Onderwerp en hoofdgedachte

Doelen
1. Je kent het verschil tussen onderwerp en hoofdgedachte.
2.  Je kunt het onderwerp en hoofdgedachte benoemen.
3. Je kunt dit bij lees-en luisterteksten. 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Doelen
1. Je kent het verschil tussen onderwerp en hoofdgedachte.
2.  Je kunt het onderwerp en hoofdgedachte benoemen.
3. Je kunt dit bij lees-en luisterteksten. 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Onderwerp
Een tekst gaat ergens over. Dat noem je het onderwerp.

Hoe vind je het onderwerp?
Lees de tekst oriënterend.
Stel de vraag: Waar gaat de tekst over?
Het is geen zin.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdgedachte bepalen
Geeft antwoord op de vraag: 
Wat zegt de schrijver over het onderwerp?
De belangrijkste uitspraak die de auteur doet over het onderwerp.

De kortst mogelijke samenvatting van de tekst (1 zin).
Staat vaak in de inleiding of het slot.


Slide 5 - Tekstslide

Vorm van de hoofdgedachte
Het is 1 zin.
Het is nooit een vraag!

Slide 6 - Tekstslide

Het onderwerp bepaal je door te kijken naar
A
de titel en de tussenkopjes.
B
de illustraties en bronvermelding.
C
titel, tussenkopjes, anders gedrukte woorden, inleiding
D
titel en illustraties.

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

De hoofdgedachte is
A
Amalia wordt 18 jaar en wordt koningin.
B
Amalia bezoekt regelmatig een psycholoog
C
Amalia gaat het anders doen dan haar vader.
D
Amalia vertelt over haar leven in een boek.

Slide 10 - Quizvraag

Leg in eigen woorden uit wat het verschil is tussen het onderwerp en de hoofdgedachte.

Slide 11 - Open vraag

Maken
- Opdracht 1, 2, 4 en 5 van:
Hoofdstuk 1, meer dan lezen, strategieën (vanaf blz. 10).
Klaar?
- Maak opdracht 1 en 3 van:
Hoofdstuk 2, meer dan lezen, strategieën (vanaf blz. 18).

Slide 12 - Tekstslide