hulp bij schulden
1 / 30
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is lenen?
A
Geld krijgen en dit niet moeten terugbetalen
B
Geld ontvangen van een financiële instelling en dit dan ook terugbetalen.
C
Geld die je krijgt en op je eigen manier terugbetaald
Slide 2 - Quizvraag
Wanneer kan je sparen?
Slide 3 - Open vraag
Wat is rente/interest
A
Dit is een vergoeding/kost die moet betaald worden bij een lening
B
Dit krijg je op je zichtrekening
C
Ik betaal dit wanneer ik geld afhaal
Slide 4 - Quizvraag
Rente/interest is er enkel wanneer je iets leent.
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Wanneer krijg je rente?
Slide 6 - Open vraag
De rente wordt bepaalt door de rentevoet
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Geef de 3 voorbeelden van inkomsten, ik help je met de eerste letter.
A, O, V
A, O, V
Slide 8 - Open vraag
Inkomsten van rente heb je bij inkomsten van vermogen?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Loon is een voorbeeld van inkomsten van arbeid.
A
Niet waar
B
Waar
Slide 10 - Quizvraag
Wanneer ik geld krijg en daar niet voor gewerkt heb is dit een inkomen van:
A
Vermogen
B
Arbeid
C
Overdracht
Slide 11 - Quizvraag
Geef 2 voorbeelden van overdrachtsinkomen:
Slide 12 - Open vraag
Persoonlijke uitgave
Huishoudelijke uitgave
Vaste kosten/lasten
Bioscoop
Extra snoep
Voeding
Dokter
Water om je te wassen
Elektriciteit
Slide 13 - Sleepvraag
Dokterskosten horen bij..
A
Onvoorziene uitgaven
B
Voorziene uitgaven
Slide 14 - Quizvraag
Ik betaal enkel wat ik verbruikt heb op mij telefoon, dit hoort dan ook bij ...
A
Vaste uitgave
B
Variabele uitgave
Slide 15 - Quizvraag
Volgend jaar koopt mijn mama een nieuwe vaatwas. Deze uitgave is een..
A
Voorziene uitgave
B
Onvoorziene uitgave
Slide 16 - Quizvraag
Wat is een lange termijn uitgave?
Slide 17 - Open vraag
Een lening van een huis hoort bij?
A
Een lange termijn uitgave
B
Een korte termijn uitgave
Slide 18 - Quizvraag
Geef een voorbeeld van een korte uitgave
Slide 19 - Open vraag
Lening
Krediet
