B1B - Nederlands - Fictie (Les 3)

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Over fictie: verhalen nader bekeken

1U - Nederlands, Les 3 

Deze les leer je...

-Wat het verschil is tussen hoofdpersonen en bijfiguren

-Hoe je personages leert kennen in een verhaal

Maar eerst..

… gaan we de vorige les herhalen! 

Les 3

Fictie:

- Plot

- Personages

- Perspectief

- Setting en sfeer

Wie is jouw favoriete personage
uit boek, serie of film?

Personages

De mensen die een rol spelen in een verhaal noem je de personages.

De hoofdpersonen zijn het belangrijkst. Het verhaal draait om wat zij meemaken en je komt veel van ze te weten. Ook hun gevoelens en karakter. 

De hoofdpersoon maakt vaak een ontwikkeling of verandering door

 

Personages - bijfiguren

De bijfiguren spelen niet zo’n grote rol in het verhaal. Van de bijfiguren kom je veel minder te weten.  Meestal bezitten ze maar één opvallende karaktertrek en ze reageren vaak op dezelfde, voorspelbare manier. 

Ze veranderen niet in de loop van het verhaal.

Stel, er wordt een boek geschreven over jouw leven. Hoe zou je jouw personage omschrijven in vier woorden?

Voorbeeld

The Lion King 

Hoofdpersonen en bijfiguren? 

Hoofdpersonen uit
de Lion King?

Bijfiguren uit
de Lion King?

Hoe kun je personages in het boek leren kennen?

Personages leren kennen

Personages kun je op verschillende manieren leren kennen:

• door wat zij denken en voelen;

• door wat zij doen en zeggen;

• door wat anderen over hen zeggen of denken;

• door wat de schrijver over hen vertelt.

Fictiefragment

'Fuck'. Jims gezicht wordt van onder verlicht door zijn telefoon. 'Mijn telefoon ligt eruit en ik heb zelfs geen bereik meer. Midden in New-York, dat geloof je toch niet?' 'Serieus?' Vraagt Abby. 'Ik heb nog nooit van mijn leven geen bereik gehad!' Emilia blijft staan in het midden van de kamer. Ze kan het donker voelen. Vanaf alle kanten duwt het zachtjes tegen haar vel, ze ademt het in. 'Dit kan toch niet lang duren?' Vraagt Emila met een rare, onzekere stem. 'Precies,' zegt Jim. 'Dit is New York'. 'Wat bedoel je daarmee?' vraagt Emila dan. Want ook zijn stem klonk raar. 

(Naar: Anna Woltz, Honderd uur nacht)

Wie is in vorig fragment de hoofdpersoon?

Jim

Emilia

Abby

Welke verschillen tussen hoofdpersonen en bijfiguren ken je?

Welke uitspraak over hoofdpersonen klopt? Je weet over de hoofdpersoon...

1. Alles, behalve de gedachten
2. Niets
3. Veel, informatie maar ook gevoelens en gedachten

Welke personages maken vaak een verandering door in een verhaal?

1. Alle personages
2. Hoofdpersonen
3. Bijfiguren
4. Ligt aan het boek

Noem twee manieren om
personages te leren kennen

Klassikaal lezen

3.1.4-3.1.6

Maken: opdracht 10

Huiswerk maandag 7/2

Maken: opdracht 12, 13 en 14