B2D Ne: Fictie - 2

Over fictie: verhalen nader bekeken
B2D - Nederlands
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Over fictie: verhalen nader bekeken
B2D - Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Programma
-Herhaling spelling
-Herhaling fictie vorige les
-Fictie: nieuwe theorie

Slide 2 - Tekstslide

Welk woord hoort op de puntjes?
De politieagent .... daar loopt, zag ik gisteren nog bij een feest.
A
wat
B
die
C
dat
D
wie

Slide 3 - Quizvraag

Alles ... ik heb verzameld, verkoop ik op mijn kleedje
A
dat
B
wat
C
die
D
wie

Slide 4 - Quizvraag

Welke zin bevat de juiste interpunctie?
A
'Ik zal op tijd zijn', zei Jan, 'mijn vrienden mogen ook niet lang wegblijven.'
B
'Ik zal op tijd zijn', zei Jan. 'Mijn vrienden mogen ook niet lang wegblijven.
C
'Ik zal op tijd zijn'. Zei Jan. 'Mijn vrienden mogen ook niet lang wegblijven.'
D
'Ik zal op tijd zijn', zei Jan: 'Mijn vrienden mogen ook niet lang wegblijven.'

Slide 5 - Quizvraag

In welke zin staat GEEN interpunctiefout?
A
Wie die tafel opknapt kan er nog een hoop plezier van hebben.
B
De meeste voorbeelden die hij gaf waren niet echt verhelderend.
C
Koos zei tegen Leonard wij hebben geen fouten kunnen ontdekken.
D
Automobilisten die zich niet aan de juiste snelheid houden, worden bekeurd.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het meervoud van 'ceremonie'?

Slide 7 - Open vraag

Wat voor soort boek is dit?
A
realistische fictie
B
niet realistische fictie
C
non fictie
D
autobiografie

Slide 8 - Quizvraag

Wat komt niet voor?
A
Realistische fictie
B
Niet-realistische fictie
C
Niet-realistische non-fictie
D
Een realistische biografie

Slide 9 - Quizvraag

In dit boek schrijft Michelle Obama over haar leven. Dit is:
A
fictie
B
een auto-biografie
C
een biografie
D
niet-realistische fictie

Slide 10 - Quizvraag

Dit boek gaat over het leven van Napoleon. Dit boek is...
A
Fictie
B
Een autobiografie
C
Een biografie
D
Niet-realistische fictie

Slide 11 - Quizvraag

Deze les leer je...
-Wat het verschil is tussen hoofdpersonen en bijfiguren
-Hoe je personages leert kennen in een verhaal
-Op welke manier een verhaal verteld kan worden
-wat een ik-verhaal is
-wat een hij/zij-verhaal is
-wat een alwetende verteller is

Slide 12 - Tekstslide

Les 3


Fictie:
- Plot
- Personages
- Perspectief
- Setting en sfeer

Slide 13 - Tekstslide

Wie is jouw favoriete personage
uit boek, serie of film?

Slide 14 - Woordweb

Personages
De mensen die een rol spelen in een verhaal noem je de personages.
De hoofdpersonen zijn het belangrijkst. Het verhaal draait om wat zij meemaken en je komt veel van ze te weten. Ook hun gevoelens en karakter. 
De hoofdpersoon maakt vaak een ontwikkeling of verandering door

 

Slide 15 - Tekstslide

Personages - bijfiguren
De bijfiguren spelen niet zo’n grote rol in het verhaal. Van de bijfiguren kom je veel minder te weten.  Meestal bezitten ze maar één opvallende karaktertrek en ze reageren vaak op dezelfde, voorspelbare manier. 
Ze veranderen niet in de loop van het verhaal.

Slide 16 - Tekstslide

Personages leren kennen
Personages kun je op verschillende manieren leren kennen:
• door wat zij denken en voelen;
• door wat zij doen en zeggen;
• door wat anderen over hen zeggen of denken;
• door wat de schrijver over hen vertelt.

