Feiten / meningen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Lesdoel

Aan het einde van de les kunnen we benoemen wat een feit is en wat een mening is. 

Feit

Een feit is iets wat waar is of wat niet waar is. 

Een feit kun je controleren.

  

Mening

  

Een mening is wat iemand vindt van iets. 

Met een mening kun je het eens zijn of oneens.

Een mening kun je onderbouwen met argumenten.

Feit of mening

''Ik heb een kat en vind dat ze de liefste kat is van de hele wereld.''

Wat is het feit?

Wat is de mening?

Wat is het feit in deze zin?

''Ik heb een hond en vindt dat ze de liefste hond is van de hele wereld.''

Wat is een mening in deze zin?

''Ik heb een hond en vindt dat ze de liefste hond is van de hele wereld.''

Welke zin (nen) is/zijn een mening(en)?

1. Ik vind roze een mooie kleur.
2. Het Zone.college heeft een oranje logo.
3. Mijn ouders zijn heel lief.
4. Ik heb tot 9 februari vakantie.

Welke zin is een feit?

1. Ik houd van ijs.
2. IJsjes zijn koud.

Feit of mening?

"Ik heb elke maandag t/m vrijdag school."

1. feit
2. mening

Feit of mening?

"Nederland ligt in Europa."

1. Feit
2. Mening

Feit of mening?:

"Leeuwarden ligt Friesland."

1. Feit
2. Mening.

Feit of mening?

Zij praat heel raar.

1. mening
2. feit

Feit of mening?

'Yes, weer naar school'

1. Feit
2. Mening

Feit of mening:

Vandaag is het donderdag.

1. feit
2. mening

Feit of mening:

De doek zijn nat.

1. feit
2. mening

Feit of mening?

Wiskunde is een leuk vak.

1. feit
2. mening

Feit of mening?

Honden zijn liever dan katten.

1. Feit
2. Mening

Schrijf 1 meningen en geef daarbij een argumenten

Schrijf hier een zin met een feit.