magnesium (s) + zuurstof (g) -> magnesiumoxide (s)
D
waterstof (g) + zuurstof (g) -> water (g)
Slide 8 - Quizvraag
5.3 Overmaat
Er is van 1 stof meer aanwezig dan je nodig hebt.
Voorbeeld:
Reactie van calcium met zuurstof.
Voor 5 gram calcium heb je 2,4 gram zuurstof nodig.
Stel er is 3 gram zuurstof aanwezig.
Dan is zuurstof met 3-2,4 = 0,6 gram in overmaat aanwezig.
Slide 9 - Tekstslide
5.3 Overmaat/ ondermaat voorbeeld opgave
Calciumoxide en water reageren in de massaverhouding 56,1 u en 18,0u . Het reactieproduct is calciumhydroxide. Sky brengt 52 gram calciumoxide en 20 gram water in een vat. Massa van calciumhydroxide is 74,1. Dan laat zij beide stoffen met elkaar reageren. Welke stof heb je over na afloop van de reactie?
1.Rv opstellen CaO+ H2O---> Ca(OH)2
2.bepalen welke stof in overmaat : 52 x 18 / 56,1 = 16,7 g water.
dus water is in overmaat-> water
Slide 10 - Tekstslide
5.3 Overmaat/ ondermaat voorbeeld opgave
hoeveel gram calciumhydroxide ontstaat er?
CaO+ H2O---> Ca(OH)2
M.V 1 : 56 : 74,1
52: ?
68,7 g Calciumhydroxide
Slide 11 - Tekstslide
Samengevat....
Stap 1 Rv opstellen
Stap 2 M.V hebben van de stoffen in de reactie
Stap 3 Bepalen van de stof die in ondermaat is
Stap 4 De stof in ondermaat zet je tegen over de stof die je wilt weten in een verhoudingstabel
Stap5 je rekent het uit
Slide 12 - Tekstslide
David mengt natrium met chloor. Deze twee stoffen reageren in de verhouding 46 en 71 g tot de zout natriumchloride. Hij voegt 50 g natrium met 80 chloorgas. Bereken welke stof in overmaat is.
timer
5:00
Slide 13 - Open vraag
Waterstof en zuurstof reageren in massaverhouding 1:8. Van welke stof heb ik te veel als ik 4 gram waterstof laat reageren met 36 gram zuurstof?
A
Ik heb 4 gram waterstof teveel
B
Ik heb 4 gram zuurstof te veel
C
Ik heb 4 gram waterstof te weinig
D
Ik heb 4 gram zuurstof te weinig
Slide 14 - Quizvraag
schrijf de stappen op bij het berekenen van de stof die ontstaan is in een reactie.
Slide 15 - Open vraag
Opgave CalciumChloride
CaCl2 is sterk hygroscopisch. Het is een goedkoop product omdat het als bijproduct ontstaat in het solvay-proces. Hierin reageert CaCO3 met NaCl. Er ontstaat Na2CO3 + CaCl2.
Slide 16 - Tekstslide
wat betekent hygroscopisch?
Slide 17 - Open vraag
CaCl2 is sterk hygroscopisch. Het is een goedkoop product omdat het als Hierin reageert CaCO3 met NaCl. Er ontstaat Na2CO3 + CaCl2. Geef de kloppende reactievergelijking.
Slide 18 - Open vraag
CaCO3 + 2NaCl --> Na2CO3 + CaCl2 Bereken hoeveel g CaCl2 er kan ontstaan, bij 10g CaCO3 + 25g NaCl. Massa Info: CaCO3 (100,1 u); NaCl (58,5 u); CaCl2 (111,1 u)
Slide 19 - Open vraag
Gouden tips
Oefen goed met berekenen van overmaat
je moet kunnen uitrekenen hoeveel van een stof ontstaat
Rv vergelijking kunnen opstellen
Ontledingsreacties kunnen herkennen
stoffen die ontstaan bij volledig en onvolledige verbranding uit je hoofd kennen.