3.5 deel 1 + herhalen H3 3M
1 / 25
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Welk mengsel is een voorbeeld van een homogeen mengsel?
A
Mayonaise
B
Suikerwater
C
Sinaasappelsap
D
Sigarettenrook
Slide 4 - Quizvraag
Destilleren berust op ...
A
verschil in deeltjesgrootte
B
verschil in dichtheid
C
verschil in kookpunt
D
verschil in aanhechtingsvermogen
Slide 5 - Quizvraag
Wat is filtreren?
Filtreren is een manier om:
Filtreren is een manier om:
A
een opgeloste stof en een vloeistof van elkaar te scheiden.
B
een vaste stof en een vloeistof van elkaar te scheiden.
C
twee vaste stoffen van elkaar te scheiden.
D
twee vloeistoffen van elkaar te scheiden.
Slide 6 - Quizvraag
Je kunt een oplossing indampen.
Als je een oplossing indampt:
Als je een oplossing indampt:
A
houd je de oplossing over.
B
ontsnapt de opgeloste stof verdwijnen.
C
houd je het oplosmiddel over.
D
ontsnapt het oplosmiddel.
Slide 7 - Quizvraag
Wat voor twee stoffen kunnen worden gescheiden met bezinking?
A
Gas + Vloeistof
B
Gas + Gas
C
Vloeistof + Vloeistof
D
Vaste stof + Vloeistof
Slide 8 - Quizvraag
Destilleren heeft veel overeenkomsten met indampen, maar er is ook een belangrijk verschil.
Wat is het verschil tussen destilleren en indampen?
Wat is het verschil tussen destilleren en indampen?
A
Bij destilleren vang je de vloeistof die verdampt is weer op.
B
Bij indampen vang je de vloeistof die verdampt is weer op.
C
Destilleren gebeurt bij een hogere temperatuur.
D
Bij indampen kookt de vloeistof bij een lagere temperatuur.
Slide 9 - Quizvraag
welke uitspraken kloppen voor het mengsel van water met zand:
het is een.....
het is een.....
A
Suspensie en een heterogeen mengsel
B
Suspensie en een homogeen mengsel
C
Oplossing en een homogeen mengsel
D
emulsie en een heterogeen mengsel
Slide 10 - Quizvraag
Indampen is een ...
A
...scheidingsmethode gebaseerd op kookpunt
B
...ontledingsreactie gebaseerd op kookpunt
C
...scheidingsmethode gebaseerd op dichtheid
D
...ontledingsreactie gebaseerd op dichtheid
Slide 11 - Quizvraag
Wat gebeurt er bij bezinken?
A
De stoffen worden uit het mengsel getrokken
B
De vaste stoffen lossen op
C
De vloeistof verdampt
D
De vaste deeltjes zinken naar de bodem
Slide 12 - Quizvraag
Filtreren is gebaseerd op
A
kookpunt
B
dichtheid
C
massa
D
deeltjes grootte
Slide 13 - Quizvraag
Tijdens het destilleren is het destillaat de stof met het ...
A
laagste kookpunt
B
hoogste kookpunt
C
laagste smetpunt
D
hoogste smeltpunt
Slide 14 - Quizvraag
Hoe noem je dat wat achterblijft in het indampschaaltje na het indampen?
A
neerslag
B
residu
C
filtraat
D
destilaat
Slide 15 - Quizvraag
Op welke eigenschap berust bezinken?
A
Deeltjesgrootte
B
Aanhechtingsvermogen
C
Oplossingsvermogen
D
Dichtheid
Slide 16 - Quizvraag
Bij filtreren vang je het
A
residu op in het filter
B
residu op in de reageerbuis
C
filtraat op in het filter
D
het filtraat op in de reageerbuis
