In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 5 Woordenschat
Een bekend woorddeel
Slide 1 - Tekstslide
Deze les
Herhaling
Uitleg H5 woordenschat
Zelfstandig werken
Slide 2 - Tekstslide
Herhaling: Uit welke drie delen bestaat een tekst meestal?
Slide 3 - Open vraag
Maak zelf een zin waarin een tegenstelling voorkomt. Gebruik ook een van de volgende woorden: maar, daarentegen, echter, hoewel, aan de ene kant... aan de andere kant
Slide 4 - Open vraag
timer
0:20
Geef een voorbeeld van een tekst waarbij de schrijver je wil amuseren.
Slide 5 - Woordweb
De betekenis van woorden raden
Hoe zat het ook alweer?
Slide 6 - Tekstslide
Wat doe je als je de betekenis van een woord in een tekst niet weet?
Slide 7 - Woordweb
Een synoniem
Een betekenis
Een voorbeeld
Een tegenstelling
De docent vraagt wie er absent is, maar er is niemand afwezig.
We moeten de theorie letterlijk, zoals het er staat, overschrijven.
De theorie gaat over spreekwoorden, zoals 'de appel valt niet ver van de boom'.
Let op: zoals, bijvoorbeeld, een voorbeeld van
Nieuwe games zijn vaak prijzig, maar in de uitverkoop zijn ze goedkoop.
Let op: maar, echter, toch, hoewel, daarentegen
Slide 8 - Tekstslide
Een bekend woorddeel
Je kunt de betekenis van een onbekend woord soms begrijpen doordat je een deel van het woord kent. Dat kan in 3 gevallen:
Samengestelde woorden
Woorden met een voorvoegsel
Woorden met een achtervoegsel
Prijsverhoging
Onverkoopbaar
Hergebruiken
Smakeloos
Smaakvol
On = niet
Her = opnieuw
loos = zonder
vol = met
Slide 9 - Tekstslide
Aan het werk
Ga aan de slag met H5 Woordenschat.
Je bekijkt ook zelfstandig het filmpje met de uitleg.