Lesweek 3 module 3 BGM

Lesweek 3 Les 5 Beroepsgerichte Module 
Het kind in zijn ontwikkeling 
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BasiszorgMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Lesweek 3 Les 5 Beroepsgerichte Module 
Het kind in zijn ontwikkeling 

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de ontwikkelingsbehoefte van het kind/kinderen en op welke moment kun je gaan observeren om nog meer info te krijgen?

Slide 2 - Open vraag

Lesdoelen:

  • Je weet het doel en de waarde van een observatie 
  • Je weet wat een observatieplan is en hoe je deze maakt
  • Je leert verschillende observatiemethoden 

Slide 3 - Tekstslide

Inhoud 
  • Terugblik vorige les
  • Uitleg observeren, objectief en subjectief
  • Uitleg observatieplan en observatiemethoden  
  • Oefening 
  • Opbrengsten van de les 
  • Volgende les 

Slide 4 - Tekstslide

Deelopdracht 2: 
De student haalt relevante en aanvullende informatie uit een uitgevoerde observatie
Deze observatie wordt aan de hand van een observatieplan voorbereid.
Deze informatie wordt objectief gerapporteerd en van feedback voorzien door de praktijkbegeleider. 

Slide 5 - Tekstslide

Observeren: 
Een bewuste waarneming met een gericht doel. 
Je observeert met een observatieplan. 
             
Je gaat naar een kind of groepje kinderen kijken zonder al redenen te bedenken waarom het kind/kinderen bepaald gedrag vertoont. 

Geen conclusie, alleen waarneembaar gedrag.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe observeer je?
Een observatie doe je altijd objectief 
Objectief: gebaseerd op feiten, zonder oordeel. Wat zie je letterlijk?

Subjectief: gebaseerd op meningen, met oordeel. Wat zie je en wat vind je daarvan?

Slide 7 - Tekstslide

Objectief 
Subjectief
Objectief
Subjectief
Objectief

Ik zie een blauwe speelgoedauto

Het kind kijkt naar het boek

Ik zie een mooie tekening

Het kind is boos

Het kind pakt een kleurpotlood

Slide 8 - Sleepvraag

Benoem 1 objectieve observatie

Slide 9 - Woordweb

Stap 1: Beginsituatie 
De reden waarom je gaat observeren

Stap 2: Gegevens kind/kinderen 
Geef een korte omschrijving van het kind/kinderen dat je gaat observeren

Stap 3: Observatiedoel
Wat is het doel van de observatie? Wie, welk gedrag, en in welke situatie ga je observeren?
Observatieplan

Slide 10 - Tekstslide


Stap 4: Observatiemethoden 
Kwantitatief of kwalitatief?

Kwantitatief observeren 
Gedragsinterval: hoe vaak komt een bepaald gedrag voor (turflijst)
Tijdsinterval: steeds vier minuten observeren
Kwalitatief observeren:
Open observatie: Alles opschrijven wat je op dat moment waarneemt
Gesloten observatie: Je weet precies wel gedrag je gaat observeren en je turft hoe vaak dit gedrag voorkomt.

Slide 11 - Tekstslide

Participerende observatie: Je doet tijdens de observatie mee (bijv. meespelen)
Niet-participerende observatie: Je bent alleen een toeschouwer

Gestructureerde observatie: Je weet precies hoe je de observatie vastgelegd (observatieschema)
Ongestructureerde observatie: De informatie kan tijdens of na de observatie genoteerd worden. Je maakt een beschrijvend verslag

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht observatieplan: 

  • Maak tweetallen, zelfde profiel samen 
  • Lees de casus en vul alle onderdelen van het observatieplan in
  • Verbeter de subjectieve observaties naar objectieve observaties

Slide 13 - Tekstslide

Wat vond je lastig aan het observatieplan? Waar wil je nog meer over weten of mee oefenen?

Slide 14 - Open vraag

Wat heb je deze les geleerd?

  • Weet je het doel en de waarde van een observatie 
  • Weet je wat een observatieplan is en wat je erin moet zetten? 
  • Heb je verschillende observatiemethodes geleerd?

Slide 15 - Tekstslide


Hoe vond je deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Volgende les:


Oefenen met objectief observeren en rapporteren en feedbackvorm voor je stagebegeleider kiezen

Slide 17 - Tekstslide

Lesweek 2 Les 6 Beroepsgerichte Module 
Het kind in zijn ontwikkeling 

Slide 18 - Tekstslide


Wat weet je nog van de vorige les?
Welke uitspraak is objectief? 
A
Het kind kijkt naar het boek en lijkt het interessant te vinden.
B
Het kind is verdrietig omdat het niet mee wil doen aan de activiteit.
C
Het kind pakt een kleurpotlood en begint op papier te tekenen.
D
Het kind is vrolijk en heeft plezier tijdens het spelen.

