In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
WPB bijeenkomst 2
Objectief observeren
Welkom!
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
1. Jouw visie op een objectieve observatie.
2. Theoretische kaders:
- waarnemen VS observeren
- kenmerken van een objectieve observatie
- Voorbereiding
- Technieken
- Stappenplan
- Valkuilen
3. mini - intervisie
- vragen ter overweging ( via break-out rooms)
- korte plenaire bespreking
4. Handreikingen & afsluiting.
Slide 2 - Tekstslide
Doelen
Je word je bewust van de theoretische kaders rondom observeren.
Je verkrijgt (door overleg met collega's) nieuwe inzichten aangaande het observeren en het inzetten daarvan in de begeleiding van je student.
Je hebt een idee over hoe je de inhoud van deze bijeenkomst kunt inzetten in de begeleiding van je student.
Slide 3 - Tekstslide
1. Jouw visie op 'objectief observeren'. - Wat is objectief observeren volgens jou? En, hoe objectief ben jij?
Slide 4 - Open vraag
Waarnemen
Selectief
Wordt beïnvloed door externe factoren (emoties, ervaring, informatie)
helpt bij het stellen van de juiste observatie vragen
Observeren
bewust
gericht
plan vooraf
systematisch
onderzoekend karakter
Slide 5 - Tekstslide
Kenmerken van een objectieve observatie
Bewust 'afstand nemen' door:
- een duidelijke vraag vooraf te formuleren
- via systematiek gegevens te verzamelen
- daarna te bekijken wat je te weten bent gekomen..
- en daaraan conclusies te verbinden
Validiteit:
Wordt er geobserveerd wat vooraf beoogd werd?
Betrouwbaarheid:
Zou een ander dezelfde resultaten verkrijgen?
Slide 6 - Tekstslide
De voorbereiding
Observeren = een geplande activiteit
Wat weet ik al?
Wat wil ik weten?
Hoe wil ik die gegevens verzamelen?
Slide 7 - Tekstslide
Technieken
Open of gesloten?
Open:
Doel & situatie bekend
Ruimte voor eigen interpretaties & overwegingen.
Informatief van aard
Gesloten:
Het 'wat' is vooraf vastgesteld
Kwalitatief of kwantitief?
Kwalitatief:
inhoudelijk op gedrag of handelen
Kwantitatief:
Hoe vaak komt overeenkomstig gedrag voor (turven)
Tijd- of gedragsinterval?
Tijd als uitgangspunt:
om patronen in gedrag te ontdekken
Gedrag als uitgangspunt:
noteren van momenten dat een bepaalde gedragscategorie voorkomt.
Slide 8 - Tekstslide
Stappenplan
Je weet waarom en wat je wil observeren.
Formuleer wat die observatie je moet opleveren. (Doel bepalen).
Wat wil je precies observeren? Welke situatie en welk moment?
Welke (gedrags)aspecten wil je onderscheiden?
Maak je gebruik van een (standaard)formulier of zet je zelf iets op papier?
Slide 9 - Tekstslide
Valkuilen
Verwachtingen kleuren de waarneming.
Je laten (mis)leiden door vooroordelen.
Stereotypering of generalisatie.
Het 'halo-effect'
Je eigen referentiekader en projectie.
Slide 10 - Tekstslide
Mini-intervisie
Vragen ter overweging / discussie:
Hoe geef / neem jij observaties mee in feedback gesprekken? Welke rol krijgt de student in hetgeen er geobserveerd wordt?
Hoe spelen (eerder genoemde) leerdoelen / leeruitkomsten daarin een rol?
Hoe wordt bewijs uit observaties ingezet?
In break-out rooms
10 minuten
korte plenaire bespreking: 1 tip of good practise voor je collega's
Slide 11 - Tekstslide
Handreikingen
tip: maak gebruik van video-opnames om de observatie na te bespreken.
Jullie ontvangen van mij:
- kijkwijzer
- observatie formulier OSNL
Slide 12 - Tekstslide
Afsluiting: Dit waren de doelen voor deze bijeenkomst: 1. Je word je bewust van de theoretische kaders rondom observeren. 2. Je verkrijgt (door overleg met collega's) nieuwe inzichten aangaande het observeren en het inzetten daarvan in de begeleiding van je student. 3. Je hebt een idee over hoe je de inhoud van deze bijeenkomst kunt inzetten in de begeleiding van je student. In hoeverre heb ik die met jullie bereikt? En, welke tip / top geef je me mee?