Les 5 - Wat is kenleer, vooronderstellingen

Wat is kennis?
Les 5: zekere kennis en vooronderstellingen
Periode 3
vwo-4
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat is kennis?
Les 5: zekere kennis en vooronderstellingen
Periode 3
vwo-4

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen en lesopbouw
  • Kennen: de begrippen 'zekere kennis' en 'vooronderstelling'
  • Kunnen: meedoen met quizvragen bij video

  1.  Uitleg: kennistheorie
  2. Voorbeeld: Memento (2000) + open vragen
  3. Vooronderstellingen (onbewuste aannames)
  4. Zelfstandige opdracht
  5. Reflectie: wat weten we nu?

Slide 2 - Tekstslide

Deelgebieden filosofie
  • Filosofie kan over van alles gaan. Ze omvat de hele werkelijkheid.
  • Toch kunnen we enkele deelgebieden onderscheiden:
  1. Filosofische antropologie - nadenken over het wezen van de mens
  2. Ethiek - nadenken over normen en waarden
  3. Sociale en politieke filosofie - nadenken over de samenleving als geheel
  4. Metafysica - vragen over de diepste structuren van de werkelijkheid
  5. Kennistheorie - vragen over zekere kennis
  6. Logica en argumentatieleer - vragen over geldige redeneringen

Slide 3 - Tekstslide

Kennistheorie (of kennisleer)
  • Kennistheorie is de tak (of deelgebied) binnen filosofie die gaat over de vragen naar kennis. Het omvat bijvoorbeeld de volgende vragen: 
  • "Wat weten we?", "Wat betekent het om te beweren dat je iets weet?", "Wat maakt bepaalde gerechtvaardigde opvattingen nu juist gerechtvaardigd?", en "Hoe weten we dat we iets weten?"

Slide 4 - Tekstslide

Memento (2000)
  • Een psychologische en mysterieuze thriller.
  • Regisseur: Christopher Nolan (bekend bij het grote publiek om zijn Batman-films)
  • De film Memento gaat over een man met geheugenverlies: hij is niet in staat nieuwe herinneringen aan de maken. 
  • Dit heeft hij sinds een klap op zijn hoofd bij een inbraak waarbij zijn vrouw werd vermoord. 
  • In de film is hij uit op wraak: wie was de dader?

Slide 5 - Tekstslide

Memento (2000)
  • Over het geheugenverlies van de hoofdpersoon (Leonard Shelby):
  • Hij kan sinds de klap ongeveer maar vijf minuten onthouden. Daarna is het weg.
  • Zijn verleden voor de klap herinnert hij zich wel.
  • Via tatoeages, aantekeningen en polaroid-foto’s probeert hij de dader op te sporen.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Als je geheugen niet meer goed werkt, kun je dan nog iets zeker weten?

Slide 8 - Open vraag

Waardoor weten we zeker dat ons eigen geheugen wel goed werkt?

Slide 9 - Open vraag

Plato's stelling over zekere kennis
Plato stelt dat zekere kennis een gerechtvaardigde, ware opvatting is.  Zekere kennis bestaat voor Plato dus uit drie onderdelen:
  1. Gerechtvaardigd (justified) - je onderbouwt je opvatting
  2. Waar (true) - de opvatting klopt ook daadwerkelijk
  3. Opvatting (belief) - je gelooft dat iets op een bepaalde manier zit, je gelooft wat iets waar is

Slide 10 - Tekstslide

Plato stelt dat een gerechtvaardigde, ware opvatting gelijkstaat aan zekere kennis. Als je geheugen niet goed werkt, kun je dan volgens Plato nog zekere kennis hebben?

Slide 11 - Open vraag

Vooronderstellingen
  • Veel van onze directe kennis is gevormd met vooronderstellingen (onbewuste aannames). 
  • Het boek (Wegen naar wijsheid 3B) gebruikt het voorbeeld van tijd en een horloge. Als iemand je vraagt naar de tijd en je kijkt daarvoor op je horloge, dan ga je er onbewust vanuit (vooronderstel je) onder andere dat.. 
  • a) je horloge goed functioneert, b) dat horloge goed staat afgesteld op andere atoomklokken en c) dat de andere persoon die naar de tijd vraagt de tijdsafspraken die internationaal gelden ook accepteert. 

Slide 12 - Tekstslide

Zelfstandige opdracht
  • Bedenk zoveel mogelijk onbewuste aannames in de onderstaande situaties. Schrijf ze op in een apart Word-document. 
  1. "Je reist met de trein en laat je ov-chipkaart zien aan de conducteur."
  2. "Je gaat naar een kroeg en vraagt om een klein biertje (fluitje). Je geeft een briefje van 5 euro aan de persoon achter de balie."
  3. "Je ziet in de maand juli een schooltas uit het raam hangen."
  4. "Je ziet op straat een meisje en een jongen hand in hand lopen."
  5. "Je vraagt in een supermarkt in een persoon met een supermarkt-logo op zijn kleding waar een bepaald product staat."
timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

"Je reist met de trein en laat je ov-chipkaart zien aan de conducteur." Wat zijn de onbewuste aannames in deze situatie?

Slide 14 - Open vraag

"Je gaat naar een kroeg en vraagt om een klein biertje (fluitje). Je geeft een briefje van 5 euro aan de persoon achter de balie." Wat zijn de onbewuste aannames in deze situatie?

Slide 15 - Open vraag

"Je ziet in de maand juli een schooltas uit het raam hangen." Wat zijn de onbewuste aannames in deze situatie?

Slide 16 - Open vraag

"Je ziet op straat een meisje en een jongen hand in hand lopen." Wat zijn de onbewuste aannames in deze situatie?

Slide 17 - Open vraag

"Je vraagt in een supermarkt in een persoon met een supermarkt-logo op zijn kleding waar een bepaald product staat." Wat zijn de onbewuste aannames in deze situatie?

Slide 18 - Open vraag

Reflectie: wat weten we nu?
We weten nu dat.. 
  • ... kennistheorie het deelgebied is binnen de filosofie dat gaat over de vraag naar kennis (wat is het, hoe komen we eraan, hoe rechtvaardigen we kennisclaims, is zekere kennis uberhaupt mogelijk?) 
  • ... de film Memento (2000) ingaat op de rol van ons geheugen in kennisverwerving
  • ... de kennis van de wereld om ons heen doordrongen is met vooronderstellingen (onbewuste aannames)

Slide 19 - Tekstslide