Jong & Oud (5e) H3. Werken en belasting betalen

Dagopening
Je moet wel lef hebben om op latere leeftijd voor een een heel ander beroep te kiezen...
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Dagopening
Je moet wel lef hebben om op latere leeftijd voor een een heel ander beroep te kiezen...

Slide 1 - Tekstslide

Je moet wel lef hebben om op latere leeftijd voor een een heel ander beroep te kiezen...
Mee eens
Niet mee eens

Slide 2 - Poll

Week 48 (vanaf 22 november)
Hoofdstuk 3. Werken en belasting betalen
  • leerdoelen GPL
  • instructie
  • schrift (les): 3.1 - 3.6, 3.8 en 3.9
  • digitaal (huiswerk): 3.7, 3.10 en 3.11
  • actualiteit
  • leerdoelen GPL

Slide 3 - Tekstslide

GPL Hoofdstuk 3. Werken en belasting betalen
(code 3de8t)

Slide 4 - Tekstslide

Inkomen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Hoe zou jij willen gaan werken?
Werken in loondienst
Werken als ZZP'er
Werken als ondernemer (met personeel)

Slide 7 - Poll

Slide 8 - Tekstslide

Waarom betaal je
belastingen?

Slide 9 - Woordweb

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Welke soorten
belastingen ken je?

Slide 13 - Woordweb

Inkomstenbelasting
De inkomstenbelasting (IB) bestaat uit 3 boxen.

In hoofdstuk 3 beperken wij ons tot Box 1 (inkomen uit werk en woning).

Slide 14 - Tekstslide

IB Box 1 (inkomen uit werk en woning)
(heffingsbedrag)
(inkomensheffing)
(aftrekposten)
(bruto inkomen
uit arbeid)
(belastbaar inkomen)
(heffingskortingen)
(schijvensysteem)

Slide 15 - Tekstslide

Aftrekposten

  • pensioenpremies
  • rente hypotheek (eigen woning)
  • eigenwoningforfait (= bijtelling!)
  • reiskosten (werk OV)
  • studiekosten (met een drempel van € 250)
  • giften goede doelen (met een drempel van 1% van het bruto inkomen) 
Heffingskortingen

  • algemene heffingskorting
  • arbeidskorting
  • ouderenkorting
  • etc.

Slide 16 - Tekstslide

Eigenwoningforfait

Slide 17 - Tekstslide

Belastingschijven
In 2021 hebben we (nog maar) 2 belastingschijven.

Belastbaar inkomen
tot € 68.507 : 37,1 %
hoger dan € 68.507 : 49,5 %

Slide 18 - Tekstslide

Loon- en inkomensheffing
Bruto loon = afgesproken loon tussen werkgever en werknemer

  • Netto loon = bruto loon - belastingen & premies volksverzekeringen
  • Loonheffing = voorheffing belastingen & premies volksverzekeringen (maandelijks)
  • Inkomensheffing = te betalen belastingen & premies volksverzekeringen (jaarlijks)
  • Te betalen/ontvangen belasting = inkomensheffing (jaarlijks) - loonheffing (maandelijks x aantal perioden)



Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Stappenplan jaarlijkse belastingaangifte
Stap 1: belastbaar inkomen = bruto inkomen (jaar) – aftrekposten

Stap 2: heffingsbedrag = belastbaar inkomen door schijvensysteem
Stap 3: inkomensheffing = heffingsbedrag - heffingskortingen
Stap 4: te betalen/ontvangen belasting = Inkomensheffing - loonheffing(en)


Slide 21 - Tekstslide

Mevrouw B.E. Lasting uit Buitenpost heeft in 2021 een bruto jaarinkomen van € 84.000.
De premie voor haar aanvullende pensioen was € 1.500.
Zij heeft een hypotheek voor haar woning van € 200.000 waar zij 2% rente over betaalt.
Daarnaast reisde zij in 2021 met het OV naar haar werk voor € 1.200.
Tenslotte betaalde zij in 2021 € 1000 aan Greenpeace.

Stap 1: Bereken het belastbaar inkomen van mevrouw B.E. Lasting voor 2021.
timer
2:00

Slide 22 - Open vraag

Stap 1: Belastbaar inkomen
Bruto inkomen € 84.000
Aftrekposten:
  • pensioenpremie        - € 1.500
  • hypotheekrente         - € 4.000 (2% van € 200.000)
  • eigenwoningforfait  + € 1.000 (0,5% x € 200.000)
  • reiskosten                     - € 1.200 (woon-werk met OV)
  • giften                               - €    160 (Greenpeace € 1.000 - 1% x € 84.000)
Belastbaar inkomen = € 84.000 - € 5.860 = € 78.140

Slide 23 - Tekstslide

Stap 2: Bereken het heffingsbedrag van mevrouw B.E. Lasting voor 2021.
timer
2:00

Slide 24 - Open vraag

Stap 2: Heffingsbedrag
Belastbaar inkomen € 78.140

Schijvensysteem:
  • schijf 1 (t/m € 68.507) 37,1% x € 68.507 = € 25.416
  • schijf 2 (vanaf € 68.507) 49,5% x € 9.633 = € 4.768

Heffingsbedrag = € 25.416 + € 4.768 = € 30.184

Slide 25 - Tekstslide

Door haar 'hoge' inkomen heeft zij geen recht op de algemene heffingskorting. Wel heeft zij recht op de arbeidskorting die uitkomt
op € 1.725.

