Herhaling 4B CS Deel 2

Vandaag
  • Jas uit / spullen op tafel / telefoon in de telefoontas
  • Huiswerkcontrole
  • Herhaling via LessonUp
  • Opdracht budgetteren
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
  • Jas uit / spullen op tafel / telefoon in de telefoontas
  • Huiswerkcontrole
  • Herhaling via LessonUp
  • Opdracht budgetteren

Slide 1 - Tekstslide

Ik zet € 5.000 op de bank. Ik krijg 0,45% rente. Hoeveel euro rente krijg ik?
A
€ 20,50
B
€ 22,50
C
€ 24,50
D
€ 26,50

Slide 2 - Quizvraag

Ik leen € 7.000 bij de bank. Dit betaal ik terug in 3 jaar. Per maand moet ik € 200 betalen. Wat zijn mijn kredietkosten?
A
€ 200
B
€ 300
C
€ 400
D
€ 500

Slide 3 - Quizvraag

Adonai heeft in 2021 een jaarlijks inkomen van €25.000. Dit jaar krijgt hij €25.500. Met hoeveel procent is zijn inkomen gestegen?
A
0,5%
B
1%
C
1,5%
D
2%

Slide 4 - Quizvraag

Inkomen uit bezit
Inkomen uit arbeid
Overdrachtsinkomen
Uitkering
Rente
Loon of salaris
Huursubsidie
Vakantiegeld
Pacht

Slide 5 - Sleepvraag

Jacob verhuurt zijn auto aan een vriend voor vakantie. Hij krijgt hier €600 voor. Welk soort inkomen heeft Jacob hierdoor.
A
Overdrachtsinkomen
B
Inkomen uit arbeid
C
Inkomen uit bezit

Slide 6 - Quizvraag

Pijus werkt in een bakkerszaak. Aan het einde van de dag krijgt hij geen geld, maar brood. Dit is ..
A
Inkomen uit arbeid
B
Inkomen uit bezit
C
Inkomen uit overdracht

Slide 7 - Quizvraag

Ismaïl heeft drie kinderen. Nuri, Redouan en Neville. Hij ontvangt kinderbijslag. Dit is ..
A
Inkomen uit bezit
B
Inkomen uit overdracht
C
Inkomen uit arbeid

Slide 8 - Quizvraag

Dagelijkse uitgaven
Vaste lasten
Incidentele uitgaven
huur of hypotheek
vakantie
boodschappen

Slide 9 - Sleepvraag

Begroting
Als je niet goed bent in het omgaan met geld, dan kun je besluiten een begroting te maken. Een ander woord voor begroting is een budgetplan. Je maakt dan een overzicht van je inkomsten en uitgaven in een maand.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Budgetteren
Als je niet uitkomt met je geld. Dan moet je budgetteren. Dat is het afstemmen van je inkomsten en je uitgaven. Anders gezegd: je zorgt ervoor dat je uitgaven niet hoger zijn dan je inkomsten.
Heb je hier problemen mee? Dan kan het Nibud of de Consumentenbond je helpen!


Slide 12 - Tekstslide

Begroting
Maken opdracht begroting:
  •  Vul al jouw inkomsten in.
  • Vul al jouw uitgaven in.
  • Kijk of je een tekort of een overschot hebt.
  • Doe hetzelfde voor Julia.
  • Opdracht is aan het einde van de les af!

Slide 13 - Tekstslide