H3 2.1

Welkom :)
Vraag: waar gaat het hoofdstuk 'krachten' over?
en wat heeft dit met ''beweging' te maken?

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom :)
Vraag: waar gaat het hoofdstuk 'krachten' over?
en wat heeft dit met ''beweging' te maken?

Slide 1 - Tekstslide

Bij welke beweging is de snelheid constant?
A
Eenparige beweging
B
Versnelde beweging
C
Vertraagde beweging

Slide 2 - Quizvraag

Vandaag:
  • Eerst theorie. Goed luisteren + aantekeningen maken. vraag? hand opsteken
  • Checkvragen maken
  • Opdrachten maken. 
  • Controle & afsluiting
  • Eerst: leerdoelen & waarom

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kunt uitleggen welke veranderingen een
    kracht kan maken.

  2. Je kunt vijf soorten krachten noemen en
    beschrijven.

  3. Je kunt de grootte van een kracht meten
    met een veerunster.

  4. Je kunt de zwaartekracht berekenen en tekenen op schaal vanuit het juiste aangrijpingspunt.

Slide 4 - Tekstslide

Soorten bewegingen
Eenparige beweging:
Beweging waarbij de snelheid constant is (gelijk blijft)
Versnelde beweging:
Beweging waarbij de snelheid groter wordt
Vertraagde beweging:
Beweging waarbij de snelheid kleiner wordt

Slide 5 - Tekstslide

Wat is massa / gewicht

Slide 6 - Tekstslide

Welke grootheid verandert als een astronaut naar de maan gaat?
A
Massa
B
Gewicht

Slide 7 - Quizvraag

Welke grootheid is een kracht?
A
Massa
B
Gewicht

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de eenheid van gewicht?
A
Newton
B
Kilogram

Slide 9 - Quizvraag

Wat is massa / gewicht
Massa
De hoeveelheid materiaal van een voorwerp (in kg)

Gewicht
De kracht die een voorwerp op de grond uitoefent (in N)

Massa en gewicht zijn grootheden

Slide 10 - Tekstslide

Krachten kun je voelen

Slide 11 - Tekstslide

De gevolgen van een kracht kun je zien:

Slide 12 - Tekstslide

De gevolgen van een kracht kun je zien:

Slide 13 - Tekstslide

Gevolgen van een kracht

Verandering van vorm (2 soorten)
1...
2...
Verandering van beweging (2 soorten)
1...
2...

Slide 14 - Tekstslide

Verandering van vorm:
.





Plastische vervorming                              Elastische vervorming

Slide 15 - Tekstslide

Verandering van beweging
.





Verandering van richting              Verandering van snelheid

Slide 16 - Tekstslide

Welke soort vervorming
zie je hier?
A
Elastische vervorming
B
Plastische vervorming

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen elastische en plastische vervorming?

Slide 18 - Open vraag

Zwaartekracht Fz (hier gebleven)
De kracht waarmee de aarde trekt noem je de zwaartekracht.

Slide 19 - Tekstslide

Spierkracht Fspier
De kracht waarmee een mens (met zijn spieren) duwt of trekt noem je de spierkracht.

Slide 20 - Tekstslide

 Spankracht Fspan
De kracht waarmee een touw trekt noem je de spankracht.

Slide 21 - Tekstslide

 Magnetische kracht Fmag
De kracht waarmee een magneet trekt of duwt heet de magnetische kracht.

Slide 22 - Tekstslide

Welke krachten herken je?

Slide 23 - Open vraag

Wat is een veer:
.




Een veer vervormt elastisch wanneer er een kracht op wordt uitgeoefend

Slide 24 - Tekstslide

Veerkracht Fveer
De kracht waarmee een veer duwt of trekt noem je de veerkracht.

Slide 25 - Tekstslide

Veerdemo
  • Welke twee krachten spelen er een rol?

  • Wat kunnen we zeggen over de richting en de grootte van deze krachten?

  • Tip: ze maken evenwicht. wat betekent dit?

Slide 26 - Tekstslide

Kracht meten
Een kracht kun je meten met een
krachtmeter / veerunster.

In een krachtmeter zit een veer die uitrekt
(langer wordt) als er aan getrokken wordt.

Slide 27 - Tekstslide

Welke waarde geeft de krachtmeter aan?

Slide 28 - Open vraag

Welke waarde geeft de krachtmeter aan? Geef je antwoord in N.

Slide 29 - Open vraag

Zwaartekracht berekenen
Zwaartekracht = massa  × valversnelling

Fzw = g
Fzw : Zwaartekracht in N
m : Massa in kg
g: Valversnelling in N/kg (9,8 N/kg op aarde)

Slide 30 - Tekstslide

Een berekening maken
De massa van een gewichtje is 50 gram.
Bereken de zwaartekracht op het gewichtje.
Gegevens:

Gevraagd:

Uitwerking (F):
                         (I):
                         (A):
Controle:

Slide 31 - Tekstslide

Het blokje heeft een massa van 50 gram. Bereken de zwaartekracht

Slide 32 - Open vraag

Aan de slag

Slide 33 - Tekstslide

Vooruitblik volgende les
Leerdoelen

Slide 34 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 35 - Tekstslide

Klaar?
Moeilijke opdracht klassikaal, doorlezen, anders??

Slide 36 - Tekstslide