heel hoofdstuk 7

Heel hoofdstuk 7
sociale veranderingen in het bindingsvraagstuk
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Heel hoofdstuk 7
sociale veranderingen in het bindingsvraagstuk

Slide 1 - Tekstslide

Zorgt het vormen van staten ook voor sociale binding?

Slide 2 - Open vraag

religie zorgt voor binding
Religie zorgt voor een versterking van de onderlinge cohesie. Men voelt een sterke verbondenheid.

Slide 3 - Tekstslide

Religie kan ook voor conflict zorgen. Noem eens een voorbeeld.

Slide 4 - Open vraag

16e eeuw
In de Nederlanden zorgden religie in de 16e eeuw ook voor conflict.
Als gevolg van de reformatie wilde de keizer de ketters vervolgen en dat leidde tot verschillende godsdienstoorlogen. Het was ook 1 vd redenen voor het uitbreken van de 80 jarige opstand.

Slide 5 - Tekstslide

sociale cohesie
- Religie kan leiden tot sociale cohesie
    - Sociale cohesie leidt tot minder conflicten
    - Sociale cohesie tussen groepen kan leiden tot verzwakking van  de cohesie in groter verband 

het aantal en de kwalititeit van de bindingen die mensen in een ruimer kader met elkaar hebben. Het gevoel lid van een groep te zijn.

Slide 6 - Tekstslide

De sterke cohesie is die ontstaat door religie is verantwoordelijk voor ellende in de wereld!
A
eens
B
oneens

Slide 7 - Quizvraag

waarom was je het met de vorige vraag eens of oneens?

Slide 8 - Open vraag

cultuur
affectieve bindingen komen voort uit dezelfde normen en waarden die mensen hebben.
Dus uit cultuur.

oa. religie maar natuurlijk nog veel meer.
het geheel van waarden, voorstellingen, uitdrukkingsvormen, opvattingen en normen die mensen als lid van een groep of samenleving verworven hebben

Slide 9 - Tekstslide

sociale instituties
- Het huwelijk
    - Onderwijssysteem
    - Taal

Een sociale institutie is een aanvaarde set van normen rondom een bepaald aspect van het samenleven van mensen

complex van min of meer geformaliseerde regels die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties reguleren

Slide 10 - Tekstslide

Polygamie is een sociale institutie in Nederland?
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quizvraag

Waarom zijn sociale instituties zo belangrijk?

Slide 12 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een staat en een natie?

Slide 13 - Open vraag

Modernistische school
overheden in de 18e/19e eeuw hebben bewust maatregelen genomen om de sociale cohesie te bevorden. Je bindt zo een natie aan een staat. 
Nationalistische school
Naties zijn al in de middeleeuwen ontstaan. Dit komt door tradities en  cultuur. Hierdoor wilden bepaalde naties graag een staat vormen

Slide 14 - Tekstslide

wat maakt een groep mensen tot een volk?

Slide 15 - Open vraag

Welke theorie vind jij aannemelijker?
A
modernistisch
B
nationalistisch

Slide 16 - Quizvraag

Leg hier je antwoord op de vorige vraag uit

Slide 17 - Open vraag

socialisme/ soc. dem
cultuurrelativisme

Alle culturen zijn gelijkwaardig en moeten in hun waarde gelaten worden

Slide 18 - Tekstslide

confessionalisme/ christendem.
Gelijkwaardigheid

christelijke waarden in de Nederlandse Natie zijn wel belangrijk en waar de natie op gebouwd is, al zijn ze niet heilig.

Slide 19 - Tekstslide

liberalisme
Volkssoevereiniteit

individuele rechten boven de macht van een natie.
Een natie die zichzelf wil besturen is een goede zaak

Slide 20 - Tekstslide

In het kader van natievorming moeten kinderen, van de huidige regering, het Wilhelmus staand leren zingen op school.
past dat wel bij de ideeën van het liberalisme?
A
jawel
B
nee

Slide 21 - Quizvraag

Wat vinden liberalen van onze huidige constitutionele monarchie (koning moet zich houden aan de grondwet) ?

Slide 22 - Open vraag

Doe jij je werk beter als je thuis werkt?

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Link

Slide 25 - Link

Kijk voor volgende week vrijdag 21 mei twee colleges. Mail mij voor vrijdag 21 mei het antwoord op de vraag uit het college en wat je interessant vond aan de uitzending. 
Lees voor vrijdag 21 mei H9. 

Slide 26 - Tekstslide