HA-1: Les 1

• HA-1
• Tertiary Education

LessonUp

1. Download en open de app 


2. Registreer jezelf
3. log in
4. voer in pincode
5. Maak aantekeningen voor quizes

Hoofdstuk 6: Goederenhandel

• 6.1 Het ontstaan van de handel 
  
• 6.2 Functies van de handel
  

Inhoud

• 6.1 Het ontstaan van de handel
  
• 6.2 Functies van de handel

6.1 Het ontstaan van de handel

1. Arbeidsverdeling: Iedere groepslid had zijn eigen specialiteit. 

(Het verdelen van het werk in verschillende taken= efficiency)

Voorbeeld Arbeidsverdeling

Voorbeeld Arbeidsverdeling

6.1 Het ontstaan van de handel

2. Zelfvoorzienend: Als je als groep daarbij niemand anders nodig hebt. 

(het streven om zo min mogelijk afhankelijk te zijn van anderen)

Jagers/Verzamelaars zijn zelfvoorzienend. Dit betekent dat .....

1. Ze spullen kopen
2. Ze spullen zelf maken

Directe vs. Indirecte Ruil

6.1 Het ontstaan van de handel

Als het steeds moeilijker wordt iemand te vinden om te ruilen -> Beroep handelaar (dealer/trader/comerciante)

De handelaar: zorgt ervoor dat overschotten worden opgekocht;(vervolgens zoekt hij afnemers (klanten) voor die goederen).

Taken v/d handelaar:

1. Transporteren van de goederen;
   
2. Goederen verdelen in verkoopbare porties;
   
3. Opslag van goederen.
   

6.1 Het ontstaan van de handel

In het algemeen geldt:

Handel overbrugt deze verschillen in afstand, hoeveelheid en tijd

Industriële Revolutie

• Tijd van de grote uitvindingen (19e eeuw);
  
• Nieuwe machines;
  
• Uitvinding van de stoommachines ging de productie met sprongen omhoog.
  

Er kwamen meer goederen beschikbaar voor de mensen. 

Massaproductie: veel van hetzelfde produceren voor een zo laag mogelijke prijs.

Groei van de Internationale handel

• Veel grondstoffen van de moderne industrie kwamen uit het buitenland.
  

         Vb.: -Engeland produceert textiel en gebruikte veel katoen uit Amerika     

                   of Egypte; 

                  -Engeland produceerde meer textiel dan het land zelf nodig had;

                  -Ruilen tegen industrieproducten of (grondstof) uit andere landen;

• Daarmee ontstond een enorme internationale handel in industrieproducten.
  

Groei van de Internationale handel

De toenemende productie zorgde ook voor een sterke internationale arbeidsverdeling:

• Industrieproducten: Sommige landen gingen zich specialiseren in industrieproducten (landen zoals West-Europa en de Verenigde Staten).

• Grondstoffen: Andere landen gingen zich in het produceren van bepaalde grondstoffen. De koloniën waren vooral leveranciers van grondstoffen. 

6.2 Functies van de handel

Wat gebeurde in de industriële revolutie?

1. Tijd van de grote uitvindingen en nieuwe machines
2. Industrie
3. Transporteren van de goederen
4. Veel van hetzelfde produceren voor een zo laag mogelijke prijs.

Welk begrip hoort bij de foto?

1. Lean productie
2. Handmatige productie
3. Industriële productie
4. Massaproductie

Noem enkele functies van de handel

Vragen?

Huiswerk

6.1: 1 t/m 4     blz. 118

6.2 5 t/m8     blz. 121

https:

Tot volgende week!