Effectief coachen als Zorgcoördinator

Effectief coachen als Zorgcoördinator
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 3,4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Effectief coachen als Zorgcoördinator

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je effectieve coachingsvaardigheden toepassen als zorgcoördinator.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij al over het coachen als zorgcoördinator?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is coachen als zorgcoördinator?
Het ondersteunen en begeleiden van zorgmedewerkers om hun professionele ontwikkeling te bevorderen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een coach
  • helpt zijn de ander om in actie te komen en te veranderen;
  • maakt gebruik van de kracht van de ander;  
  •  gaat er vanuit dat de ander zelf verantwoordelijkheid kan nemen en zijn eigen oplossingen kan verzinnen.

Slide 5 - Tekstslide

Coachen is ervoor zorgen dat iemand van A naar B komt. Een coach was oorspronkelijk een koets en het mennen daarvan was coachen. Later is die term van de koetsier naar de persoonlijk begeleider overgegaan. Coachen is nu de aanduiding voor een heel specifieke manier van begeleiden:
iemand zo begeleiden dat die persoon eigenaar blijft van de beoogde verandering.
Een goede coach is daardoor vooral actief met ervoor te zorgen dat degene die hij coacht, actief wordt en blijft. Dat is voor het coachen van medewerkers niet anders. Als een medewerker zegt iets niet te snappen is de pavlov-reactie van sommige leiders:
“Luister goed, dan leg ik het nog een keer uit”
“Kijk goed, dan doe ik het nog een keer voor”.
Die reactie past niet bij de rol van coach. Om te kunnen leren, om te snappen wat nu de volgende stap is en wat je daarvoor moet doen, is in veel gevallen niet in de eerste plaats instructie nodig.
De medewerker in kwestie moeten eerst zelf gaan nadenken, of eens op rij zetten wat ze nu al wel weten of kunnen. De voornaamste taak van een coach is het activeren van de gecoachte.

Coachingsvaardigheden - communicatievaardigheden
  • Effectief luisteren, 
  • Het stellen van open vragen en
  • Het geven van constructieve feedback.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschil tussen coachen/adviseren/sturen
Coachen Je gaaervanuit dat de ander zelf het antwoord heeft. Het enige waar je mee helpt is zoeken naar dat antwoord door open, oordeelvrije vragen, aanmoedigen enzovoort.

Adviseren  je geeft zelf een antwoord, en de ander is vrij om ermee te doen wat ie wil.

Sturen Je zegt wat de ander moet doen of bereiken.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aspecten van coaching 
  • Doelgericht coachen Het helpen van zorgmedewerkers bij het stellen van realistische doelen en het ontwikkelen van een actieplan.
  • Reflectie en bewustzijn Het stimuleren van zorgmedewerkers om te reflecteren op hun eigen handelen. Bewust te zijn van hun sterke en zwakke punten.
  • Motiveren en inspireren Het aanmoedigen van zorgmedewerkers om het beste uit zichzelf te halen en hen te inspireren om te groeien in hun functie.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Passend Coaching gedrag
  • Gelijkwaardig
  • Acceptatie
  • Eerlijk
  • Zelfverzekerd
  • Open/kwetsbaar

Slide 9 - Tekstslide

Gedrag dat helemaal past bij coachend leidinggeven is:
Je houding naar de medewerker is gelijkwaardig. Je gaat ervan uit dat je evenveel recht hebt om je oké te voelen als je medewerker.
Je bent accepterend: je probeert in elk geval zo min mogelijk je oordeel te laten merken. Je toont begrip en empathie.
Je durft te benoemen wat er gebeurt in het hier en nu. Je bent eerlijk over wat je merkt en ervaart in het gesprek met je medewerker. Als het gesprek bijvoorbeeld stroef loopt, dan benoem je dat.
Je straalt zelfverzekerdheid uit.Dus je past jezelf niet te veel aan aan je medewerker maar bepaalt je eigen koers.
Je bent open en kwetsbaar. Je hebt dus niet de neiging jezelf groter te maken dan je medewerker. Je staat open voor andere meningen.
Valkuilen: 
Pamperen, teveel zorgen voor de ander/overnemen
Geirriteerd zijn door onkunde/onbekwaamheid van de ander, veroordelen van andermans gedrag
Je zegt niet wat er gezegd moet worden vanuit:  angst voor reactie van de ander, bang om te kwetsen, tijdsgebrek, je hebt geen zin/onverschilligheid

Valkuilen
  • Pamperen, teveel zorgen voor de ander/overnemen
  • Geirriteerd zijn door onkunde/onbekwaamheid van de ander, veroordelen van andermans gedrag
  • Je zegt niet wat er gezegd moet worden vanuit:  angst voor reactie van de ander, bang om te kwetsen, tijdsgebrek, je hebt geen zin/onverschilligheid


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Coaching on the job
Het situationeel leidinggeven. 

BEWUSTE ‘COACHING ON THE JOB’
Dit is dat de medewerker ervan op de hoogte is dat hij gecoached wordt. Je hebt gecontracteerd dat er bijvoorbeeld meer begeleiding nodig is om hem of haar bepaalde taken beter te laten uitvoeren of op het omgaan met lastige situaties.

ONBEWUST COACHING ON THE JOB
Dit zit hem in de feedback van die jij geeft . De feedback werkt dan sturend waardoor een werknemer zich bewuster is van zijn of haar gedrag en dit dan kan aanpassen.







Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prioriteiten stellen in de zorg
Opdracht:

Bedenk in 2-tallen welke factoren invloed hebben op de complexiteit van de zorgvraag

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Complexiteit van de zorgvraag
  • De ernst van de aandoening
  • De snelheid van wisselingenin de gezondheidstoestand
  • De voorspelbaarheid van wisselingen in de gezondheidstoestand  
  • De aanwezigheid van meer stoornissen, beperkingen of handicaps (die elkaar beinvloeden)
  • Het inzicht dat de client heeft in de eigen gezondheidstoestand

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • De motivatie van de client om mee te werken aan het herstel
  • Beschibaarheid van mantelzorg
  • Het inzicht dat de mantelzorg heeft in de gezondheidstoestand/ psychische belasting
  • Veilige woonomgeving
  • Betrokkenheid disciplines

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 15 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 16 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 17 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.