Persoonlijk voornaamwoord (pvnw):> verwijst naar mensen, dieren, dingen, begrippen en
verschijnselen.
> je kunt het in de plaats zetten van een naam (een znw)
Voorbeeld: 'Hij geeft iets aan mij. De tas is van jou.
ik, mij, me, jij, jou, je, u, hij, hem, zij, ze, haar, het, wij, we, ons, jullie, zij, ze, hun, hen