02 FD1 Wwft UBO mededelingsplicht documenten

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Wft BasisMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat versta jij onder integer gedrag?



timer
1:00

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft)
Wat is het doel denk je?

timer
1:00

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

1. Alleen bij nieuwe klanten hoeft de bank vast te stellen of het om een integere klant gaat
2. Een rijbewijs wordt altijd geaccepteerd als identiteitsbewijs.


A
1. Juist 2. Juist
B
1. Juist 2. Niet juist
C
1. Niet juist 2. Juist
D
1. Niet juist 2. Niet juist

Slide 19 - Quizvraag

1. Verificatie Informatie Systeem (VIS) = Identiteitsdocumenten geregistreerd die verloren of gestolen zijn
2. Externe Verwijzings Applicatie (EVA) = Fraudesituaties gemeld door bank of financieringsmaatschappij

A
1. Juist 2. Juist
B
1. Juist 2. Niet juist
C
1. Niet juist 2. Juist
D
1. Niet juist 2. Niet juist

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide


Financieel dienstverleners doen alleen zaken met integere klanten,
Hiervoor is de volgende wet- en regelgeving

A
Wft, Wwft,
B
Wwft, sanctiewetgeving
C
Wft, Wwft, BW
D
Wwft, sanctieregelgeving, Wet Onkomstenbelasting

Slide 27 - Quizvraag

1. Wwft verplicht de bank (voorgenomen) ongebruikelijke transacties te melden bij Financial Intelligence Unit (FIU)
2. De melding van een ongebruikelijke transactie moet aan de klant gemeld worden.


A
1. Juist 2. Juist
B
1. Juist 2. Niet juist
C
1. Niet juist 2. Juist
D
1. Niet juist 2. Niet juist

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Vragen?

Slide 31 - Tekstslide