringen
1 lampje uit > rest blijft aan
De totale stroomsterkte is de de stroom van alle sub-kringen bij elkaar opgeteld
De spanning is gelijk bij elke sub-kring
Slide 1 - Tekstslide
Stroomsterkte
Is het aantal elektronen die door de stoomkring lopen
"I" is het symbool voor stroomsterkte
De eenheid is ampère (A)
Stroommeter (ampèremeter) meet je de hoeveelheid stroom
(ALTIJD IN SERIE)
Kleine
stroom
Grote
stroom
Slide 2 - Tekstslide
Stroomsterkte in een schakeling
In Serie-schakeling:
De stroomsterkte is overal gelijk
In een parallel-schakeling
Tel de stroomsterkte van alle subkringen op.
Dit is de stroom die door de hoofdkring loopt.
It=I1+I2+I3+...
It=I1=I2=I3=...
Slide 3 - Tekstslide
Spanning
De spanning van de spanningsbron bepaalt hoeveel energie de spanningsbron kan leveren.
Het symbool voor spanning is U.
De eenheid is volt (V).
Stopcontact heeft een spanning van ... V
Spanning meet je met een voltmeter
(ALTIJD in PARALLEL)
Hoge
spanning
Lage
spanning
Slide 4 - Tekstslide
Spanning in een schakeling
In Serie-schakeling:
De spanning word verdeeld over weerstanden/lampjes
In een parallel-schakeling
Is de spanning overal gelijk in een sub-kring
Ut=U1+U2+(U)3+...
Ut=U1=U2=U3=...
Slide 5 - Tekstslide
Serieschakeling
1
3
2
Slide 6 - Tekstslide
Serieschakeling
1
3
2
Slide 7 - Tekstslide
Vervangings - of totale weerstand?
1
2
Slide 8 - Tekstslide
Totale weerstand serieschakeling
1
2
3
Slide 9 - Tekstslide
Opdracht 1
Slide 10 - Tekstslide
Uitwerking opdracht 1
Slide 11 - Tekstslide
Parallelschakeling
1
3
2
Slide 12 - Tekstslide
Parallelschakeling
1
3
2
Slide 13 - Tekstslide
Vervangings - of totale weerstand?
1
2
Slide 14 - Tekstslide
Vervangingsweerstand parallelschakeling
1
2
3
Slide 15 - Tekstslide
Opdracht 2
12V
Slide 16 - Tekstslide
Uitwerking opdracht 2
Slide 17 - Tekstslide
Maken 12.3
Vanaf bladzijde 41
Opgave 1 t/m 11
Slide 18 - Tekstslide
Meterkast
Slide 19 - Tekstslide
kWh-meter
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Stopcontact
Bekijk de twee stopcontacten.
De linker heeft een randaarde (de ijzeren contactjes) en de bijbehorende stekker heeft inkepingen.
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Dubbele isolatie
Slide 24 - Tekstslide
Kortsluiting
1
2
Slide 25 - Tekstslide
Overbelasting
Maximumstroom per groep: 16A
Meer = brandgevaar
te veel apparaten => overbelasting
want: stroom hangt af van aangesloten vermogen
Bij overbelasting wordt de groep uitgeschakeld door de zekering
Slide 26 - Tekstslide
De aardlekschakelaar
De aardlekschakelaar reageert als er stroom 'weglekt' via een andere weg dan de draden, b.v. via je lichaam.
Hij vergelijkt Ifasedraad met Inuldraad,
het verschil noem je de Ilek (lekstroom).
Als Ilek > 30mA zet de aardlekschakelaar
de groep uit.
Slide 27 - Tekstslide
Aardlekschakelaar
Slide 28 - Tekstslide
4 kleuren bedrading
Bruin - fasedraad (230 V)
Blauw - nuldraad
Groengeel - aarde
Zwarte - schakeldraad: Alleen spanning als schakelaar aan is.
Welke draden kun je veilig aanraken?
nuldraad
Waarom raak je ook de nuldraad niet aan? Omdat er een kans is dat bijv. een vorige bewoner de nuldraad en fasedraad verwisseld heeft. Dan werkt alles perfect - maar staat alle spanning op de nuldraad.