2KGT_I writing grammar recap

Maris College Statenkwartier | English
Mrs. Gorissen (GSS) 
Year 2

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Maris College Statenkwartier | English
Mrs. Gorissen (GSS) 
Year 2

Slide 1 - Tekstslide

At the end of today's class..
...you can explain the rules for talking about the past

Planning
1. Recap questions and negations
2. Check each other's work
3. Assignment StudyGuide
4. Presentation preparations 

Slide 2 - Tekstslide

....... the man ........ the accident yesterday?
A
does - see
B
did - see
C
did - saw
D
does - saw

Slide 3 - Quizvraag

 simple past - vragen
Bij vragen heb je weer een hulpwerkwoord nodig. 
Bij de past simple is dat DID
Hoe? 
DID +Persoon + werkwoord (GEEN -ED achter het werkwoord!!!!)
Did you walk to school yesterday?
Did he go on holiday last year?

Slide 4 - Tekstslide

Is Peter gisteren naar London geweest?
A
Has Peter been to London yesterday?
B
Did Peter went to London yesterday?
C
Did Peter go to London yesterday?

Slide 5 - Quizvraag

He went to Paris last week
.... he ..... to Paris last week?

Slide 6 - Open vraag

The man saw an accident in the park
.... the man .... an accident in the park?

Slide 7 - Open vraag

He kept the rabbit in a cage
.... he .... the rabbit in a cage?

Slide 8 - Open vraag

We did our homework last night
... we ... our homework last night?

Slide 9 - Open vraag

LET OP!!
Wanneer er in de NL zin een voltooide tijd gebruikt wordt met een signaalwoord van de verleden tijd dan MOET je in het Engels ALTIJD de SIMPLE PAST gebruiken!!
* Hij heeft gisteren een nieuwe jas gekocht
*He bought a new coat yesterday

Slide 10 - Tekstslide

Zijn zij vorige week naar een musical
geweest?
A
Have they been to a musical last week?
B
Did they went to a musical last week?
C
Did they go to a musical last week?
D
Have they gone to a musical last week?

Slide 11 - Quizvraag

Heeft zij vorige week de kaartjes gekocht?
A
Bought she the tickets last week?
B
Buyed she the tickets last week?
C
Has she bought the tickets last week?
D
Did she buy the tickets last week?

Slide 12 - Quizvraag

ontkenningen
* bij ontkenningen met  1 werkwoord gebruik je het  hulpwerkwoord  DID
* je zet didn't vóór het werkwoord
* na didn't komt ALTIJD het hele werkwoord
I went to London
I didn't go to London

Slide 13 - Tekstslide

He ________ his homework for English class.
A
doesn't do
B
didn't
C
didn't does
D
didn't do

Slide 14 - Quizvraag

The police caught the criminal
(catch)

Slide 15 - Open vraag

The little boy fell into the water
(fall)

Slide 16 - Open vraag

We were very glad when we won the cup

Slide 17 - Open vraag

Tom and Tim left an hour ago
(leave)

Slide 18 - Open vraag

Schrijf 3 dingen op die je in deze les hebt geleerd

Slide 19 - Open vraag

Wat vind je nog lastig? Wat snap je nog niet zo goed?

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Link

Slide 22 - Link

Slide 23 - Link

Maak ontkennend: My mother made a delicious apple pie

Slide 24 - Open vraag

maak vragend: We went to London two years ago

Slide 25 - Open vraag

Maak vragend: We wrote a letter to our grandmother

Slide 26 - Open vraag

maak vragend: we were at home last night

Slide 27 - Open vraag

Maak vragend: we had a wonderful time

Slide 28 - Open vraag

Maak vragend: We were extremely lucky today

Slide 29 - Open vraag

maak vragend: The boys stood in the doorway

Slide 30 - Open vraag