Slide 19 - Quizvraag


Wat weet je nog van de vorige les?
Wat is een belangrijk kenmerk van participerende observatie?

A
De onderzoeker kijkt van een afstand zonder in te grijpen
B
De onderzoeker maakt gebruik van een computer om alles te registreren
C
De groep weet niet dat ze geobserveerd worden
D
De onderzoeker doet alsof hij of zij onderdeel is van de groep die wordt bekeken

Slide 20 - Quizvraag


Wat weet je nog van de vorige les?
Wat is het verschil tussen een open en een gesloten observatie?

A
Bij een open observatie schrijf je alles op wat er gebeurt, bij gesloten niet
B
Bij een gesloten situatie kijk je naar een kind afgezonderd van andere kinderen, bij open niet

Slide 21 - Quizvraag


Wat weet je nog van de vorige les?
Wat is een voordeel van een gestructureerde observatie?

A
De onderzoeker heeft volledige vrijheid om alles te observeren
B
De gegevens kunnen makkelijker geanalyseerd worden door het gebruik van een schema
C
De onderzoeker kan zich beter inleven in de groep die wordt geobserveerd
D
De observatie vindt altijd plaats in een natuurlijke omgeving

Slide 22 - Quizvraag

Lesdoelen:

  • Je weet hoe je objectief kan observeren 
  • Je kan de resultaten van een observatie objectief rapporteren 
  • Je kiest een feedbackvorm voor je praktijkbegeleider
 

Slide 23 - Tekstslide

Inhoud 
  • Terugblik vorige les 
  • Oefenen objectief observeren 
  • Oefenen objectief rapporteren 
  • Feedbackvorm praktijkbegeleider
  • Opbrengsten van de les 
  • Volgende les 

Slide 24 - Tekstslide

Hoe schrijf je een gestructureerde beginsituatie? 

  1. Inleiding: Wie is het kind? Beschrijf de leeftijd, situatie en  belangrijke kenmerken. 
  2. Ontwikkelingsgebied: Op welk gebied loopt het kind vast en waarom? Sociaal-emotioneel, motorisch, cognitief?
  3. Bronnen: Welke bronnen heb je gebruikt om de informatie te verzamelen?
 

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht: 

  1. Maak tweetallen met hetzelfde profiel
  2. Lees de casus en maak een gestructureerde beginsituatie
  3. Allemaal klaar? Geef je blaadje aan een ander tweetal en geef feedback

Slide 26 - Tekstslide

OA
Thomas (10 jaar) zit in groep 7 en heeft moeite met begrijpend lezen. Hij kan hoofd- en bijzaken niet goed onderscheiden. De juf heeft aangegeven in een gesprek dat hij teksten traag leest en vaak niet begrijpt wat de vragen over de tekst betekenen. Thomas presteert tijdens toetsen onder het gemiddelde bij begrijpend lezen, wat hem onzeker maakt. Hij heeft weinig motivatie om met leesopdrachten aan de slag te gaan en stelt ze vaak uit.

GPM
Mila (4 jaar) heeft moeite met afscheid nemen van haar ouders en klampt zich aan hen vast bij het brengen. Ze zoekt voortdurend de nabijheid van de leerkracht en toont weinig interesse in spelen met andere kinderen tijdens een observatie. Mila raakt snel overstuur als een activiteit verandert of anders verloopt dan ze verwacht. Ze heeft weinig zelfvertrouwen en durft geen initiatieven te nemen tijdens het spelen zeggen de ouders. 

Slide 27 - Tekstslide

Maak nu een start aan je eigen beginsituatie over een kind of groepje kinderen van je stageplek. 

Je mag dat doen op dezelfde manier als de voorbeeld casus of een eigen creatieve weergave bedenken


Slide 28 - Tekstslide

Zijn er nog vragen over het schrijven van een beginsituatie of een andere vraag?

Slide 29 - Open vraag

Deelopdracht 1: 
De student schrijft een beginsituatie over een kind of een groepje kinderen. Deze beschrijving mag door eigen creativiteit vorm gegeven worden. 
Feedback van twee medestudenten toevoegen en verwerken.
Inleveren Zondag 23 februari 23:59 in Canvas

Slide 30 - Tekstslide

  • Heb je geleerd hoe je een beginsituatie gestructureerd uitwerkt?
  • Heb je een start gemaakt met de beginsituatie over een kind of groepje kinderen van je stageplek?
  • Weet je welke twee medestudenten je feedback gaan geven over je beginsituatie?
Wat heb je deze les geleerd?

Slide 31 - Tekstslide


Hoe vond je deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

Volgende les


Observeren, objectief rapporteren en feedback vragen aan je praktijkbegeleider

Slide 33 - Tekstslide