Stap 3: Bereken de inkomensheffing van mevrouw B.E. Lasting voor 2021.
timer
1:00

Slide 26 - Open vraag

Stap 3: Inkomensheffing
Heffingsbedrag € 30.184

Heffingskortingen:
  • algemene heffingskorting € 0
  • arbeidskorting € 1.725

Inkomensheffing = € 30.184 - € 1.725 = € 28.459

Slide 27 - Tekstslide

Op de loonstroken van mevrouw B.E. Lasting staat dat er in 2021
maandelijks al € 2.500 loonheffing is ingehouden.

Stap 4: Bereken de nog te betalen/ontvangen belasting van mevrouw
B.E. Lasting voor 2021.
timer
1:00

Slide 28 - Open vraag

Stap 4: Te betalen belasting
Inkomensheffing € 28.459

Loonheffing: 12 x € 2.500 = € 30.000

Te betalen/ontvangen belasting = € 28.459 - € 30.000 = - € 1.541

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Maakwerk
  • schrift (les): 3.1 - 3.3

Slide 31 - Tekstslide

GPL Hoofdstuk 3. Werken en belasting betalen
(code 3de8t)

Slide 32 - Tekstslide

Stappenplan jaarlijkse belastingaangifte
Bruto inkomen (jaar) € 84.000

Stap 1: belastbaar inkomen = bruto inkomen (jaar) – aftrekposten      €  78.140
Stap 2: heffingsbedrag = belastbaar inkomen (schijvensysteem)        €  30.184
Stap 3: inkomensheffing = heffingsbedrag - heffingskortingen           € 28.459
Stap 4: te bet./ontv. belasting = Inkomensheffing - loonheffing(en)    €    1.541



Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Bereken het gemiddelde en het marginale heffingstarief (belastingdruk)
van mevrouw B.E. Lasting in 2021.
timer
2:00

Slide 36 - Open vraag

Heffingstarief (belastingdruk)
Bruto inkomen € 84.000

Inkomensheffing € 28.459

Gemiddelde heffingstarief = inkomensheffing / bruto inkomen x 100%
                                                         = € 28.459 / € 84.000 x 100% = 33,9% 

Marginale heffingstarief = 49,5%

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Wat voor belastingstelsel hebben wij in Nederland?
A
Progressief
B
Proportioneel (vlaktax)
C
Degressief

Slide 40 - Quizvraag

Slide 41 - Tekstslide

Maakwerk
  • schrift (les): 3.4 - 3.6
  • digitaal (huiswerk): 3.7
  • leerdoelen GPL hoofdstuk 3 bijwerken

Slide 42 - Tekstslide

GPL Hoofdstuk 3. Werken en belasting betalen
(code 3de8t)

Slide 43 - Tekstslide

Dagopening
Hoe ga jij om met moeilijke momenten?

Slide 44 - Tekstslide

Hoe ga jij om met moeilijke momenten?
Je bent niet je gevoelens...
Door tegenslagen groei je...
Uiteindelijk komt alles goed...
Ontdek dat je niet bang hoeft te zijn...
Zie dat er iets te lachen valt...
Accepteer dat je je ongelukkig voelt...

Slide 45 - Poll

Belastingadviseur
Wat             aangifte inkomstenbelasting (IB) invullen (2x)
Hoe             in 2-tallen met rollen
                      - één persoon heeft het formulier en beantwoordt vragen
                      - de andere persoon stelt vragen en berekent de aangifte IB
Hulp           pagina 19 van de lesbrief Jong & Oud en de docent loopt rond
Tijd              2x 10 minuten (na 10 minuten wisselen van rol)
Uitkomst  bereken de te betalen (of te ontvangen) inkomstenbelasting
Klaar           bereken het gemiddelde- en marginale heffingspercentage
timer
10:00

Slide 46 - Tekstslide

Belastingaangifte
Bruto inkomen (jaar)         € 78.000     (13 x 6.000)
  1. Belastbaar inkomen  € 68.500     (78.000 - aftrekposten = 1.000 + 8.500)
  2. Heffingsbedrag           € 25.413      (37,1% x 68.500 = alleen 1ste schijf)
  3. Inkomensheffing        € 22.013      (25.413 - heffingskorting = 1.200 + 2.200)
  4. Terug te ontvangen   €    3.987      (22.013 - loonheffing = 13 x 2.000)

Gemiddelde heffingstarief 28,2%       (22.013 / 78.000 x 100%)
Marginale heffingstarief      37,1%         (= alleen 1ste schijf)

Slide 47 - Tekstslide

Winstbelasting
  • Natuurlijke personen (zoals eenmanszaak en VoF) betalen inkomstenbelasting (IB) over de winst.
  • Rechtspersonen (zoals BV en NV) betalen vennootschapsbelasting (VpB) over de winst.

Slide 48 - Tekstslide

De BV Best Company uit Buitenpost heeft in 2021 een winst behaald
van 360.000. Bereken de vennootschapsbelasting die deze BV
over 2021 moet betalen.
timer
2:00

Slide 49 - Open vraag

Vennootschapsbelasting
Winst 2021 = € 360.000

Schijvensysteem 2021:
  • schijf 1 (t/m € 245.000) 15% x € 245.000 = € 36.750
  • schijf 2 (vanaf € 245.000) 25% x € 115.000 = € 28.750

Vennootschapsbelasting 2021 = € 36.750 + € 28.750 = € 65.500

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Tekstslide

Maakwerk

  • schrift (les): 3.1 - 3.6, 3.8 en 3.9
  • digitaal (huiswerk): 3.7, 3.10 en 3.11
  • leerdoelen GPL hoofdstuk 3 bijwerken

Slide 52 - Tekstslide

GPL Hoofdstuk 3. Werken en belasting betalen
(code 3de8t)

Slide 53 - Tekstslide