Slide 17 - Tekstslide

Fictiefragment
'Fuck'. Jims gezicht wordt van onder verlicht door zijn telefoon. 'Mijn telefoon ligt eruit en ik heb zelfs geen bereik meer. Midden in New-York, dat geloof je toch niet?' 'Serieus?' Vraagt Abby. 'Ik heb nog nooit van mijn leven geen bereik gehad!' Emilia blijft staan in het midden van de kamer. Ze kan het donker voelen. Vanaf alle kanten duwt het zachtjes tegen haar vel, ze ademt het in. 'Dit kan toch niet lang duren?' Vraagt Emila met een rare, onzekere stem. 'Precies,' zegt Jim. 'Dit is New York'. 'Wat bedoel je daarmee?' vraagt Emila dan. Want ook zijn stem klonk raar. 
(Naar: Anna Woltz, Honderd uur nacht)

Slide 18 - Tekstslide

Wie is in vorig fragment de hoofdpersoon?
Jim
Emilia
Abby

Slide 19 - Poll

Welke verschillen tussen hoofdpersonen en bijfiguren ken je?

Slide 20 - Woordweb

Welke uitspraak over hoofdpersonen klopt? Je weet over de hoofdpersoon...
A
Alles, behalve de gedachten
B
Niets
C
Veel, informatie maar ook gevoelens en gedachten

Slide 21 - Quizvraag

Welke personages maken vaak een verandering door in een verhaal?
A
Alle personages
B
Hoofdpersonen
C
Bijfiguren
D
Ligt aan het boek

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een ik-perspectief?

Slide 23 - Open vraag

Een ik-verhaal
De ik-persoon speelt een rol in het verhaal
Je krijgt een heel persoonlijk verhaal
Je ziet alles vanuit zijn/haar ogen: gebeurtenissen, personen en situaties
Je weet dus wat deze ik denkt, voelt en ziet

Slide 24 - Tekstslide

Stefan schoof zijn voetbalplunje naar het midden van de kamer en zette het raam open, want het stonk werkelijk vreselijk: een muffe grondlucht vermengd met zuur zeer. Maar daarom hoefde zijn moeder toch niet zo uit haar dak te gaan?
Wie is hier aan het woord?

Slide 25 - Open vraag

Een hij/zij-verhaal
De hij/zij speelt zelf ook mee.
De schrijver kruipt in de huid van één of meerder personages.
Als lezer weet je evenveel als de hij/zij-persoon. 

Slide 26 - Tekstslide

Er was eens een houthakker met zijn vrouw en die hadden zeven kinderen, allemaal jongens: de oudste was pas tien jaar en de jongste al zeven. Misschien vind je het vreemd dat de houthakker in zo weinig tijd zoveel kinderen had, maar hij had een rappe vrouw, die er altijd minstens twee tegelijk kreeg. Wie is hier aan het woord?

Slide 27 - Open vraag

Een alwetende verteller
De schrijver kan het verhaal door iemand laten vertellen die zelf niet mee doet in het verhaal.
De schrijver begint te vertellen over een personage, maar speelt zelf niet mee in het verhaal.
Hij is dus een soort verslaggever: hij weet/ziet alles, maar speelt zelf niet mee.
Hij weet bijvoorbeeld al hoe het verhaal afloopt. 

Slide 28 - Tekstslide

Hij liep naar binnen en deed zijn schoenen uit. Vervolgens riep hij: 'Ik ben thuis! Het was een barre tocht'
A
ik-verhaal
B
hij/zij-verhaal
C
alwetende verteller

Slide 29 - Quizvraag

Wat voor soort verhaal is "Het Achterhuis" van Anne Frank?
A
ik-verhaal
B
hij/zij-verhaal
C
alwetende verteller

Slide 30 - Quizvraag

Hij pakte de doos aan en opende het. Wat zou erin zitten? Ja lieve lezer, dat zou je wel willen weten!
A
ik-verhaal
B
hij/zij-verhaal
C
alwetende verteller

Slide 31 - Quizvraag

'Ik heb het niet gedaan!' riep Aisha. Later zullen we weten of Aisha gelijk had.
A
ik-verhaal
B
hij/zij-verhaal
C
alwetende verteller

Slide 32 - Quizvraag

Peter zei tegen me dat hij verliefd was op Anne. Ik had dit nooit achter hem gezocht.
A
ik-verhaal
B
hij/zij-verhaal
C
alwetende verteller

Slide 33 - Quizvraag