Fictie les 1 waarom is lezen belangrijk

Fictie les 1 waarom is lezen belangrijk
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 55 min

Onderdelen in deze les

Fictie les 1 waarom is lezen belangrijk

Slide 1 - Tekstslide

Waar is lezen nog meer goed voor
Je leert jezelf beter kennen!

Als lezer verplaats je je in een ander. Als een personage boos of verdrietig is, ervaar je die emotie ook als lezer en kan je die herkennen als je ze zelf voelt. 

Door de kennismaking met situaties en werelden die je nog niet kent, ontdek je hoe het leven er in andere omstandigheden uit kan zien. Je leert bijvoorbeeld hoe het is om een in andere cultuur te leven. 

De pubertijd is dé levensfase waarin jij op zoek gaat naar je eigen identiteit. Wie ben ik? Wie ben jij? Je onderscheidt je en ontdekt wat wel en niet bij je past. Hoe ga je ermee om als je je anders voelt dan er van je verwacht wordt? Op wie word je verliefd en op wie niet? Wie kun je in vertrouwen nemen? Is er iets mis met je als je je niet op je gemak voelt in een bepaalde groep? Dit zijn onderwerpen waar veel jeugdboeken over gaan. Ze zorgen voor herkenning en helpen je bij het vinden van antwoorden op de vragen waar je mee zit.

Slide 2 - Tekstslide

Fictie
Een voorbeeld van een niet-realistische fictie is een fantasyroman, waarin nietbestaande wezens voorkomen.

Slide 3 - Tekstslide

Non-fictie

Tegenover fictie staat non-fictie. Dit zijn niet-verzonnen teksten zoals een nieuwsbericht of een geschiedenisboek. Ook jouw lesboek Nederlands is non-fictie. 

Ze hebben als doel je te informeren.

Slide 4 - Tekstslide

Fictie en non-fictie
Fictie = alles wat verzonnen is.
Fictie die 'net echt' is, noemen we realistisch.

Fictie die niet waar kan zijn, noemen we niet-realistisch
Voorbeelden: leesboeken, strips, toneelstukken

Non-fictie = alles wat niet verzonnen is. 
Voorbeelden: schoolboeken, nieuwsberichten, enz.

Slide 5 - Tekstslide

Fictie of non-fictie?

Slide 6 - Tekstslide

Fictie of non-fictie?
Fictie of non-fictie?

Slide 7 - Tekstslide


A
fictie
B
non-fictie

Slide 8 - Quizvraag


A
fictie
B
non-fictie

Slide 9 - Quizvraag


A
fictie
B
non-fictie

Slide 10 - Quizvraag

fictie of non-fictie
A
fictie
B
non-fictie

Slide 11 - Quizvraag

Fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 12 - Quizvraag

Vormen van fictie zijn:
timer
0:10
A
Strips, gedichten, korte verhalen, series, films, musicals
B
Kookboeken, reisgidsen, informatiefolders
C
Kranten, tijdschriften, posters

Slide 13 - Quizvraag

Voorbeelden van non-fictie zijn:

timer
0:10
A
Schoolboeken / krantenartikelen
B
De musical 'Cats'
C
Sprookjes / stripverhalen
D
Boeken van Carry Slee

Slide 14 - Quizvraag