H4 THV Woordenschat - Een tegenstelling zoeken

H4 woordenschat: Je leert een tegenstelling zoeken
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H4 woordenschat: Je leert een tegenstelling zoeken

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je leert de betekenis van een onbekend woord raden met behulp van een tegenstelling.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

'Deze ziekte veroorzaakt zowel psychische als somatische klachten.'

Wat is het tegenovergestelde van 'somatische'?

Slide 4 - Open vraag

'Voor deze klus kun je poreus maar ook waterdicht materiaal gebruiken.'

Wat betekent 'poreus'?

Slide 5 - Open vraag

Betekenis zoeken
Als je de betekenis van een woord niet weet, kan je die misschien in de tekst vinden.

Soms kan dat door een tegenstelling.

Slide 6 - Tekstslide

Tegenstellingen zoeken

Nieuwe games zijn vaak prijzig, maar in de uitverkoop zijn ze goedkoop. 

Prijzig, duur
Goedkoop, voordelig 

Slide 7 - Tekstslide

Tegenstellingen
Vaak is het tegenovergestelde van een woord het woord + een voorvoegsel
handig --> onhandig
rationeel --> irrationeel
typisch --> atypisch

Andere 'negatieve' voorvoegsels: in-, il-, im-
Betekenen allemaal: niet...

Slide 8 - Tekstslide

Tegenstellingen
In een tekst zie je een tegenstelling ook vaak aan signaalwoorden

maar, echter, toch, daarentegen, anderzijds, hoewel


Slide 9 - Tekstslide

Sporten is erg gezond, echter zijn er wel vaak blessures.

Slide 10 - Tekstslide

Geef nog meer voorbeelden
van een woord met tegengesteld
woord (door voorvoegsel)

Slide 11 - Woordweb

'Roy is tegenwoordig erg recalcitrant, terwijl zijn broer meegaand en gehoorzaam is.'

Wat betekent 'recalcitrant'?

Slide 12 - Open vraag

Bedenk een zin met daarin een tegenstelling.

Slide 13 - Open vraag

Hierna volgen 3 zinnen. Noteer van elke zin het woord waaraan je ziet dat er een tegenstelling in de zin staat. 

Slide 14 - Tekstslide

Op school gaat de tijd meestal traag, maar vrije tijd gaat juist snel voorbij.

Slide 15 - Open vraag

Als je onder water duikt, moet je voordat je inademt toch eerst goed uitademen.

Slide 16 - Open vraag

Je kunt maximaal negen punten halen. Je moet er echter minimaal tien hebben om naar het volgende level te gaan.

Slide 17 - Open vraag

Mijn ouders leiden een gezapig leven, maar gelukkig zorgen wij voor de nodige onrust.

Slide 18 - Open vraag

Aan de slag
Nieuw Nederlands

Hoofdstuk 4 oranje woordenschat
Een tegenstelling zoeken

Slide 19 - Tekstslide