Oefenen 2.5 klas 2
1 / 11
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat hoort er op de plek van de puntjes?
Vorige week (werpen)...... Thomas en ik de bal over de schutting.
Vorige week (werpen)...... Thomas en ik de bal over de schutting.
Slide 3 - Open vraag
Wat hoort er op de plek van de puntjes?
Waarom (beantwoorden) ...... hij gisteren mijn vraag niet?
Waarom (beantwoorden) ...... hij gisteren mijn vraag niet?
Slide 4 - Open vraag
Wat hoort er op de plek van de puntjes?
Marja (haasten) ..... zich naar buiten.
Marja (haasten) ..... zich naar buiten.
Slide 5 - Open vraag
Wat hoort er op de plek van de puntjes?
Een uur geleden (bonzen) ..... wij op haar deur.
Een uur geleden (bonzen) ..... wij op haar deur.
Slide 6 - Open vraag
Wat hoort er op de plek van de puntjes?
(Hoeven) .... hij vorig jaar niet mee op schoolreis?
(Hoeven) .... hij vorig jaar niet mee op schoolreis?
Slide 7 - Open vraag
In welke zin zijn de hoofdletters en leestekens goed geplaatst?
A
De televisie doet het niet, hij is defect.
B
De televisie doet het niet: hij is defect.
C
De televisie doet het niet: Hij is defect.
D
De televisie doet het niet: 'Hij is defect.'
Slide 8 - Quizvraag
In welke zin zijn de hoofdletters en leestekens goed geplaatst?
A
Ik vroeg: 'Heb je goed geleerd?'
B
Ik vroeg: 'heb je goed geleerd?'
C
Ik vroeg: 'heb je goed geleerd'?
D
Ik vroeg?: 'heb je goed geleerd'.
Slide 9 - Quizvraag
Welk woord is goed gespeld?
A
onmiddelijk
B
choqueren
C
verrukkellijk
D
slechterikken
