7.1 - 7.2 Sociale bindingen en sociale institutie

7.1 & 7.2
Context: Religie vanaf de 16e eeuw (bijv. in de 80-jarige oorlog)
Concepten: Sociale cohesie, cultuur, sociale institutie
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

7.1 & 7.2
Context: Religie vanaf de 16e eeuw (bijv. in de 80-jarige oorlog)
Concepten: Sociale cohesie, cultuur, sociale institutie

Slide 1 - Tekstslide

7.1 Twee geloven in een rijk

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Religie kan zorgen voor sociale cohesie

het aantal en de kwaliteit van de bindingen die mensen in een ruimer sociaal kader met elkaar hebben, bijv.:
1. het gevoel een groep te zijn/lid van een gemeenschap
2. verantwoordelijkheid te voelen voor elkaars welzijn
En/of
3. een beroep op elkaar kunnen doen

Slide 4 - Tekstslide

Religie hoort bij cultuur
Religie --> gedeelde normen en waarden --> gevoel een groep te zijn --) sociale cohesie

Slide 5 - Tekstslide

Religie kan zorgen voor conflict
Karel's doel was dat iedereen katholiek werd.
Protestanten wilden hun eigen religie behouden.
--> tegenwerking

Slide 6 - Tekstslide

Religie zorgde voor sociale instituties
Huwelijk (norm = o.a. niet trouwen met andere religie), taal, feestdagen

Complex van min of meer geformaliseerde regels
die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties reguleren.
Regels voor het sociale leven

Slide 7 - Tekstslide

Maak
Opdr. 5 vr. 1, 3, 4, 6
Opdr 8 (

Slide 8 - Tekstslide

opdr 5
1. Voorbeeld: het koningshuis of het Nederlands elftal. Dit soort zaken zorgen er voor dat we ons met andere Nederlanders verbonden voelen. Door op Koningsdag bijvoorbeeld allemaal oranje aan te trekken, dragen we uit dat we lid zijn van een groep en dat we daar trots op zijn. 

Slide 9 - Tekstslide

opdr 5
3. Tijdens de verzuiling was de cohesie binnen bepaalde zuilen erg groot. Protestanten voelden zich erg verbonden met andere protestanten, en katholieken met katholieken etc. Deze ‘interne’ binding leek ten koste te gaan van de ‘externe’ binding, want katholieken voelden zich niet verbonden met de protestanten en andersom. In zo’n geval zorgt sterke cohesie binnen bepaalde groepen voor een verzwakte cohesie in een groter verband.  groep’. 

Slide 10 - Tekstslide

opdr 5
4. Cultuur zorgt vaak voor meer sociale cohesie, omdat gedeelde voorstellingen, opvattingen, uitdrukkingsvormen, waarden en normen ervoor zorgen dat mensen meer het gevoel hebben lid te zijn van een gemeenschap.
5. Overeenkomst: in beide gevallen gaat het om een complex van min of meer geformaliseerde regels die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties reguleren.

Slide 11 - Tekstslide

opdr 5
6. Wanneer er sprake is van een CULTUUR is er o.a. een geheel van uitdrukkingsvormen die mensen als lid van een groep of samenleving hebben verworven. Dit zorgt in veel gevallen voor SOCIALE COHESIE. Deze verbondenheid komt ook tot uiting in een SOCIALE INSTITUTIE zoals taal: het is iets wat Nederlanders gemeenschappelijk hebben verworven. Nieuwe leden van een samenleving verwerven de taal; een proces dat we SOCIALISATIE noemen.

Slide 12 - Tekstslide

opdr 8
2) De positieve kant van sociale cohesie is dat het een bindmiddel is en fungeert als een soort lijm waardoor er conflicten worden voorkomen. De negatieve kant echter is dat sterke sociale cohesie in kleine groepen kan ervoor zorgen dat de sociale cohesie in een groter verband verzwakt. Dit kan dan tot conflicten lijden.
3). Wanneer mensen als lid van een groep of samenleving de zelfde culturele waarden, opvattingen, etc. verworven hebben, gedragen ze zich deels hetzelfde en denken ze over bepaalde dingen hetzelfde. Dit zorgt dus voor affectieve bindingen omdat mensen het gevoel hebben een groep te zijn en bij elkaar te horen.

Slide 13 - Tekstslide

opdr 8
4) *Een moeilijke vraag. Bedenk eerst welke logica je met de aangeboden kernconcepten kunt bedenken. Er zijn verschillende antwoorden mogelijk. Bijvoorbeeld: cultuurverschillen zijn o.a. verschillen in opvattingen en uitdrukkingsvormen. Als twee subculturen elkaar tegen komen kunnen hun opvattingen en uitdrukkingsvormen botsen. Hierdoor kan het zijn dat ze elkaar niet begrijpen en is er ook geen gevoel lid te zijn van dezelfde groep (sociale cohesie). Dit kan uiteindelijk leiden tot het tegenwerken van elkaars handelen (conflict)

Slide 14 - Tekstslide

opdr 8
5) Als reactie op de mishandeling zullen mensen  de waarden, opvattingen en normen die in de Nederlandse samenleving en cultuur gelden meer gaan benadrukken, hierdoor voelen zij zich een groep, en ze voelen zich verantwoordelijk voor het welzijn van de mishandelde homo's. Dit zorgt voor de versterking van bindingen in Nederland.…
6) (Eigen antwoord leerling) Bijvoorbeeld: Ik wil de NL regering adviseren om via het onderwijs jonge mensen de gewoonte (norm) overdragen (socialisatie) dat het normaal moet zijn om geweldloos om te gaan met mensen met andere uitdrukkingsvormen en normen. Door deze socialisatie kunnen dan ongeschreven regels worden nageleefd die gedragsregulerende werken. (sociale institutie).

Slide 15 - Tekstslide