A2 5.13 - Grammatica - Bijvoeglijke bijzin

N E D E R L A N D S
Welkom A2!
Voorbereiding les:
- Materiaal op tafel
- Zitten volgens plattegrond
- Inloggen LessonUp
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

N E D E R L A N D S
Welkom A2!
Voorbereiding les:
- Materiaal op tafel
- Zitten volgens plattegrond
- Inloggen LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Planning

Uitleg werkwoordspelling 

Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
P L A N N I N G
Cursus 5 - Grammatica
1. Lesdoel
2. Herhalingsvragen vorige lessen
3. Uitleg: Bijvoeglijke bijzin
4. Klassikaal oefenen
5. Zelfstandig werken
6. Lesdoel checken + afsluiting

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

  • Je weet wat een bijvoeglijke bijzin is;
  • Je kunt een bijvoeglijke bijzin in een samengestelde zin herkennen.
Lesdoelen

Slide 6 - Tekstslide

Er volgen nu wat herhalingsvragen

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de bijzin in de volgende zin:
Wie te laat binnenkomt, moet zich melden bij de afdelingscoördinator.
A
Wie te laat binnenkomt
B
moet zich melden bij de afdelingscoördinator.

Slide 8 - Quizvraag

Wie te laat binnenkomt, moet zich melden bij de afdelingscoördinator.
Wie te laat binnenkomt =
A
ow-zin
B
lv-zin
C
mv-zin
D
bwb-zin

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de bijzin in de volgende zin:
Dat Usain alweer de snelste is, had waarschijnlijk iedereen wel verwacht..
A
Dat Usain alweer de snelste is
B
had waarschijnlijk iedereen wel verwacht

Slide 10 - Quizvraag

Dat Usain alweer de snelste is, had waarschijnlijk iedereen wel verwacht..
Dat Usian alweer de snelste is =
A
ow-zin
B
lv-zin
C
mv-zin
D
bwb-zin

Slide 11 - Quizvraag

Wie thuis alle opdrachten gemaakt heeft, wil ik de lastigste sommen nog wel een keer uitleggen.

Wie thuis alle opdrachten gemaakt heeft =
A
ow-zin
B
lv-zin
C
mv-zin
D
bwb-zin

Slide 12 - Quizvraag

De zusjes mogen niet meer naar de keet, tenzij ze geen druppel alcohol meer drinken.

tenzij ze geen druppel alcohol meer drinken =
A
ow-zin
B
lv-zin
C
mv-zin
D
bwb-zin

Slide 13 - Quizvraag

Zijn de woorden tussen haakjes een zinsdeel of een zinsdeelzin?

We gaan (over twee jaar) verhuizen naar Frankrijk.
A
zinsdeel
B
zinsdeelzin

Slide 14 - Quizvraag

Zijn de woorden tussen haakjes een zinsdeel of een zinsdeelzin?
Finn vroeg (of we allemaal op zijn feestje wilden komen).
A
zinsdeel
B
zinsdeelzin

Slide 15 - Quizvraag

Zijn de woorden tussen haakjes een zinsdeel of een zinsdeelzin?
Gisteren heb ik (aan die leuke jongen uit 2G) een Valentijnskaart gestuurd.
A
zinsdeel
B
zinsdeelzin

Slide 16 - Quizvraag

Zijn de woorden tussen haakjes een zinsdeel of een zinsdeelzin?
(Wie af en toe een complimentje ontvangt), krijgt meer zelfvertrouwen.
A
zinsdeel
B
zinsdeelzin

Slide 17 - Quizvraag



blz. 230-231
Grammatica zinsdelen paragraaf 13
Bijvoeglijke bijzin
 

Slide 18 - Tekstslide

De bijvoeglijke bijzin
Bekijk de volgende zinnen:
1 Het bronzen standbeeld krijgt een plek in het Stadspark.
2 Het standbeeld, dat van brons is gemaakt, krijgt een plek in het Stadspark.
In zin 1 is bronzen een bijvoeglijke bepaling bij standbeeld. 
In zin 2 is het onderwerp 'Het standbeeld, dat van brons is gemaakt'. Het zinnetje 'dat van brons is gemaakt' is binnen het onderwerp een bijvoeglijke bepaling bij het standbeeld. In dit geval is de bijvoeglijke bepaling een zin. Dat noem je een bijvoeglijke bijzin.

Slide 19 - Tekstslide

Welke hoort er niet bij?
A
Mooi boek
B
In het park
C
Erg grote jongen
D
Op de kast

Slide 20 - Quizvraag

Wat is een bijvoeglijke bepaling ook al weer?

Slide 21 - Open vraag

De bijvoeglijke bijzin
Het standbeeld, dat van brons is gemaakt, krijgt een plek in het Stadspark.
Je noteert de bijvoeglijke bijzin zo:
bijv.bijzin = dat van brons is gemaakt -> standbeeld.

Een bioscoopabbonement is handig voor hen die graag naar de film gaan.
bijv.bijzin = die graag naar de film gaan -> hen.

Slide 22 - Tekstslide

Zo herken je de bijvoeglijke bijzin
Een bijvoeglijke bijzin...
- Begint vaak met die of dat;
- Zegt iets over een zelfstandig naamwoord of een voornaamwoord (de kern), net als een bijvoeglijke bepaling;
- Staat direct achter de kern;
- Is een zin en heeft dus een persoonsvorm, maar is onderdeel van een zinsdeel (een zinsdeelstuk);
- Kun je meestal weglaten: er blijft een correct zin over.;

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Wat is de bijvoeglijke bijzin in de volgende zin:
Apen begroeten elkaar, blijkt uit een internationaal onderzoek dat laatst uitgevoerd is.

Slide 25 - Open vraag

Wat is de bijvoeglijke bijzin in de volgende zin:
Het circuit van Zandvoort, dat erg dichtbij zee ligt, is uniek.

Slide 26 - Open vraag

Wat is de bijvoeglijke bijzin in de volgende zin:
De coach legde de spelers die hij had geselecteerd voor de basisopstelling, de tactiek uit.

Slide 27 - Open vraag

Wat is de bijvoeglijke bijzin in de volgende zin:
Hebben jullie ondanks de vorst overnacht in een berghut waarin geen enkele vorm van verwarming was?

Slide 28 - Open vraag

Wat: §13 Bijvoeglijke bijzin - Bladzijde 230-231
opdracht 1, 2 en 3 (havo), 
opdracht 2, 3, 4 en 6 (vwo). 
Hoe: Mag in je schrift of online methode
Hulp: Theorie op blz. 230
Tijd: Tot het einde van de les. Niet af = huiswerk
Extra: Je mag een muziekje luisteren als je oortjes of een koptelefoon bij je hebt
Aan de slag
Klaar?
Oefen verder in de online methode.

Slide 29 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een bijvoeglijke bepaling en bijvoeglijke bijzin?

Slide 30 - Open vraag