Klas 2 oefenen voor repetitie hoofdstuk 5

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Oefenen repetitie hoofdstuk 5

• Morgen: repetitie hoofdstuk 5
• Deze les: leerdoelen afvinken m.b.v. quizvragen
• Quizlet

Leerdoel 5.1

• Ik kan realistische, emotieve en morele argumenten in een tekst herkennen en uitleggen.
• Ik kan een open en een gesloten einde in een verhaal herkennen en uitleggen.

'Ik kon me goed inleven in het verhaal: elke keer als de hoofdpersoon verdrietig was, werd ik zelf ook een beetje verdrietig.'

Wat voor soort argument is dit?

1. realistisch argument
2. emotief argument
3. moreel argument

Leerdoelen 5.2 Lezen

• Ik kan de vier leesstrategieën en de bijbehorende leesdoelen benoemen.
• Ik kan de signaalwoorden in een tekst herkennen en het bijbehorende tekstverband noemen.
• Ik kan de verschillende tekstdoelen, tekstsoorten en tekstvormen herkennen en benoemen.
• Ik kan de functies van de inleiding en het slot benoemen.

Leerdoelen 5.3  Woorden

• Ik kan de betekenis van de behandelde woorden opnoemen.
• Ik kan de behandelde woorden op de juiste manier in een zin gebruiken.

Straks oefenen met Quizlet.

Neem de gemaakte opdrachten goed door!

Leerdoelen 5.4 Grammatica

• Ik kan een zin taalkundig ontleden door onder elk woord de juiste woordsoort te schrijven (LW, ZN, BN, WW, VZ, TW, PSV, BZV, AWV, VRV).
• Ik kan een zin redekundig ontleden aan de hand van de zeven stappen (PV, zinsdeelstrepen, WG, O, LV, MV en BWB).

'Hij spoelde zijn schoenen af onder de kraan.'

Tot welke woordsoort behoort 'Hij'?

1. ZN
2. PSV
3. BZV
4. AWV

'Hij spoelde zijn schoenen af onder de kraan.'

Tot welke woordsoort behoort 'zijn'?

1. WW
2. BN
3. PSV
4. BZV

'Hij spoelde zijn schoenen af onder de kraan.'

Tot welke woordsoort behoort 'onder'?

1. WW
2. VZ
3. TW
4. BN

'Welke sprong maak jij?'

Tot welke woordsoort behoort 'welke'?

1. AWV
2. VRV
3. PSV
4. BZV

'Wat is het juiste antwoord op die vraag?

Tot welke woordsoort behoort 'Wat'?

1. PSV
2. BZV
3. AWV
4. VRV

'Wat is het juiste antwoord op die vraag?

Tot welke woordsoort behoort 'juiste'?

1. BN
2. TW
3. AWV
4. VRV

'Wat is het juiste antwoord op die vraag?

Tot welke woordsoort behoort 'die'?

1. LW
2. TW
3. AWV
4. VRV

Redekundig ontleden

Gisteren aten de meisje een broodje met jam op het schoolplein. 

Leerdoelen 5.5 Spelling

• Ik kan Engelse werkwoorden correct spellen.
• Ik kan de leestekens 'trema' en 'apostrof' op de juiste manier gebruiken.
• Ik kan de dicteewoorden op bladzijde 200 correct spellen.

Wat hoort er op de plek van de puntjes?

Ik heb mijn documenten gisteren nog ….. .

1. gesavt
2. gesavd
3. gesavet
4. gesaved

Wat hoort er op de plek van de puntjes?

Hij …. nog steeds elke dag in het park.

1. skate
2. skatet
3. skated
4. skeet

Welke zin is juist gespeld?

1. Die fiets is van Anne's broer.
2. Die fiets is van Alex's broer.
3. Die fiets is van Romy's broer.
4. Die fiets is van Katie's broer.

Welk woord is juist gespeld?

1. museüm
2. kanoën
3. bacterieën
4. geädviseerd

Welk woord is juist gespeld?

1. discussiëren
2. chemicalieën
3. mozaiëk
4. A4-tje

Quizlet

• Ga naar www.quizlet.live